Page 17 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
3
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet
gaat branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
DAU11486Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Als dit zich voordoet, vraag dan
een Yamaha-dealer de machine te contro-
leren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU69890ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-15 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden,
of als het waarschuwingslampje tijdens
het rijden gaat branden of knipperen,
keert het remsysteem terug naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaande gevallen zich voordoet, of
als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat branden, rij dan extra voorzich-
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
DAUM3440Waarschuwingslampje hoge toeren
Dit waarschuwingslampje gaat bij
9500 tpm knipperen om u te waarschuwen
dat het motortoerental de hogetoerenzone
heeft bereikt. Zodra het motortoerental
10000 tpm bereikt, gaat dit lampje branden
om u te waarschuwen dat u moet opscha-
kelen om motorschade te voorkomen.
Om het waarschuwingslampje hoge toeren
te activeren of deactiveren houdt u de “IN-
FO”-toets ingedrukt, draait u de sleutel
naar “ON” en drukt u op de “SELECT”-
toets wanneer het waarschuwingslampje
hoge toeren begint te knipperen.
OPMERKING
Bij het activeren of deactiveren van het
waarschuwingslampje zal het lampje na het
branden om aan te geven dat de functie is
geactiveerd of uitgaan om aan te geven dat
de functie is gedeactiveerd.
ABS
UBR3D1D0.book Page 3 Monday, August 8, 2016 3:54 PM
Page 18 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
3
DAUM3423
Multifunctionele meter
OPMERKING
Als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, verschijnen alle segmenten
kort op het multifunctionele display
om het elektrische circuit te testen. De
snelheidsmeter, toerenteller, brand-
stofmeter en koelvloeistoftempera-
tuurmeter voeren een displaycontrole
uit en er schuift een welkomstbericht
over het multifunctionele display.Voor Verenigd Koninkrijk: de weerga-
ven van de multifunctionele meter
kunnen worden gewisseld tussen kilo-
meters en mijlen (zie “Snelheidsme-
ter”).
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
de machine weer in kilometer per uur
(km/h).
Voor Verenigd Koninkrijk: om te wisselen
naar mijl per uur (of omgekeerd) doet u het
volgende.
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Houd de “SELECT”-toets en de “RE-
SET”-toets ingedrukt en draai de sleu-
tel naar “ON”. Laat vervolgens de
toetsen los.
3. Gebruik de “SELECT”-toets om te
wisselen tussen kilometers of mijlen
en houd vervolgens de “SELECT”-
toets twee seconden ingedrukt om de
instelling te bevestigen.
1. Schakelaar “INFO”
2. “RESET”-toets
3. “SELECT”-toets
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Toerenteller
3. Brandstofniveaumeter
4. Kilometerteller/ritteller/ritteller
brandstofreserve
5. Klok
6. Snelheidsmeter
7. Multifunctioneel display
Lo1/2ODO
ZAUM1299
SELECTRESET
INFO
km/L/100kmMPGkm/h
MPH
ODOFTRIPx1000r/minOILOIL
23
1
Lo
Hi
1/2
x1000r/min
ZAUM1464
km/h
ODOOIL
123
4567
UBR3D1D0.book Page 4 Monday, August 8, 2016 3:54 PM
Page 19 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-5
3
Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental
weer in aantal toeren per minuut (tpm) van
de krukas.
LET OP
DCAM1150
Laat de motor niet draaien in de hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Hogetoerenzone: 10000 tpm en hoger
Klok
De klok geeft de tijd weer in een 12-uursin-
deling.
De klok instellen
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “SELECT”-toets twee se-
conden ingedrukt en de urenaandui-
ding zal gaan knipperen.
3. Gebruik de “RESET”-toets om de uren
in te stellen.4. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Gebruik de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
6. Druk op de “SELECT”-toets om de in-
stellingen te bevestigen en de klok
aan te zetten.
OPMERKING
Door bij het instellen van de uren en minu-
wordt de waarde met één tegelijk ver-
hoogd. U kunt de toets ook ingedrukt hou-
den om de waarde doorlopend te
verhogen.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als het brandstofniveau laag wordt,
gaat het laatste segment knipperen en gaat
het waarschuwingslampje brandstofniveau
“ ” branden (het bericht “LOW FUEL”
wordt ook weergegeven). Vul zo snel mo-
gelijk brandstof bij.
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
1. Klok
x1000r/min
ZAUM1301
km/h
1
2
1/2
ZAUM1302
ODOTRIP1
1
1. Brandstofniveaumeter
2. Waarschuwingslampje brandstofniveau
3. Ritteller brandstofreserve
4. Informatieweergave
Lo
Hi
1/2
x1000r/min
ZAUM1303
km/h
FTRIP
21
34
UBR3D1D0.book Page 5 Monday, August 8, 2016 3:54 PM
Page 20 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-6
3
OPMERKING
Als er een storing is in het elektrische circuit
van de brandstofniveaumeter, knipperen
de segmenten van de brandstofniveaume-
ter herhaaldelijk acht keer met tussenpau-
zes van 3 seconden. Vraag als dit zich
voordoet uw Yamaha dealer om de machi-
ne te controleren.
Temperatuurmeter koelvloeistof
De temperatuurmeter van de koelvloeistof
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
en daarmee van de motor aan. Als de koel-
vloeistoftemperatuur de bovenste limiet
bereikt, gaat het tweede segment vanaf de
top knipperen. Verminder als dit gebeurt de
belasting van de motor door met een ge-
matigde snelheid te rijden, op een laag toe-
rental, totdat de koelvloeistoftemperatuur
daalt. Als de bovenste twee segmenten
en “ ” gaan knipperen (het bericht “HIGH
TEMP” wordt ook weergegeven), zet dan
de machine stil en laat de motor afkoelen.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden
en de motorbelasting.
De radiatorkoelvin schakelt automa-
tisch in of uit, afhankelijk van de koel-
vloeistoftemperatuur.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-39 nadere instructies ver-
meld.
Kilometerteller- en rittellerweergave
De kilometerteller- en rittellerweergave
heeft de volgende functionaliteiten:
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave tussen de kilometer-
teller en rittellers, in de onderstaande volg-
orde:
ODO (kilometerteller) → TRIP 1 (ritteller) →
TRIP 2 (ritteller) → ODO (kilometerteller)
1. Waarschuwingsindicator
koelvloeistoftemperatuur “ ”
2. Informatieweergave
3. Temperatuurmeter koelvloeistof
Lo
Hi
ZAUM1304
31
2
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller
brandstofreserve
1/2
ZAUM1305
TRIP1
1
UBR3D1D0.book Page 6 Monday, August 8, 2016 3:54 PM
Page 21 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-7
3
Als nog ca. 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)
brandstof in de brandstoftank aanwezig is,
wisselt het display automatisch naar de
brandstofreserve-ritteller “F TRIP” en wordt
de afgelegde afstand vanaf dat punt aan-
gegeven. Druk in dat geval op de “SE-
LECT”-toets om de weergave te wisselen in
de onderstaande volgorde:
F TRIP → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 →
F TRIP
Om een ritteller handmatig terug te stellen,
selecteert u deze met de “SELECT”-toets
en houdt u vervolgens de “RESET”-toets
twee seconden ingedrukt.
OPMERKING
De brandstofreserve-ritteller wordt
automatisch teruggesteld en verdwijnt
nadat u hebt bijgetankt en de sleutel
naar “OFF” hebt gedraaid.
De rittellers worden automatisch te-
ruggesteld en blijven tellen nadat
999.9 is bereikt.
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 199999 en kan niet worden terug-
gesteld.
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display kan het vol-
gende weergeven:
huidig brandstofverbruik
gemiddeld brandstofverbruik
gemiddelde snelheid
verstreken rittijd
afgelegde afstand sinds de laatste
olieverversing
waarschuwings- en onderhoudsbe-
richten
Druk op de “INFO”-toets om te wisselen
tussen de weergaven voor gemiddeld
brandstofverbruik “C Ave__._km/L” of “C
Ave __._ L/100 km”, huidig brandstofver-
bruik “C INS__._km/L” of “C INS__._L/100
km”, verstreken rittijd “TRIP TIME _h
__min”, gemiddelde snelheid “AVE
SPEED/__km/h” en ritteller voor olieverver-
sing (afgelegde afstand sinds de laatste
olieverversing) “DIST SERV/__km” in de
onderstaande volgorde:
C Ave__._km/L → C Ave __._ L/100 km →
C INS__._km/L → C INS__._L/100 km →
TRIP TIME _h __min → AVE
SPEED/__km/h → DIST SERV/__km
Voor het Verenigd Koninkrijk, wanneer mij-
len is geselecteerd:
Druk op de “INFO”-toets om te wisselen
tussen de weergaven voor gemiddeld
brandstofverbruik “C Ave__._mpg”, huidig
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
1/2
ZAUM1306
F TRIP
1
1. Multifunctioneel display
Lo
Hi
ZAUM1307km/L
OIL
1
UBR3D1D0.book Page 7 Monday, August 8, 2016 3:54 PM
Page 22 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-8
3
brandstofverbruik “C INS__._mpg”, ritteller
“TRIP TIME _h __min”, gemiddelde snel-
heid “AVE SPEED/__mph” en ritteller voor
olieverversing (afgelegde afstand sinds de
laatste olieverversing) “DIST SERV/__km”
in de onderstaande volgorde:
C Ave__._mpg → C INS__._mpg → TRIP
TIME _h __min → AVE SPEED/__mph →
DIST SERV/__miles
Gemiddeld brandstofverbruik “C AVE”
Het gemiddelde brandstofverbruik kan
worden weergegeven in “AVE_ _._ km/L” of
“AVE_ _._ L/100 km”, of in “AVE_ _._ MPG”
voor het Verenigd Koninkrijk.
“AVE_ _._ km/L”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
L brandstof.
“AVE_ _._ L/100 km”: De gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen.
“AVE_ _._ MPG”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.
OPMERKING
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen,
houdt u de “RESET”-toets twee se-
conden ingedrukt. De kilometerteller-
en rittellerweergave moet zijn inge-
steld op “ODO”, anders wordt in
plaats daarvan de ritteller terugge-
steld.Nadat u de weergave voor gemiddeld
brandstofverbruik hebt teruggesteld,
wordt “_ _._” weergegeven totdat een
voldoende grote afstand met de ma-
chine is gereden.
Huidige brandstofverbruik “C INS”
Het huidige brandstofverbruik kan worden
weergegeven in “km/L” of “L/100 km”, of in
“MPG” voor het Verenigd Koninkrijk.
“km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof.
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rij-
omstandigheden 100 km af te leggen.
“MPG”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 Imp.gal brandstof.
OPMERKING
Bij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
Lo
Hi
ZAUM1309km/L L/100km
Lo
Hi
ZAUM1308km/L L/100km
UBR3D1D0.book Page 8 Monday, August 8, 2016 3:54 PM
Page 23 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-9
3
Gemiddelde snelheid “AVE SPEED”
De gemiddelde snelheid wordt weergege-
ven in “AVE SPEED_ _._ km/h”. Voor het
Verenigd Koninkrijk wordt, wanneer mijlen
is ingesteld, in plaats daarvan “AVE SPEED
__._ mph” weergegeven.
“AVE SPEED_ _._ km/h”: Uw gemid-
delde rijsnelheid in kilometers per uur.
“AVE SPEED_ _._ mph”: Uw gemid-
delde rijsnelheid in mijlen per uur.
OPMERKING
De weergave voor gemiddelde snel-
heid wordt automatisch teruggesteld
4 uur nadat de sleutel voor het laatst
naar “OFF” is gedraaid.
Om de weergave van de gemiddelde
snelheid handmatig terug te stellen,
houdt u de “RESET”-toets twee se-
conden ingedrukt. De kilometerteller-
en rittellerweergave moet zijn inge-
steld op “ODO”, anders wordt in
plaats daarvan de ritteller terugge-
steld.
Rittijdteller “TRIP TIME”
Deze functie registreert de verstreken tijd
van uw huidige rit, of sinds de teller voor het
laatst werd teruggesteld. De rittijd wordt
weergegeven in “_h _min” (uren en minu-
ten).
OPMERKING
De rijttijdteller wordt automatisch te-
ruggesteld 4 uur nadat de sleutel voor
het laatst naar “OFF” werd gedraaid.
Om de rittijdteller handmatig terug te
stellen, houdt u de “RESET”-toets
twee seconden ingedrukt. De kilome-
terteller- en rittellerweergave moet zijn
ingesteld op “ODO”, anders wordt in
plaats daarvan de ritteller terugge-
steld.
Ritteller olieverversing “DIST SERV”
Lo
Hi
ZAUM1310
Lo
Hi
ZAUM1311
ZAUM1449
Lo
Hi
UBR3D1D0.book Page 9 Monday, August 8, 2016 3:54 PM
Page 24 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-10
3
Deze functie geeft de afgelegde afstand
weer sinds de olie voor het laatst werd ver-
verst. De teller wordt teruggesteld wanneer
de indicator olieverversing wordt terugge-
steld.
Indicator olieverversing “OIL”
Deze indicator gaat knipperen (het bericht
“OIL SERV” wordt ook weergegeven) om
aan te geven dat de motorolie moet worden
ververst. De indicator gaat knipperen bij het
eerste onderhoudsinterval na 1000 km
(600 mi), na de volgende 2000 km (1200 mi)
en vervolgens bij elke 3000 km (1800 mi).
Nadat de motorolie is ververst moet de in-
dicator olieverversing worden teruggesteld.
Zorg om de indicator olieverversing terug te
stellen dat de kilometerteller- en ritteller-
weergave op “ODO” staat en houd dan de
“RESET”-toets twee seconden ingedrukt
totdat het bericht “OIL SERV” knippert.
Houd vervolgens de “RESET”-toets 15 se-
conden ingedrukt.
OPMERKING
Als de motorolie wordt ververst voordat de
indicator olieverversing gaat branden (dus
voordat het olieverversingsinterval is ver-
streken), moet de indicator worden terug-
gesteld om het eerstvolgende tijdstip voor
olieverversing weer correct aan te geven.
Zorg in dat geval dat de kilometerteller- en
seconden ingedrukt totdat het bericht
verversing worden ook teruggesteld.
Indicator lage accuspanning“”
Deze indicator knippert (het bericht “LOW
BATT” wordt ook weergegeven) als de ac-
cuspanning daalt tot onder 10 volt.
OPMERKING
Controleer als de indicator lage accuspan-
ning gaat branden de accu en laad deze in-
dien nodig op. (Zie pagina 6-30.)
Waarschuwings- en onderhoudsberich-
ten
Deze functie werkt samen met de brand-
stofmeter, koelvloeistoftemperatuurmeter,
indicator olieverversing en indicator lage
accuspanning door een overeenkomend
waarschuwings- of onderhoudsbericht
weer te geven. Druk als twee of meer be-
ZAUM1450
Lo
Hi
OIL
Lo
Hi
ZAUM1313
Lo
Hi
ZAUM1315
UBR3D1D0.book Page 10 Monday, August 8, 2016 3:54 PM