Page 17 of 94

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
3
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU1068BLOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
Om het stuur te ontgrendelen
DAU59680 (Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.
DAU49399
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11032Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11354Waarschuwingslampje brandstofniveau
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau daalt tot be-
neden ca. 2.5 L (0.66 US gal, 0.55 Imp.gal).
Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof
bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
1. Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
2. Controlelampje grootlicht “ ”
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
4. Waarschuwingslampje brandstofniveau
“”
5. Controlelampje startblokkering “ ”
6. ABS-waarschuwingslampje “ ”
ZAUM109823456
98765432111 10
12
0
1000r/minx
km/h
E
FCH
kmOdoOdoSELECTRESET
11
ABS
U2DMD3D0.book Page 3 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 18 of 94

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
3
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU11486Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Als dit zich voordoet, vraag dan
een Yamaha-dealer de machine te contro-
leren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAUU1810ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-15 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden,
of als het waarschuwingslampje tijdens
het rijden gaat branden of knipperen,
keert het remsysteem terug naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaande gevallen zich voordoet, of
als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat branden, rij dan extra voorzich-
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
OPMERKING
Het ABS-waarschuwingslampje kan gaan
branden wanneer er gas wordt gegeven
terwijl de machine op de middenbok staat.
Er is dan echter geen sprake van een sto-
ring.
DAUM3621Controlelampje startblokkering“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleemABS
U2DMD3D0.book Page 4 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 19 of 94

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-5
3
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
OPMERKING
Als het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
DAUM3831
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een toerenteller
een brandstofniveaumeter
een klok
een kilometerteller en ritteller
een multifunctioneel display
een temperatuurmeter koelvloeistof
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de toets “SELECT”,
“RESET”, “TRIP” en “INFO” gebruikt.
1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. “SELECT”-toets
4. “RESET”-toets
5. Multifunctioneel display
6. Klok
7. Brandstofniveaumeter
8. “TRIP/INFO”-schakelaar
9. Weergave koelvloeistoftemperatuur
ZAUM1099
3
98765432111 10
12
0
1000r/minx
km/h
E
FCH
kmOdo
AirA
veCo
ns
OilV- Be
ltTi
meTripOdoSELECTRESETF
465
7
21
8
9INFOTRIP
U2DMD3D0.book Page 5 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 20 of 94

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-6
3
Als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, verschijnen alle segmenten
kort op het multifunctionele display
om het elektrische circuit te testen. De
snelheidsmeter en kilometerteller voe-
ren een displaycontrole uit en er
schuift een welkomstbericht over het
multifunctionele display.
De waarden voor rijsnelheid, afgeleg-
de afstand en brandstofverbruik wor-
den weergegeven in kilometers.
Voor Verenigd Koninkrijk: de waarden
voor rijsnelheid, afgelegde afstand en
brandstofverbruik kunnen worden
weergegeven in mijlen. U kunt als
volgt schakelen tussen kilometers en
mijlen: houd de schakelaar “SELECT”
ingedrukt, zet het contactslot op “ON”
en houd de schakelaar “SELECT” nog
8 seconden ingedrukt.
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
de machine aan.
Toerenteller
Met de toerenteller kunt u het motortoeren-
tal controleren en dit binnen het ideale be-
reik houden.
LET OP
DCAM1150
Laat de motor niet draaien in de hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Hogetoerenzone: 10000 tpm en hoger
Brandstofniveaumeter
Als de contactsleutel op “ON” staat, geeft
de brandstofniveaumeter de hoeveelheid
brandstof in de brandstoftank aan. De dis-
playsegmenten van de brandstofniveau-
meter beginnen bij “F” (vol) en verdwijnen
richting “E” (leeg) naarmate het brandstof-
niveau verder daalt. Wanneer het brand-
stofniveau laag is, gaan het
brandstofpictogram “ ” en het laatste
segment knipperen. Vul zo snel mogelijk
brandstof bij.
OPMERKING
De brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in het elektri-
sche circuit van de brandstoftank, gaan alle
segmenten van de brandstofniveaumeter
herhaaldelijk knipperen. Als dit zich voor-
doet, vraag dan een Yamaha-dealer de ma-
chine te controleren.
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
ZAUM1101
1
9876543
2
1
11 10
12
0
1000r/minx
km/h
E
F
2
1. Brandstofniveaumeter
2. Waarschuwingsindicator brandstofniveau
3. Ritteller brandstofreserve
ZAUM1102
98765432111 10
12
0
1000r/min
km/h
E
FCH
kmT
ripOdo
SELECTRESET
F
312
U2DMD3D0.book Page 6 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 21 of 94

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-7
3
Klok
De klok op tijd zetten:
1. Houd de toets “SELECT” 3 seconden
ingedrukt zodat de urenaanduiding
gaat knipperen.
2. Stel de uren in met de toets “SE-
LECT”.
3. Houd de toets “SELECT” 3 seconden
ingedrukt zodat de minutenaandui-
ding gaat knipperen.
4. Stel de minuten in met de toets “SE-
LECT”.
5. Houd de toets “SELECT” 3 seconden
ingedrukt om het instellen van de klok
te voltooien.
Kilometerteller- en rittellerweergave
De kilometerteller- en rittellerweergave
heeft de volgende voorzieningen:
een kilometerteller (die de totale af-
stand aangeeft die met de machine is
afgelegd)
een ritteller (die de afgelegde afstand
aangeeft sinds de teller het laatst werd
teruggesteld op nul)
een tijd-ritteller (die de gereden tijd
aangeeft sinds de teller voor het laatst
werd teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het waarschuwingslampje brandstof-
reserve aanging)een olieverversingskilometerteller (die
de afgelegde afstand toont sinds de
motorolie voor het laatst werd ver-
verst)
een V-snaarkilometerteller (die de af-
gelegde weg aangeeft sinds de V-
snaar voor het laatst is vervangen)
Druk op de toets “TRIP” om in de onder-
staande volgorde te schakelen tussen de
weergaven:
Odo (kilometerteller) → Trip (ritteller) →
Trip Time (tijd-ritteller) → Oil (olieverver-
singskilometerteller) → V-Belt (V-snaarkilo-
meterteller) → Odo (kilometerteller)
Als nog ca. 2.5 L (0.66 US gal, 0.55 Imp.gal)
brandstof in de brandstoftank aanwezig is,
wisselt het display automatisch naar
“F Trip”, de brandstofreserve-ritteller, en
wordt de afgelegde afstand vanaf dat punt
aangegeven. Druk in dat geval op de toets
“TRIP” om in de onderstaande volgorde te
schakelen tussen de weergaven:
Odo → Trip → Trip Time → F Trip (ritteller
voor brandstofreserve) → Oil Trip →
V-Belt Trip → Odo
Voor het terugstellen van een standaardrit-
teller (geen olieverversings- of V-snaarkilo-
meterteller), selecteert u deze door op de
toets “TRIP” te drukken totdat “Trip”, “Trip
Time”, “F Trip” wordt weergegeven. Houd
de toets “TRIP” 3 seconden ingedrukt, ter-
wijl “Trip, Trip Time, F Trip” wordt weerge-
geven. Als u de brandstofreserve-ritteller
niet handmatig terugstelt, wordt deze auto-
matisch teruggesteld en verdwijnt deze zo-
dra u na het tanken 5 km (3 mi) hebt
gereden.
OPMERKING
De weergave kan niet worden terug-
gezet naar “F Trip” na het terugstellen.
De ritteller wordt teruggesteld en blijft
tellen nadat 9999.9 is bereikt.
1. “TRIP/INFO”-schakelaar
2. Functieweergave
ZAUM1104CH
km
Odo
Air
OilV- B e l tTimeT
ripOdoF
21
INFOTRIP
U2DMD3D0.book Page 7 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 22 of 94

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-8
3
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999 en kan niet worden terug-
gesteld.
Indicator olieverversing “Oil”
Deze indicator gaat knipperen zodra de
eerste 1000 km (600 mi) zijn afgelegd en
daarna bij 5000 km (3000 mi) en om de
6000 km (3500 mi) om aan te geven dat de
motorolie moet worden ververst. Nadat de
motorolie is ververst moet de indicator olie-
verversing worden teruggesteld.
Terugstellen van de indicator olieverver-
sing
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Druk op de toets “TRIP” totdat “Oil”
(olieverversingskilometerteller) wordt
weergegeven, en houd vervolgens de
toets “RESET” 3 seconden ingedrukt.
De waarde van de olieverversingskilo-
meterteller gaat knipperen.
3. Houd de toets “RESET” 15 tot 20 se-
conden ingedrukt.4. Laat de toets “RESET” los, waarna de
waarde van de olieverversingskilome-
terteller wordt teruggesteld naar nul.
OPMERKING
Als de motorolie werd ververst voordat de
indicator olieverversing brandde (dus voor-
dat de intervalperiode voor olieverversing
was verstreken), moet de indicator na de
olieverversing worden teruggesteld zodat
het eerstvolgende tijdstip voor olieverver-
sing weer correct wordt aangegeven. Volg
de hierboven beschreven procedure om de
indicator olieverversing terug te stellen
voordat het olieverversingsinterval is ver-
streken.
Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden getest.
1.
2. Kijk of de indicator olieverversing een
paar seconden oplicht en dan dooft.
3. Als de indicator olieverversing niet
gaat branden, vraag dan een Yamaha-
dealer het elektrisch circuit te testen.
Indicator V-snaarvervanging “V-Belt”
Deze indicator knippert om de 18000 km
(10500 mi) wanneer de V-snaar moet wor-
den vervangen. Stel de indicator voor V-
snaarvervanging terug nadat de V-snaar is
vervangen.
1. “TRIP/INFO”-schakelaar
2. “RESET”-toets
ZAUM1121CH
kmAir
OilOdo
1
INFOTRIP
2
SELECT RESET
km
1.
ZAUM1122CH
kmAir
OilOdoSELECT RESET
km
Oil
1
U2DMD3D0.book Page 8 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 23 of 94

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-9
3
De indicator voor V-snaarvervanging te-
rugstellen
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Druk op de toets “TRIP” totdat “V-
Belt” (V-snaarkilometerteller) wordt
weergegeven, en houd vervolgens de
toets “RESET” 3 seconden ingedrukt.
De waarde van de V-snaarkilometer-
teller gaat knipperen.
3. Houd de toets “RESET” 15 tot 20 se-
conden ingedrukt.
4. Laat de toets “RESET” los, waarna de
waarde van de V-snaarkilometerteller
wordt teruggesteld naar nul.
OPMERKING
Als de V-snaar wordt vervangen voordat de
indicator brandt, moet u de indicator V-
snaarkilometerteller terugstellen zodat
deze gaat branden bij het volgende juiste
interval.
Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden getest.
1.
2. Kijk of de indicator V-snaarvervanging
een paar seconden oplicht en dan
dooft.
3. Als de indicator V-snaarvervanging
niet gaat branden, vraag dan een
Yamaha-dealer het elektrisch circuit
te testen.
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een omgevingstemperatuurweergave
een weergave voor de accuspan-
ningsmeter
een weergave voor het brandstofver-
bruik (gemiddeld en huidig)
een weergave voor de gemiddelde
snelheid
een waarschuwingsberichtenfunctie
Druk op de toets “INFO” om de weergave
in de onderstaande volgorde te schakelen
tussen de omgevingstemperatuurmodus
“Air”, de accuspanning , het gemiddel-
de brandstofverbruik “Ave/Cons__._km/L”
1. “TRIP/INFO”-schakelaar
2. “RESET”-toets
1. “RESET”-toets
ZAUM1137CH
kmAir
Odo
1
INFOTRIP
2
SELECT RESETV- B el
t
ZAUM1138CH
kmAir
OdoSELECT RESET
km
1
V- B el
t
V- B el
t
1. Omgevingstemperatuur
2. Gemiddelde snelheid
3. Huidig brandstofverbruik
4. Gemiddeld brandstofverbruik
5. Waarschuwingslampje gladde weg Ž
6. Accuspanning
7.
ZAUM1107
CH
AirAveCons
1
2
3
4
5
67INFOTRIP
AveCons
U2DMD3D0.book Page 9 Friday, May 27, 2016 8:44 AM
Page 24 of 94

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-10
3
of “Ave/Cons __._ L/100 km”, het huidige
brandstofverbruik “Cons__._km/L” of
“Cons__._L/100 km” en de gemiddelde
snelheid “Ave”:
Air → → Ave/Cons_ _._ km/L of
L/100 km → Cons__._km/L of L/100 km →
Ave → Air
Voor Verenigd Koninkrijk:
Als de weergave-eenheden zijn ingesteld
op mijlen, wordt de weergave in de onder-
staande volgorde geschakeld wanneer u
op de toets “INFO” drukt.
Air → → Ave/Cons_ _._ MPG →
Cons__._MPG → Ave → Air
Omgevingstemperatuurweergave
Deze weergave toont de omgevingstempe-
ratuur van -10 °C tot 50 °C in stappen van
1 °C. De weergegeven temperatuur kan af-
wijken van de werkelijke omgevingstempe-
ratuur.
OPMERKING
Het waarschuwingslampje gladde
weg Ž gaat knipperen als de tempera-
tuur lager is dan 4 °C.
Accuspanningsweergave
Deze weergave toont de accuspanning van
10.1 volt tot 17.9 volt in stappen van 0.1
volt. De weergegeven spanning kan enigs-
zins afwijken van de werkelijke accuspan-
ning.
OPMERKING
Als het accuwaarschuwingslampje Ž
(lage accuspanning) wordt weergegeven,
moet u de accu laten controleren door een
Yamaha-dealer.
Weergave gemiddeld brandstofverbruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggezet. De weergave van het ge-
middeld brandstofverbruik kan worden in-
ZAUM1108CH
km
Tr i p
ZAUM1109CH
km
T
rip
ZAUM1110CH
km
L/100km
Cons
Oil
km/L
U2DMD3D0.book Page 10 Friday, May 27, 2016 8:44 AM