Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
3
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU1068BLOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
Om het stuur te ontgrendelen
DAU59680 (Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.
DAU49399
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11032Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11354Waarschuwingslampje brandstofniveau
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau daalt tot be-
neden ca. 2.5 L (0.66 US gal, 0.55 Imp.gal).
Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof
bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
1. Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
2. Controlelampje grootlicht “ ”
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
4. Waarschuwingslampje brandstofniveau
“”
5. Controlelampje startblokkering “ ”
6. ABS-waarschuwingslampje “ ”
ZAUM109823456
98765432111 10
12
0
1000r/minx
km/h
E
FCH
kmOdoOdoSELECTRESET
11
ABS
U2DMD3D0.book Page 3 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-12
3
rende waarschuwingslampjes of
-indicatoren, de onderstaande waarschu-
wingsberichten weergegeven.
L FUEL (weinig brandstof)
H TEMP (hoge koelvloeistoftempera-
tuur)
L BATT (lage accuspanning)
H BATT (hoge accuspanning)
ICE (mogelijk gladde wegomstandig-
heden)
OIL SERV (olieonderhoud vereist)
V-BELT SERV (onderhoud V-snaar
vereist)
Temperatuurmeter koelvloeistof
Deze meter geeft de temperatuur aan van
de koelvloeistof, en daarmee van de motor.
De koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk
van de weersomstandigheden en de mo-
torbelasting. Als het segment, “H” en de
waarschuwingsindicator voor koelvloei-
stoftemperatuur gaan knipperen, stop de
machine dan en laat de motor afkoelen.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU1234K
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAU12352Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
OPMERKING
Als de dimlichtschakelaar is ingesteld
op Ž, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU12401Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
ZAUM11151
CH
km
Trip
1. Lichtsignaalschakelaar Ž
2. Dimlichtschakelaar / Ž
3. Richtingaanwijzerschakelaar / Ž
4. Claxonschakelaar Ž
1.
2. Schakelaar alarmverlichting Ž
3. Startknop Ž
I
N
FOTRI
P
1
3 2
U2DMD3D0.book Page 12 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-13
3
DAU12461Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
D r u k de z e s ch ak el aa r na ar “ ” o m afs l a an
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12722Startknop “ ”
Druk met de zijstandaard omhoog op deze
knop terwijl u de voor- of achterrem be-
krachtigt om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 5-2 voor startin-
structies voordat u de motor start.
DAU41701Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12735Schakelaar alarmverlichting“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ont-
laden.
DAUM3720Schakelaar Trip/info “TRIP/INFO”
Met deze schakelaar wijzigt u instellingen
en de weergave van de multifunctionele
meter. Zie pagina 3-5 voor meer informatie.
U2DMD3D0.book Page 13 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Periodiek onderhoud en afstelling
6-29
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekeringenkastje
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Zekering elektronische regeleenheid
3. Backup-zekering
4. Zekering signaleringssysteem
5. Koplampzekering
6. Zekering ontstekingssysteem
7. Reservezekering
8. Zekering alarmverlichtingssysteem
9. Zekering ABS-regeleenheid
10.Zekering ABS-motor
11.Zekering van de ABS-solenoïdeklep
ZAUM1036
1
ZAUM1129
101010
203030
7
7
11
123
4
56
20 10
20
1010 10107.5
7.5
9
10
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering richtingaanwijzer/alarm-
verlichting:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid:
10.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U2DMD3D0.book Page 29 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Specificaties
8-3
8
Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magneten
Accu:
Model:
GT9B-4
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.0 Ah
Koplamp:
Type gloeilamp:
Halogeenlamp
Gloeilampen voltage, wattage × aantal:
Koplamp:
12 V, 55.0 W × 2
Remlicht/achterlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje:
LED
Zekering:
Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 AZekering richtingaanwijzer/alarmverlichting:
10.0 A
Zekering ECU (elektronische regeleenheid):
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
10.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
20.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U2DMD3D0.book Page 3 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
10-1
10
Index
A
Aandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
ABS ....................................................... 3-15
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accu ...................................................... 6-27
Achterlicht/remlichtunit ......................... 6-31
B
Banden ................................................. 6-18
Bougie, controleren ................................ 6-9
Brandstof .............................................. 3-16
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-5
C
Claxonschakelaar ................................. 3-13
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-4
D
De motor starten ..................................... 5-2
Diagnosestekkers ................................... 9-2
Dimlichtschakelaar................................ 3-12
E
Eindoverbrengingsolie .......................... 6-13
G
Gasgreep en gaskabel, controleren
en smeren ........................................... 6-24
Gegevensregistratie, voertuig ................. 9-2
Gereedschapsset.................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-33
Gloeilamp richtingaanwijzer (achter),
vervangen ........................................... 6-32
I
Identificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-5
K
Kabels, controleren en smeren ............. 6-23
Klepspeling ........................................... 6-17
Koelvloeistof ......................................... 6-14
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-30
L
Lichtsignaalschakelaar ......................... 3-12
Luchtfilterelementen luchtfilter en
v-snaarbehuizing ................................ 6-15
M
Matkleur, let op ....................................... 7-1Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ....................... 6-25
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie .............................................. 6-10
Multifunctionele meter ............................ 3-5
O
Onderhoud en smering, periodiek.......... 6-4
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Opbergcompartimenten ....................... 3-19
P
Panelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-7
Parkeerlichtgloeilampen ....................... 6-30
Parkeren ................................................. 5-6
Plaats van de onderdelen....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-33
R
Remhendel, achterrem ......................... 3-14
Remhendels, smeren ........................... 6-24
Remmen ................................................. 5-4
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-22
Remvloeistof, verversen ....................... 6-23
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-13
S
Schakelaar alarmverlichting ................. 3-13
Schakelaar Info..................................... 3-13
Schokdemperunits, afstellen ................ 3-20
Serienummer motorblok......................... 9-1
Sneller en langzamer rijden .................... 5-3
Specificaties ........................................... 8-1
Stalling.................................................... 7-4
Startblokkeersysteem ............................ 3-1
Startknop.............................................. 3-13
Startspersysteem ................................. 3-22
Storingzoekschema’s ........................... 6-34
Stuurschakelaars .................................. 3-12
Stuursysteem, controleren ................... 6-26
T
Tankdop ............................................... 3-16
U
Uitlaatkatalysatoren.............................. 3-18
V
Veiligheidsinformatie .............................. 1-1
Verzorging .............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer .................. 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren ......................................... 6-21
Voorremhendel ..................................... 3-14
Voorste richtingaanwijzer ..................... 6-31
Voorvork, controleren ........................... 6-25
Vrije slag van gasgreep, controleren .... 6-17
U2DMD3D0.book Page 1 Friday, May 27, 2016 8:44 AM