Page 137 of 333

Instrumenten en bedieningsorganen135Opn. vergrendelen op afst. vergr.deuren : Activeert of deactiveert
de automatische hervergrende‐
ling na het ontgrendelen zonder
de auto te openen.
Ruiten met afstandsbediening :
Activeert of deactiveert de
werking van de elektrisch
bediende ruiten met de handzen‐
der.
Passieve portierontgrendeling :
Wijzigt de configuratie om alleen het bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Passieve portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
passieve vergrendelingsfunctie.
Met deze functie wordt de auto
na enkele seconden automatisch vergrendeld als alle portieren zijn gesloten en een elektronische
sleutel uit de auto is verwijderd.
Melding afstandsbed. nog in
voertuig : Activeert of deactiveert
de waarschuwingsgeluid
wanneer de elektronische sleutel
in de auto blijft.Persoonlijke instellingen
8" Colour-Info-Display
Druk op ;, selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
In de bijbehorende submenu’s kunt u
de volgende instellingen wijzigen:
Voertuig ● Klimaat- en luchtkwaliteit
Automatische ventilatorsnelheid :
Wijzigt het niveau van het lucht‐
debiet van de klimaatregeling in
het interieur in automatische modus.
Automatisch verwarmde stoelen :
De stoelverwarming wordt auto‐
matisch geactiveerd.
Automatisch ontwasemen :
Maakt ontwaseming van de voor‐ ruit mogelijk door automatische
selectie van de vereiste instellin‐ gen en de automatische aircomo‐
dus.
Automatisch ontwasemen
achter : De achterruitverwarming
wordt automatisch geactiveerd.
● Bots- / detectiesystemen
Waarschuwing botsing voor : De
frontaanrijdingswaarschuwing
wordt geactiveerd of gedeacti‐
veerd.
Automatische voorbereiding
botsing : Activeert of deactiveert
de automatische remwerking van de auto bij dreigend aanrijdings‐gevaar. Het volgende is een
optie: het systeem neemt de
remregeling over, waarschuwt
alleen via geluidssignalen of
wordt geheel gedeactiveerd.
Page 138 of 333

136Instrumenten en bedieningsorganenParkeersensor: Activeert of
deactiveert de ultrasone parkeer‐ hulp. Activering is te selecteren
met of zonder de aanhangerkop‐
peling bevestigd.
"Vrij rijden"-aankondiging : Acti‐
veert of deactiveert de herinne‐ ringsfunctie van de adaptieve
cruisecontrol.
Waarschuwing dode hoek : Acti‐
veert of deactiveert het dode‐
hoeksysteem.
● Comfort en gemak
Automatisch oproepen
geheugen : Wijzigt de instellingen
voor het oproepen van de opge‐
slagen instellingen voor de elek‐
trische stoelverstelling.
Comfortuitstap bestuurdersstoel :
Activeert of deactiveert de uitsta‐
phulp van de elektrische stoel‐
verstelling.
Volume signaaltonen : Wijzigt het
volume van geluidssignalen.
Personalisatie door bestuurder :
Activeert of deactiveert de persoonlijke instellingen.Ruitenwisser met regensensor :
Activeert of deactiveert automa‐
tisch wissen met regensensor.
Automatisch ruitenwissen in
achteruit : Activeert of deactiveert
automatische inschakeling
achterruitwisser bij inschakelen
achteruitversnelling.
● Verlichting
Voertuig vinden met lichtsignaal :
Activeert of deactiveert de instap‐ verlichting.
Verlichting uit : Activeert of deac‐
tiveert de uitstapverlichting en
wijzigt de duur ervan.
Verkeer links of rechts : Wisselt
tussen verlichting voor links- of
rechtsrijdend verkeer.
Verstelbaar stadslicht : Wijzigt de
instellingen van de functies voor
de led-koplampen.
● Deurvergrendeling
Open deur niet vergrendelen :
Activeert of deactiveert de
portiervergrendeling wanneer
een portier openstaat.Automatisch deur vergrendelen :
Activeert of deactiveert de auto‐
matische portiervergrendeling na
inschakeling van het contact.
Vertraagde deurvergrendeling :
Activeert of deactiveert de
vertraagde portiervergrendeling.
Deze functie vertraagt de daad‐
werkelijke vergrendeling van de
portieren totdat alle portieren
gesloten zijn.
● Afstand vergr, ontgr, starten
Lichtsignaal ontgrendelen op
afstand : Activeert of deactiveert
het alarmknipperlichtsignaal bij
het ontgrendelen.
Melding vergrendeling op
afstand : Wijzigt het type terug‐
melding bij het vergrendelen van
de auto.
Ontgrendelen op afstand : Wijzigt
de configuratie om alleen het
bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Page 139 of 333

Instrumenten en bedieningsorganen137Open deuren op afstand
vergrendelen : Activeert of deac‐
tiveert de automatische herver‐
grendeling na het ontgrendelen
zonder de auto te openen.
Afstandsbediening ramen : Acti‐
veert of deactiveert de werking
van de elektrisch bediende ruiten
met de handzender.
Passieve portierontgrendeling :
Wijzigt de configuratie om alleen het bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Passieve vergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de passieve
vergrendelingsfunctie. Met deze functie wordt de auto na enkele
seconden automatisch vergren‐
deld als alle portieren zijn geslo‐
ten en een elektronische sleutel
uit de auto is verwijderd.
Waarsch. afstandsbed. nog in
auto : Activeert of deactiveert de
waarschuwingsgeluid wanneer
de elektronische sleutel in de
auto blijft.Telematicaservice
OnStar
OnStar is een persoonlijke connecti‐
viteits- en servicehulp met een geïn‐
tegreerde Wi-Fi Hotspot. De OnStar-
service is 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar.
Let op
OnStar is niet op alle markten
verkrijgbaar. Neem contact op met
uw werkplaats voor meer informatie.
Let op
Om OnStar beschikbaar en bedrijfs‐
gereed te kunnen laten zijn, hebt u
een geldig OnStar-abonnement, een werkend elektrisch systeem van de auto, mobiele service en eenGPS-satellietverbinding nodig.
U activeert de OnStar-services en
stelt een account in door op Z te druk‐
ken en met een adviseur te spreken.Afhankelijk van de uitrusting in de
auto, zijn de volgende services
beschikbaar:
● Noodhulpdiensten en ondersteu‐
ning bij pech onderweg
● Wi-Fi Hotspot
● Smartphone app
● Bediening op afstand, d.w.z. locatie van de auto, inschakeling
van claxon en lichten, aansturing van centrale vergrendeling
● Hulp bij gestolen voertuig
● Voertuigdiagnose
● Bestemming downloaden
Let op
Na tien dagen zonder een contact‐
cyclus wordt de OnStar-module van
de auto uitgeschakeld. Functies
waarvoor een dataverbinding vereist is, zijn na het inschakelen van het
contact weer beschikbaar.
Page 140 of 333

138Instrumenten en bedieningsorganenOnStar knoppen
Privacyknop
Houd j ingedrukt tot u een bericht
hoort om het doorgeven van de voer‐ tuiglocatie te activeren of deactive‐
ren.
Druk op j om een oproep met een
adviseur te beantwoorden of beëindi‐
gen.
Druk op j om de Wi-Fi-instellingen te
openen.
Serviceknop
Druk op Z om contact met een advi‐
seur te leggen.
SOS knop
Druk op [ om een noodoproep te
plaatsen naar een speciaal opgeleide
adviseur.
Status-LED
Groen: Het systeem is gereed met
geactiveerd doorgeven van de voer‐
tuiglocatie.
Groen knipperend: Het systeem is
bezig met een oproep.
Rood: Er is een probleem opgetre‐
den.
Uit: Het systeem is gereed met
gedeactiveerd doorgeven van de
voertuiglocatie of het systeem staat in
de stand-bymodus.
Rood/groen knipperend gedurende
een korte periode: Het doorgeven van
de voertuiglocatie is gedeactiveerd.
OnStar-services
Algemene services
Druk als u informatie nodig hebt, bijv. openingstijden, markante punten en
bestemmingen of als u hulp nodig
hebt bij bijv. pech onderweg, eenlekke band of een lege brandstoftank op Z om contact met een adviseur te
leggen.
Noodhulpdiensten
Druk in een noodsituatie op [ om een
adviseur te spreken. De adviseur
neemt vervolgens contact op met de
(nood)hulpdiensten en stuurt ze naar
uw locatie.
Bij een ongeval waarbij de airbags of
gordelspanners zijn geactiveerd,
wordt er een automatische noodhulp‐
oproep geplaatst. De adviseur wordt
onmiddellijk met uw auto verbonden
en gaat na of er hulp nodig is.
Wi-Fi Hotspot
De Wi-Fi Hotspot van de auto biedt
verbinding met het internet met een
maximale snelheid van 4G/LTE.
Let op
De functionaliteit voor Wi-Fi
hotspots is niet voor alle markten
verkrijgbaar.
Er kunnen maximaal zeven toestellen worden aangesloten.
Page 141 of 333

Instrumenten en bedieningsorganen139Een mobiel toestel met de Wi-Fi
Hotspot verbinden:
1. Druk op j en selecteer vervol‐
gens de WiFi-instellingen in het
Info-Display. De getoonde instel‐
lingen zijn onder andere de naam van de Wi-Fi Hotspot (SSID), het
wachtwoord en het verbindings‐
type.
2. Start een Wi-Fi-netwerkzoekop‐ dracht via uw mobiele apparaat.
3. Selecteer de hotspot van uw auto
(SSID) wanneer deze wordt
aangegeven.
4. Voer uw wachtwoord in, wanneer u daarom wordt gevraagd.
Let op
Druk op Z en spreek met een advi‐
seur of log in bij uw account als u de SSID of het wachtwoord wilt wijzi‐
gen.
U kunt de functie Wi-Fi Hotspot
uitschakelen door op Z te drukken en
een adviseur te spreken.Smartphone-app
Met de myOpel smartphone app kunt
u bepaalde autofuncties extern bedie‐
nen.
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Auto vergrendelen of ontgrende‐ len.
● Claxonneren of lichten laten knip‐
peren.
● Brandstofpeil, resterende levensduur motorolie en banden‐
spanning (alleen met het
bandenspanningscontrolesys‐
teem) controleren.
● Navigatiebestemming naar het apparaat sturen als er een inge‐bouwd navigatiesysteem is.
● Auto op een map lokaliseren.
● Wi-Fi-instellingen beheren.
Download voor het bedienen van
deze functie de app van App Store ®
of Google Play™ Store.
Afstandsbediening
U kunt, indien gewenst, iedere wille‐
keurige telefoon gebruiken om een
adviseur te bellen. Deze kan danvanaf zijn locatie specifieke autofunc‐
ties aansturen. U vindt het betref‐
fende OnStar-telefoonnummer op de landspecifieke website.
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Auto vergrendelen of ontgrende‐ len.
● Informatie over de voertuigloca‐ tie doorgeven.
● Claxonneren of lichten laten knip‐
peren.
Hulp bij gestolen voertuig
Geef als de auto gestolen is de dief‐
stal door aan de autoriteiten en vraag hulp van de OnStar-service Hulp bij
gestolen voertuig. Neem telefonisch
contact op met een adviseur. U vindt
het betreffende OnStar-telefoonnum‐
mer op de landspecifieke website.
OnStar kan u helpen bij het zoeken
naar en bergen van de auto.Diefstalalarm
Als het diefstalalarmsysteem is geac‐ tiveerd, wordt er een bericht naarOnStar gestuurd. U ontvangt hierover
een sms of e-mail.
Page 142 of 333

140Instrumenten en bedieningsorganenStartblokkering
OnStar kan met externe signalen het
starten van de auto blokkeren
wanneer het contact is afgezet.
Diagnose op aanvraag
U kunt te allen tijde, bijvoorbeeld als de auto boordinformatie laat zien, op
Z te drukken om contact op te nemen
met een adviseur. U kunt hem vragen
een realtime diagnose uit te voeren
om de oorzaak van het probleem na
te gaan. Afhankelijk van de resultaten biedt de adviseur meer ondersteu‐
ning.
Diagnoserapport
De auto stuurt automatisch diagnose‐ gegevens naar OnStar. U en uw
garage ontvangen maandelijks per e- mail een rapport.
Let op
De werkplaatsmeldingsfunctie kan
in uw account worden uitgescha‐
keld.
Het rapport bevat de status van de
belangrijkste besturingssystemen
van de auto, zoals de motor, trans‐
missie, airbags, ABS, en anderegrote systemen. Ook bevat het infor‐
matie over mogelijke onderhouds‐
punten en de bandenspanning
(alleen als er een bandenspannings‐
controlesysteem is).
U kunt meer details opvragen door op
de link in de e-mail te klikken en u bij
uw account aan te melden.
Bestemming downloaden
Een gewenste bestemming kan
rechtstreeks naar het navigatiesys‐
teem worden gedownload.
Druk op Z om een adviseur te bellen
en beschrijf de bestemming of het
markante punt.
De adviseur kan elk adres en elke
nuttige plaats opzoeken en deze naar
het ingebouwde navigatiesysteem
verzenden.
OnStar-instellingen
OnStar-PIN
U hebt een viercijferige PIN
nodig voor toegang tot alle OnStar-
services. U moet een eigen PIN
invoeren wanneer u voor de eerste
keer met een adviseur belt.Druk op Z om een adviseur te bellen
en de PIN te veranderen.
Accountgegevens
Een OnStar-abonnee heeft een
account waar alle gegevens in zijn
opgeslagen. Druk op Z en spreek
met een adviseur of log in bij uw
account als u accountinformatie wilt
veranderen.
Als de OnStar-service voor een
andere auto moet worden gebruikt,
druk dan op Z en vraag of de account
op de nieuwe auto kan worden over‐
gedragen.
Let op
Informeer OnStar onmiddellijk over
de wijzigingen als de auto wordt
afgevoerd, verkocht of anderszins
overgedragen en beëindig de
OnStar-service voor deze auto.
Voertuiglocatie
De voertuiglocatie wordt aan OnStar
doorgegeven wanneer er een service wordt verzocht of getriggerd. Eenbericht op het Info-Display geeft door
dat deze informatie is verzonden.
Page 143 of 333
Instrumenten en bedieningsorganen141Als u het doorgeven van de voertuig‐
locatie wilt activeren of deactiveren,
drukt u op j tot u een audiobericht
hoort.
Het deactiveren wordt aangegeven
door het controlelampje dat korte tijd
rood of groen knippert en iedere keer
wanneer de auto wordt gestart.
Let op
Als het verzenden van de voertuig‐
locatie wordt gedeactiveerd, zijn
sommige diensten niet meer
beschikbaar.
Let op
OnStar wordt in een noodsituatie altijd geïnformeerd over de voertuig‐
locatie.
Ga naar het document met het priva‐
cybeleid in uw account.
Software-updates
OnStar kan op afstand software-
updates uitvoeren, zonder dat zij u
daarover van tevoren inlichten of om
uw toestemming vragen. Deze upda‐
tes verbeteren of behouden de veilig‐
heid en beveiliging of de werking van uw voertuig.Deze updates kunnen betrekking
hebben op privacykwesties. Ga naar
het document met het privacybeleid
in uw account.
Page 144 of 333

142VerlichtingVerlichtingRijverlichting.............................. 142
Lichtschakelaar .......................142
Automatische verlichting .........143
Grootlicht ................................. 143
Lichtsignaal ............................. 143
Koplampverstelling ..................144
Koplampinstelling in het buitenland ............................... 144
Dagrijlicht ................................. 144
Led-koplampen ........................144
Alarmknipperlichten .................148
Richtingaanwijzers ..................149
Mistlampen voor ......................149
Mistachterlicht ......................... 149
Parkeerlichten ......................... 150
Achteruitrijlichten .....................150
Beslagen lampglazen ..............150
Binnenverlichting .......................150
Regelbare instrumentenverlichting .........150
Leeslampen ............................. 151
Verlichting zonneklep ..............151
Verlichtingsfuncties ....................152
Verlichting middenconsole ......152
Instapverlichting ......................152Uitstapverlichting .....................152
Ontlaadbeveiliging accu ..........153Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
AUTO:automatische verlichting
schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en
koplamp8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of grootlicht
Wanneer u het contact inschakelt, is
de automatische verlichting actief.
Controlelampje 8 3 119.