Page 153 of 191
Inleiding..................................... 154
Basisbediening .......................... 161
Radio ......................................... 165
Externe apparaten .....................170
Spraakherkenning ......................173
Telefoon ..................................... 174
Trefwoordenlijst ......................... 182R300 BT
Page 154 of 191

154InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............154
Antidiefstalfunctie ......................155
Overzicht bedieningselementen 156
Gebruik ...................................... 159Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op verschillende favorie‐
tenpagina's een groot aantal zenders
opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten; via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Het digitale geluidssysteem heeft diverse vooraf ingestelde equalizer‐
modi, waarmee u het geluid kunt opti‐ maliseren.
Ook is het infotainmentsysteem uitge‐
voerd met een Telefoonportaal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐
bel in de auto kunt gebruiken.
Als optie kunt u het infotainmentsys‐
teem gebruiken met de bedienings‐
elementen op het stuurwiel, of – als
uw mobiele telefoon dit ondersteunt –
via het spraakherkenningssysteem.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het info‐
tainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u
het infotainment-systeem bedient.
Page 155 of 191
Inleiding155Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 156 of 191
156InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 157 of 191

Inleiding1571X......................................... 159
Indien uitgeschakeld: kort
indrukken: inschakelen
Indien ingeschakeld: kort
indrukken: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 RADIO
Radio inschakelen of van
golfband wisselen ...............165
3 MEDIA
Media activeren of naar
andere mediabron gaan ......171
4 t v
Radio: kort indrukken:
naar vorige of volgende
station; indrukken en
vasthouden: omlaag of
omhoog zoeken ..................165
Externe apparaten: kort
indrukken: naar vorige of
volgende nummer;
indrukken en vasthouden:
snel terug of vooruit ............1715PHONE
Kort indrukken:
telefoonmenu openen .........174
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 173
6 BACK
Menu: een niveau terug ......161
Invoer: laatste teken of complete invoer wissen ......161
7 MENU ................................. 161
Draaien: schermtoetsen of
menuopties markeren;
numerieke waarden instellen
Druk op: een gemarkeerde
schermtoets of menuoptie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; schakel naar
andere insteloptie; open
toepassingsspecifiek
menu (indien beschikbaar)8 Softkeys
Favorieten: druk op:
selecteer favorieten;
indrukken en vasthouden:
zenders als favoriet
opslaan ............................... 166
Menu: indrukken:
desbetreffende
schermtoets selecteren .......161
9 FAV
Indrukken: favorietenbalk
weergeven .......................... 166
Page 158 of 191

158InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 174
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 177
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: kort indrukken:
omschakelen tussen
gesprekken ......................... 177
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 173
2 SRC (bron).......................... 159
Indrukken: audiobron
selecteren ........................... 159
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 165
Bij actieve telefoonportal
en geopende
gesprekslijst: omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst te selecteren ....................... 177
3 w
Volume verhogen ................1594─
Volume verlagen .................159
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........177
of gesprekslijst sluiten .........177
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 173
of mute in-/uitschakelen ......159
Page 159 of 191

Inleiding159GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het info‐
tainmentsysteem 3 156
● audioknoppen op het stuurwiel 3 156
● de spraakherkenning 3 173
Het infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellenDraai aan m; de actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 162.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 162
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van
het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of tussen de
verschillende golfbanden te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 165.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat (bijv. USB-apparaat
of Bluetooth-apparaat) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van externe apparaten 3 170.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een
verbinding verschijnt het hoofdmenu
van de telefoonmodus.
Page 160 of 191
160InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 177.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bijbehorend menu. Voor een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het info‐
tainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 175.