Page 25 of 92

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-11
3
DAU70900
ABS (voor modellen met ABS)
Het ABS (anti-blokkeervoorziening remsy-
steem) van uw meerwielig leunend voertuig
bevat een elektronisch regelsysteem dat de
voor- en achterrem onafhankelijk van el-
kaar aanstuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendels. Ga in dat geval
door met remmen en laat het ABS-systeem
het werk doen. Ga niet “pompend” rem-
men, dit vermindert de remeffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
zHet ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
zOp bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonder ABS-
systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
zHet ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid aan de voorkant van
het voertuig en wanneer u een rem-
hendel licht aantrekt, voelt u eventueel
een trilling in de hendel. Dit is normaal.
zDit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de rembedieningterwijl ABS actief is. Er is echter speci-
aal gereedschap vereist, dus neem
contact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Voorwielsensor
2. Opneemring voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor
12
12
UBR7D0D0.book Page 11 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM
Page 26 of 92

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-12
3
DAU37473
Tankdop
Om de tankdop te verwijderen
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-15.)
2. Draai de tankdop naar links en trek
hem los.
Om de tankdop aan te brengen
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank en draai
hem rechtsom tot de
merktekens “ ” op de dop en de
tank tegenover elkaar staan.
2. Sluit het zadel.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstof-
lekkage ontstaat brandgevaar.
DAU13222
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens het
tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-1. Tankdop
2. “ ”-merkteken
1
2
2
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
12
UBR7D0D0.book Page 12 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM
Page 27 of 92
![YAMAHA TRICITY 2017 Instructieboekje (in Dutch) Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-13
3
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152 YAMAHA TRICITY 2017 Instructieboekje (in Dutch) Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-13
3
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152](/manual-img/51/51892/w960_51892-26.png)
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-13
3
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU76750
LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
OPMERKING
zDeze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
zControleer bij het tanken of het vulpi-
stool dezelfde markering draagt.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties. Voorgeschreven brandstof:
Normale loodvrije benzine (gasohol
[E10] acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
7.2 L (1.9 US gal, 1.6 Imp.gal)
E10
UBR7D0D0.book Page 13 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM
Page 28 of 92