Page 49 of 191

Navigatie49
Druk op het scherm om de toepassin‐
genbalk en interactieve selectiebalk
opnieuw weer te geven.
Routebegeleiding actief● De kaart wordt weergegeven.
● De actieve route wordt aangeven
met een gekleurde lijn.
● De bewegende auto wordt gemarkeerd met een cirkel.
● De volgende afslag wordt aange‐
geven met een pijl op de rechter‐
zijde van het scherm.
● Op de rechterzijde van het scherm verschijnt rijstrookbege‐
leiding.
● De aankomsttijd staat boven de pijl.
● De afstand tot de volgende afslag
staat onder de pijl.
Kaart manipuleren
Bladeren
Plaats uw vinger op een willekeurige
plek op het scherm en beweeg deze
naar boven, beneden, links of rechts
om de kaart in de gewenste richting
te verschuiven.
De kaart beweegt mee en er wordt
een nieuwe kaartsectie weergege‐
ven.Selecteer op de interactieve selectie‐
balk RESET om terug te keren naar
de huidige locatie.
Centreren
Druk op de gewenste locatie op het
scherm. De kaart wordt rondom deze
locatie gecentreerd.
Bij de betreffende locatie verschijnt
v in rood en het bijbehorende adres
wordt op een label weergegeven.
Selecteer op de interactieve selectie‐
balk RESET om terug te keren naar
de huidige locatie.
Page 50 of 191

50NavigatieZoomen
Selecteer INZOOMEN om op een
geselecteerde kaartlocatie in te
zoomen.
Selecteer UITZOOM. om uit te
zoomen en een groter gebied rondom
de geselecteerde locatie weer te
geven.
Overzichttoets
Is de routebegeleiding actief, dan
staat de schermtoets OVERZICHT in
de interactieve selectiebalk.
Selecteer OVERZICHT om een over‐
zicht van de actuele route op de kaart
weer te geven.
De schermtoets verandert in RESET.
Selecteer RESET om terug te keren
naar het normale scherm.
Kaartvenster
Weergavemodus
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Overzicht kaart om het betreffende
submenu weer te geven.Selecteer de gewenste kaartweer‐
gave ( 3D-overzicht , Overzicht
rijrichting , Noorden boven ).
Let op
U kunt ook meerdere malen x in de
toepassingenbalk selecteren om
snel tussen de verschillende kaart‐
weergaven te wisselen ( 3D-
overzicht , Overzicht rijrichting ,
Noorden boven ).
Audio-informatie
Als Audio-informatie - Aan is inge‐
steld, verschijnt er informatie op het
kaartscherm over de zender, het
album of nummer die/dat u momen‐
teel beluistert.
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens Overzicht kaart om het betreffende
submenu weer te geven.
Selecteer Audio-informatie - Aan of
Audio-informatie - Uit .
Displaymodus
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Overzicht kaart om het betreffende
submenu weer te geven.Selecteer Dag / nachtmodus .
Activeer, afhankelijk van de externe
lichtcondities, Dag of Nacht .
Wilt u dat het scherm zich automa‐
tisch aanpast, activeer dan Auto.
Weergave van gebouwen
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Overzicht kaart om het betreffende
submenu weer te geven.
U kunt gebouwen normaal of driedi‐
mensionaal weergeven.
Selecteer 3D-Gebouwen - Aan of 3D-
Gebouwen - Uit .
Autozoomfunctie
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Overzicht kaart om het betreffende
submenu weer te geven.
In geval van speciale manoeuvres
kan het systeem inzoomen op de
kaart.
Selecteer Autozoom - Aan of
Autozoom - Uit .
Page 51 of 191

Navigatie51POI-pictogrammen
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Iconen 'POI's' weergeven om het
betreffende submenu weer te geven.
Is Iconen POI geactiveerd, dan
verschijnen er op de kaart markante punten (POI's) rondom de huidige
locatie of op de route.
Selecteer PIO-icons - Aan of PIO-
icons - Uit .
Selecteer de POI-categorieën die u
wilt weergeven indien Iconen POI op
Aan is ingesteld.
Selecteer Alles wissen om alle cate‐
gorieën te deselecteren.
Informatie over de huidige locatie Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk om het navigatiemenu
weer te geven.
Selecteer Huidige locatie om het
betreffende submenu met details
over het dichtstbijgelegen adres, de
coördinaten en markante punten
( 3 55) rondom de huidige locatie
weer te geven.Dichtstbijzijnde adres
Vanuit dit submenu kunt u het dichtst‐
bijzijnde adres in het systeem
opslaan.
Selecteer Adres dichtb.: om het
scherm met bestemmingsdetails weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het opslaan van een adres
● of dit toe te voegen aan een contactpersoon 3 24
● als favoriet 3 20
Page 52 of 191

52NavigatieNuttige plaatsen
Vanuit dit submenu kunt u de route‐
begeleiding naar dichtbij gelegen
markante punten starten.
Selecteer de gewenste spec. bestem‐
ming. Het scherm met de bestem‐
mingsdetails wordt weergegeven.
Selecteer Gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het invoeren van een bestem‐
ming 3 55.
Navigatiedatabeheer
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Persoonlijke gegevens .
Er wordt een lijst met verschillende
data-opslaglocaties van de navigatie‐ toepassing weergegeven.
Contactenlijst
Selecteer Contacten om het betref‐
fende submenu weer te geven.
Selecteer Alle ingaven wissen om alle
contacten uit de lijst te verwijderen.
Bevestig de getoonde melding om
alle contacten uit de lijst te wissen.Selecteer Contactenlijst bewerken
om naar de bewerkingsmodus voor
contactpersonen te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het bewerken van de contacten‐
lijst 3 24.
Lijst met recente bestemmingen
Selecteer Recente bestemmingen
om het betreffende submenu weer te
geven.
Selecteer Alle bestemmingen
wissen om alle vermeldingen uit de
lijst met recente bestemmingen te
verwijderen. Bevestig de getoonde
melding om de lijst met recente
bestemmingen te wissen.
Selecteer Individuele bestemmingen
wissen om afzonderlijke bestemmin‐
gen te verwijderen. De lijst met
recente bestemmingen wordt weer‐
gegeven. Selecteer ─ naast de betref‐
fende bestemming. Bevestig de getoonde melding om de bestemming
te verwijderen.
Gedownloade POI's
Selecteer Mijn POI's om het betref‐
fende submenu weer te geven.POI's die eerder in het systeem zijn
gedownload kunnen worden verwij‐ derd. De overige POI's blijven in het
systeem aanwezig.
Selecteer Al mijn POI's wissen om
alle contacten uit de lijst te verwijde‐
ren. Bevestig de melding om alle
POI's te wissen.
Selecteer Afzonderlijke categorieën
wissen voor een lijst met POI-catego‐
rieën om afzonderlijke categorieën te
verwijderen. Selecteer ─ naast de
betreffende categorie. Bevestig de
getoonde melding om de categorie te
verwijderen.
Bestemmingsgegevens naar een
USB-apparaat uploaden
U kunt de contactenlijst van het voer‐ tuig en eerder gedownloade POI's(zie "Door de gebruiker bepaaldePOI's aanmaken en downloaden"
hieronder) voor later gebruik opslaan
op een USB-apparaat:
Selecteer Upload opgeslagen
locaties .
De contactenlijst en de POI-gege‐
vens worden in het verbonden USB-
apparaat opgeslagen in de folders "F:
Page 53 of 191

Navigatie53\myContacts" of "F:\myPOIs", waarbij
"F:\" de rootfolder van het USB-appa‐ raat is.
Let op
Deze functie is alleen mogelijk als er
een USB-apparaat met voldoende
opslagruimte is aangesloten.
Autoinvoerfunctie
Selecteer Wis Autotekst om de
bestemmingenlijst van de functie
Automatisch aanvullen te wissen.
Contactgegevens downloaden
U kunt de contactenlijst van uw auto
uitwisselen met infotainmentsyste‐
men van andere voertuigen:
Zie "Bestemmingsgegevens naar
een USB-apparaat uploaden" boven‐
staand voor het uploaden van de
gegevens naar een USB-apparaat.
Sluit het USB-apparaat aan op het
infotainmentsysteem van een ander
voertuig 3 41.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.Na het bevestigen worden de
contactgegevens naar het infotain‐
mentsysteem gedownload.
De gedownloade contactgegevens zijn vervolgens selecteerbaar in hetCONTACTEN -menu 3 24.
Door de gebruiker bepaalde POI's
aanmaken en downloaden
(Mijn POI's)
Naast de voorgedefinieerde POI's die
al in het infotainmentsysteem aanwe‐
zig zijn, kunt u ook zelf POI's aanma‐ ken die aan uw persoonlijke wensen
voldoen. U kunt deze gebruikerspeci‐
fieke POI's na het aanmaken down‐
loaden op het infotainmentsysteem.
U moet voor elke POI de GPS-coör‐
dinaten (de lengte- en breedtegraad)
van de locatie en een beschrijving
invoeren.
Na het downloaden van de POI-gege‐
vens in het infotainmentsysteem, zijn
de POI's als selecteerbare bestem‐
mingen in het Mijn POI's-menu opge‐
nomen, zie "Invoer POI's" in het
hoofdstuk "Bestemmingsinvoer"
3 55.Een tekstbestand met POI-data
creëren
Maak een tekstbestand aan (bijv. met
behulp van eenvoudige tekstverwer‐
kingssoftware) en geef dit een arbi‐
traire naam en de bestandsexten‐
sie .poi , bijv. "TomsPOIs.poi".
Let op
Bij het opslaan van het tekstbestand
moet tekencodering UTF-8
(Unicode) worden geselecteerd.
Anders worden de POI-gegevens
wellicht niet goed in het systeem
geïmporteerd.
Voor de POI-data in het volgende
format in het tekstbestand in:
Page 54 of 191

54NavigatieLengtecoördinaat,
breedtecoördinaat, "Naam van POI",
"Extra informatie", "Telefoonnummer"
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "Bonn, Hellweg 6",
"02379234567" , zie de bovenstaande
afbeelding.
De GPS-coördinaten moeten in deci‐
male graden worden weergegeven. U kunt deze b.v. van een topografische
kaart overnemen.
De extra informatie en telefoonnum‐ mers zijn optioneel. Als er bijv. geen
aanvullende informatie nodig is, moet
"" op de betreffende positie worden
ingevoerd.
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "", "02379234567" .
De POI-naam en de extra informatie‐
reeks mogen elk niet langer dan 60
lettertekens zijn. De telefoonnummer‐ reeks mag niet langer dan 30 cijfers
zijn.De POI-gegevens van elke bestem‐
ming moeten op afzonderlijke regels
worden ingevoerd; zie de boven‐
staande afbeelding.
POI-data op een USB-apparaat
opslaan
In de hoofddirectory van een USB-
apparaat: maak een map aan met de naam " myPOIs ", bijv. "F:\myPOIs",
waarbij "F:\" de hoofddirectory van
het USB-apparaat is.
Sla in de map " myPOIs": het tekstbe‐
stand met uw POI's op, bijv.
"F:\myPOIs\TomsPOIs.poi".POI-gegevens rangschikken in meer‐ dere submappen
Naar keuze kunt u de tekstbestanden
rangschikken in diverse submappen
met willekeurige namen (max. diepte
van submapstructuur: 2).
Voorbeelden: F:\myPOIs\AnnsPOIs of F:\myPOIs\MyJourney\London,
waarbij F:\ de hoofddirectory is van
het USB-apparaat.Let op
In een map mogen alleen submap‐
pen of alleen POI-bestanden
worden opgeslagen. Een combina‐
tie van beide wordt niet goed in het
systeem geïmporteerd.
Na het downloaden van op die manier gerangschikte persoonlijke POI-
gegevens in het infotainmentsysteem (zie beschrijving van downloaden
hieronder), ziet u in het Mijn POI's-
menu een lijst met submenu's die u
kunt selecteren.
Na het selecteren van een submenu
en eventuele verdere submenu's
verschijnt de betreffende lijst met
geïmporteerde POI-categorieën.
POI-gegevens downloaden in het
infotainmentsysteem
Sluit het USB-apparaat met uw
gebruikerspecifieke POI-gegevens
aan op de USB-poort 3 41 van het
infotainmentsysteem.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.
Page 55 of 191

Navigatie55Na het bevestigen worden de POI-
gegevens naar het infotainmentsys‐
teem gedownload.
De gedownloade POI's zijn vervol‐
gens selecteerbaar als bestemmin‐
gen in het menu Mijn POI's, zie
"Invoer POI's" in het hoofdstuk
"Bestemmingsinvoer" 3 55.
Invoer van de bestemming De navigatietoepassing biedt diverse
opties voor het instellen van een
bestemming met routebegeleiding.
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens NAV om de navigatiekaart weer
te geven.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk en selecteer een
van de verschillende opties voor
adresinvoer.
Directe invoer bestemming
Druk op het invoerveld op de boven‐
ste menuregel. Er verschijnt een toet‐
senbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 18.
Voer een adres of zoekterm in en
bevestig uw invoer.
Er worden twee lijsten met mogelijke
bestemmingen aangemaakt. Druk op
de bovenste schermregel op het
tabblad Adres of POI om tussen de
lijsten te wisselen.
Adreslijst:POI-lijst:
Ga voor een uitgebreide beschrijving
van de POI's naar "Invoer POI's" hier‐
onder.
Page 56 of 191
56NavigatieSelecteer een van de bestemmingen.
Het scherm met de bestemmingsde‐ tails wordt weergegeven.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.
Invoerscherm voor adres
Selecteer ADRES. Het scherm
Adres-invoer verschijnt.
Druk op een van de invoervelden
naast de adreslabels. Er verschijnt
een toetsenbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 18.
Voer de gewenste bestemmingsge‐
gevens in.
Let op
U hoeft het scherm niet volledig in te
vullen.
Selecteer 9 rechtsboven in het
scherm om uw invoer te bevestigen.
Zijn er bij de ingevoerde informatie
meerdere bestemmingen mogelijk, dan wordt er een lijst met mogelijke
bestemmingen getoond. Selecteer het gewenste adres.
Het scherm met de bestemmingsde‐ tails wordt weergegeven.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u Gaan.
Invoerscherm voor kruispunt
Selecteer KRUISING . Het scherm
Kruising-invoer verschijnt.
Druk op een van de invoervelden
naast de adreslabels. Er verschijnt
een toetsenbord.