Page 49 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-4
6
DAU71361
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
NR. ITEM
1*Diagnostische sy-
steemcontrole• Voer dynamische inspectie uit
met Yamaha diagnosegereed-
schap.
• Controleer de storingscodes.√√√√√√
2*Luchtfilterelement• Vervangen.√√
3Aftapslang luchtfil-
terhuis• Reinigen.√√√√√
4*Luchtfilterelement
in v-snaarbehui-
zing• Reinigen.
• Vervang indien nodig.√√√√√
5*Vo or re m• Controleer de werking, het vloei-
stofniveau en op vloeistoflekka-
ge.
• Vervang de remblokken indien
nodig.√√√√√√
6*Achterrem• Controleer de werking, het vloei-
stofniveau en op vloeistoflekka-
ge.
• Vervang de remblokken indien
nodig.√√√√√√
7*Remslangen• Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.√√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
8*Remvloeistof• Verversen. Elke 2 jaar
9*Wielen• Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.
• Vervang indien nodig.√√√√
10*Banden• Controleer op slijtage en be-
schadigingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.√√√√√
11*Wiellagers• Controleer op speling of be-
schadigingen.√√√√X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
16121824
0.63.5710.514
U2DMD3D0.book Page 4 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 50 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-5
6
12*Balhoofdlagers• Controleer of de lagers loszitten.√√√√
• Smeren met gematigde hoeveel-
heid lithiumvet.√
13*Framebevestigin-
gen• Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√√
14Scharnieras van
voorremhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
15Scharnieras van
achterremhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
16Zijstandaard, mid-
denbok• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.√√√√√
17*Zijstandaardscha-
kelaar• Controleer de werking en ver-
vang indien nodig.√√√√√√
18*Vo or v o rk• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
• Vervang indien nodig.√√√√
19*Schokdemperunits• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
• Vervang indien nodig.√√√√
20 Motorolie• Verversen (warm de motor op al-
vorens olie af te tappen).Bij het eerste interval en wan-
neer de indicator olieverver-
sing gaat knipperen of branden
• Controleer het olieniveau en
controleer de machine op olie-
lekkage.Elke 3000 km (1800 mi)
21 Oliefilterelement• Vervangen.√√√
22*Eindoverbren-
gin
gsolie• Controleer de machine op olie-
lekkage.√√√√√
• Verversen.√√√
23*Koelsysteem• Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.√√√√√
• Verversen. Elke 3 jaar
24*V- s n a a r• Vervangen.Wanneer de indicator V-snaar-
vervanging knippert [elke
18000 km (10500 mi)] NR. ITEM
X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 miKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
16121824
0.6 3.5 7 10.5 14
U2DMD3D0.book Page 5 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 51 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-6
6
DAU72780
OPMERKING
Motorluchtfilter en luchtfilters van V-snaarbehuizing
• Het motorluchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement.
Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te voorkomen.
• Het motorluchtfilterelement moet vaker worden vervangen en de luchtfilterelemen-
ten van de V-snaarbehuizing moeten vaker worden gereinigd bij rijden in zeer stof-
fige of vochtige gebieden.
Hydraulisch remsysteem
• Ververs na het demonteren van de remhoofdcilinders en remklauwen altijd de rem-
vloeistof. Controleer regelmatig de remvloeistofniveaus en vul de reservoirs indien
nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de
remklauwen worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn ge-
scheurd of beschadigd.
25*Voor- en achter-
remschakelaar• Controleer de werking.√√√√√√
26*Bewegende delen
en kabels•Smeren.√√√√√
27*Gasgreephuis en
gaskabel• Controleer werking en vrije slag.
• Stel de vrije slag van de gaska-
bel af indien nodig.
• Smeer het gasgreephuis en de
gaskabel.√√√√√
28*Lampen, richting-
aanwijzers en
schakelaars• Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√√ NR. ITEM
X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
16121824
0.63.5710.514
U2DMD3D0.book Page 6 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 52 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-7
6
DAU18773
Panelen verwijderen en aanbren-
gen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeel-
de panelen worden verwijderd. Neem deze
paragraaf telkens door om een paneel te
verwijderen of aan te brengen.
DAUM3340
Paneel A
Om het paneel te verwijderen
1. Open het voorste opbergcomparti-
ment A. (Zie pagina 3-19.)
2. Verwijder de schroef en trek dan het
paneel los.Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroef aan.
Paneel B
Om het paneel te verwijderen
1. Open het voorste opbergcomparti-
ment B. (Zie pagina 3-19.)
2. Verwijder de schroef en trek dan het
paneel los.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroef aan.
1. Paneel A
2. Paneel B
1. Paneel C
ZAUM1022
1
2
ZAUM1021
1
1. Paneel A
2. Schroef
1. Paneel B
2. Schroef
ZAUM1046
1
2
ZAUM1047
1
2
U2DMD3D0.book Page 7 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 53 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-8
6
Paneel C
Om het paneel te verwijderen
1. Verwijder de drukclip en trek vervol-
gens het onderste stroomlijnpaneel
los zoals afgebeeld.
OPMERKING
De drukclip wordt losgehaald door met een
schroevendraaier de pen op het midden in
te drukken en dan de drukclip los te trek-
ken.
2. Verwijder de schroeven van het
stroomlijnpaneel en trek het dan los.
3. Verwijder de bouten van de accusteun
en trek deze dan los.
4. Verwijder de eenheid van de accus-
teun en het paneel door deze los te
trekken zoals afgebeeld.Om het paneel aan te brengen
1. Plaats de eenheid van de accusteun
en het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bouten aan.
2. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
3. Plaats het onderste stroomlijnpaneel
in de oorspronkelijke positie en breng
dan de drukclip aan.
OPMERKING
Om de drukclip te bevestigen wordt de pen
teruggedrukt zodat deze uitsteekt uit de
kop van de drukclip; steek dan de drukclip
in het onderste stroomlijnpaneel en druk de
uitstekende pen naar binnen tot deze gelijk
ligt met de kop van de clip.
1. Stroomlijnpaneel
2. Drukclip (na verwijdering)
1. Schroef
2. Stroomlijnpaneel
ZAUM1042
1
2
ZAUM1043
2
1
1
1. Paneel C
2. Steun
3. Bout
ZAUM1045
13
2
3
U2DMD3D0.book Page 8 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 54 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-9
6
DAUM3360
Bougie controleren
De bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat gemakkelijk te controleren is. Door
hitte en aanslag slijten bougies op de lange
duur. Daarom moeten bougies worden ver-
wijderd en gecontroleerd volgens het peri-
odieke onderhouds- en smeerschema.
Bovendien kan aan het uiterlijk van de bou-
gie de conditie van de motor worden afge-
lezen.
De bougie verwijderen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Open het zadel. (Zie pagina 3-18.)
3. Verwijder het achterste opbergcom-
partiment door de bouten te verwijde-
ren.
4. Verwijder de bougiedop.5. Verwijder de bougie zoals getoond
met behulp van de bougiesleutel in de
boordgereedschapsset.
Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen isolator
rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als nor-
maal met het voertuig wordt gereden).
OPMERKING
Wanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet naar
behoren. Probeer dergelijke problemen niet
zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan
uw machine nakijken door een Yamaha
dealer.
2. Controleer de bougie op afslijting van
de elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang in-
dien nodig de bougie.
3. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
1. Opbergcompartiment
2. Bout
3. Rubber dop
1. Bougiedop
ZAUM1040
23
1
ZAUM1117
1
1. Bougiesleutel
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR9E
ZAUM1118
1
U2DMD3D0.book Page 9 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 55 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-10
6
De bougie monteren
1. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
2. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4…1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
3. Installeer de bougiedop.
4. Plaats het achterste opbergcomparti-
ment in de oorspronkelijke positie en
breng de bouten aan.
5. Sluit het zadel.
DAUM3332
Motorolie
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema en wanneer het con-
trolelampje olieverversingstermijn gaat
branden.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de scooter op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie
tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
1. Elektrodenafstand
Elektrodenafstand:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment:
Bougie:
12.5 N·m (1.25 kgf·m, 9.04 lb·ft)
1
1. Olievuldop
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
3
2
1
ZAUM0685
U2DMD3D0.book Page 10 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 56 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-11
6
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en
draai dan de olievuldop vast.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van het oliefilterele-
ment)
1. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het carter te laten
stromen.
4. Controleer of de onderlegring van de
aftapplug beschadigd is en vervang
hem indien nodig.OPMERKING
Sla de stappen 5…9 over als het oliefilterele-
ment niet wordt vervangen.
5. Verwijder het oliefilterdeksel door de
bouten te verwijderen.
6. Verwijder het oliefilterelement en de o-
ring.
7. Controleer de o-ring op beschadiging
en vervang hem indien nodig.
8. Monteer het nieuwe oliefilterelement
en een o-ring.
9. Monteer het oliefilterdeksel door de
bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
1. Olieaftapplug
1. Olieaftapplug
2. Ring
ZAUM11191
1
2
ZAUM0129
1. Oliefilterdeksel
1. Oliefilterelement
2. O-ring
3. Oliefilterdeksel
Aanhaalmoment:
Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 N·m (1.0 kgf·m, 7.2 lb·ft)
ZAUM11201
1
2
3
ZAUM0712
U2DMD3D0.book Page 11 Friday, May 27, 2016 8:44 AM