86_EE (OM18071E)
26
Black box
Deze auto is uitgerust met een black box. De belangrijkste taak van de black
box is om bij bepaalde aanrijdingen of bijna-aanrijdingen, bijvoorbeeld wanneer
de airbag wordt geactiveerd of er tegen een obstakel wordt gereden, gegevens
op te slaan waarmee kan worden achterhaald hoe de systemen van de auto
hebben gefunctioneerd. De black box is ontworpen om gedurende korte tijd,
meestal 30 seconden of minder, gegevens op te slaan met betrekking tot het
dynamische gedrag en de veiligheidssystemen van de auto.
<0027004800030045004f00440046004e000300450052005b0003004c0051000300470048005d0048000300440058005700520003004c00560003005200510057005a005200550053004800510003005200500003004a0048004a0048005900480051005600
030052005300030057004800030056004f0044004400510003>zoals:
• Hoe de diverse systemen in uw auto functioneerden;
• Of en hoe ver de bestuurder het gaspedaal en/of het rempedaal heeft
ingetrapt; en
• Hoe hard de auto reed.
Deze gegevens kunnen inzicht geven in de omstandigheden waaronder de
aanrijding plaatsvond en welk letsel daarbij optrad.
OPMERKING: De black box slaat uitsluitend gegevens op wanneer er een
aanrijding plaatsvindt; de black box slaat onder normale rijomstandigheden
dus geen gegevens op. De black box slaat nooit persoonlijke gegevens op
(zoals naam, geslacht, leeftijd, plaats van de aanrijding). Andere partijen,
zoals ordehandhavers, kunnen de gegevens van de black box echter koppe-
len aan persoonlijke gegevens die bij een onderzoek naar een aanrijding
worden verkregen.
Om de gegevens die door de black box zijn opgeslagen uit te lezen, is speci-
ale apparatuur nodig en is toegang tot de auto of de black box vereist. Naast
de autofabrikant beschikken ook andere partijen, zoals ordehandhavers,
over speciale apparatuur om de gegevens uit te lezen, mits zij toegang heb-
ben tot de auto of de black box.
●Openbaarmaking van gegevens van de black box
Toyota stelt de gegevens die door de black box zijn opgeslagen niet beschik-
baar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de auto (of, wanneer het een
leaseauto betreft, van de leaser van de auto)
• Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander overheids-
orgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechtszaak
Indien noodzakelijk kan Toyota echter:
• De gegevens gebruiken voor onderzoek naar de veiligheid van de auto
• De gegevens voor onderzoek beschikbaar stellen aan derden, zonder
daarbij specifieke informatie te verstrekken over de auto of de eigenaar
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 26 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
86_EE (OM18071E)
27
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemi-
caliën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordel-
spanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing
plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem en de gor-
delspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs
gebruikt hebt, omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaar-
digheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het
beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördinatie,
waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere
bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel-
licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver-
keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het veran-
deren van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding
waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun-
nen oplopen.
■Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van kin-
deren
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te
schakelen. Daarnaast kunnen kinderen zich bezeren als ze met de ruiten of
andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de auto
zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 27 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
1Voordat u gaat rijden
31
86_EE (OM18071E)
1-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................... 32
1-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van
de portieren en de
achterklep
Smart entry-systeem
met startknop .................... 35
Afstandsbediening .............. 52
Portieren ............................. 57
Achterklep........................... 60
1-3. Verstelbare onderdelen
(stoelen, spiegels,
stuurwiel)
Voorstoelen ........................ 66
Achterstoelen...................... 69
Hoofdsteunen ..................... 71
Veiligheidsgordels .............. 73
Stuurwiel ............................. 80
Binnenspiegel met
antiverblindingsstand ........ 81
Buitenspiegels .................... 821-4. Openen en sluiten
van de ruiten
Elektrisch bedienbare
ruiten................................. 85
1-5. Tanken
Openen van de tankdop ..... 89
1-6. Antidiefstalsysteem
Startblokkering .................... 93
Supervergrendeling .......... 102
1-7. Veiligheidsinformatie
De juiste houding
achter het stuur............... 104
SRS-airbags ..................... 106
Baby- en kinderzitjes ........ 136
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes...................... 145
Aan/uit-schakelaar
airbag.............................. 155
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 31 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
75 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel)
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18071E)
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u zeer krachtig remt of betrok-
ken raakt bij een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in werking treden
als u te snel vooroverbuigt. Door rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel
afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
■Gebruik van veiligheidsgordels door kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in principe ontworpen voor gebruik
door volwassenen.
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om
<00470048000300590048004c004f004c004a004b0048004c00470056004a0052005500470048004f0003005200530003004700480003004d0058004c0056005700480003005000440051004c004800550003005700480003004700550044004a0048005100
110003000b>→Blz. 136)
●Als het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel op een juiste manier
te dragen, volg dan de instructies op Blz. 73 met betrekking tot het
gebruik van de veiligheidsgordel op.
■Gordelspanners
●Gordelspanners zijn niet ontworpen om geactiveerd te worden bij lichtere
frontale aanrijdingen of aanrijdingen van opzij, bij aanrijdingen van achte-
ren of wanneer de auto over de kop slaat.
●De volgende vier componenten werken gelijktijdig.
• Gordelspanner voor bestuurder
• Gordelspanner voor voorpassagier
• Bestuurdersairbag
• Voorpassagiersairbag
●Gordelspanners kunnen slechts eenmaal worden geactiveerd. Wanneer
een gordelspanner is geactiveerd, moeten zowel de blokkeerautomaat
van de bestuurder als van de passagier worden vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Voor het vervangen van
de blokkeerautomaten van de voorstoelen mogen alleen originele
Toyota-onderdelen met een spankrachtbegrenzer worden gebruikt.
●Als een van de veiligheidsgordels vóór niet oprolt of niet kan worden uitge-
trokken door een storing of door het activeren van de gordelspanner, neem
dan zo snel mogelijk contact op met een Toyota-dealer, erkende reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Als de blokkeerautomaat vóór of de omgeving ervan beschadigd is,
neem dan zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 75 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
104
86_EE (OM18071E)
1-7. Veiligheidsinformatie
De juiste houding achter het stuur
Stel op onderstaande wijze de juiste zitpositie in:
Ga zo rechtop mogelijk in
de stoel zitten met uw rug
stevig tegen de leuning
gedrukt. (→Blz. 66)
Schuif de stoel zo ver naar
voren of naar achteren dat
u de pedalen goed kunt
bereiken en gemakkelijk
voldoende ver kunt intrap-
pen. (→Blz. 66)
Stel de rugleuning zo in dat
u de bedieningsorganen
gemakkelijk kunt bedienen.
(→Blz. 66)
Stel het stuurwiel zodanig in
hoogte en diepte af dat het
gemakkelijk bediend kan
worden en dat de airbag op
uw borst gericht is.
(→Blz. 80)
Vergrendel de hoofdsteun
met het midden zo dicht
mogelijk bij de bovenkant
van uw oren. (→Blz. 71)
Draag de veiligheidsgordel
op de juiste wijze.
(→Blz. 73)
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 104 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
106
1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18071E)
SRS-airbags
De SRS-airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij
bepaalde soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen leiden tot
ernstig letsel voor de inzittenden. Ze werken samen met de veilig-
heidsgordels om de kans op ernstig letsel te beperken.
SRS staat voor Supplemental Restraint System (aanvullend veilig-
heidssysteem). Deze naam wordt gebruikt omdat het airbagsysteem
een aanvulling is op de veiligheidsgordels in de auto.
Uitvoeringen met SRS-airbags en veiligheidsgordels voor
bestuurder, voorpassagier en achterpassagiers
Uw auto is uitgerust met een aanvullend veiligheidssysteem als
aanvulling op de veiligheidsgordels voor de voorstoelen en de zit-
plaatsen achter.
Het aanvullende veiligheidssysteem bestaat uit zeven airbags. De
samenstelling is als volgt:
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 106 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
107 1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18071E)
■Als u uw auto verkoopt
Als u uw auto verkoopt, leg de koper dan uit dat de auto is voorzien van
SRS-airbags en wijs hem op de inhoud van dit hoofdstuk.
Airbags vóór voor de bestuurder en de voorpassagier
Knie-airbag voor de bestuurder
Side airbags voor de bestuurder en de voorpassagier
Curtain airbags voor de bestuurder, de voorpassagier en de
achterpassagiers
Deze airbags zijn alleen ontworpen als aanvulling op de primaire
beveiliging door de veiligheidsgordels.
Het systeem regelt ook de gordelspanners van de voorstoelen. Zie
“Gordelspanners” voor aanwijzingen en voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de gordelspanners. (
→Blz. 74)
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 107 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
108 1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18071E)
WAARSCHUWING
■SRS-airbag
●Voor maximale bescherming bij een ongeval dienen de bestuurder en alle
passagiers van de auto hun veiligheidsgordel te dragen als de auto rijdt.
De SRS-airbags zijn alleen ontworpen als aanvulling op de primaire bevei-
liging door de veiligheidsgordels. Ze nemen de noodzaak van het dragen
van de veiligheidsgordel niet weg. In combinatie met de veiligheidsgordels
<0045004c00480047004800510003005d004800030047004800030045004800560057004800030045004800560046004b004800550050004c0051004a00030045004c004d0003004800480051000300480055005100560057004c004a000300520051004a00
4800590044004f0011>
Het niet dragen van de veiligheidsgordel vergroot de kans op ernstig letsel
bij een ongeval, zelfs wanneer de auto is uitgerust met SRS-airbags.
Zie “Veiligheidsgordels” voor aanwijzingen en voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot het veiligheidsgordelsysteem. (→Blz. 73)
●Ga niet onnodig dicht bij de airbag zitten en leun er niet tegenaan. Omdat
een airbag met een aanzienlijke snelheid (sneller dan het knipperen met
de ogen) en kracht wordt geactiveerd om bescherming te bieden bij aanrij-
dingen met een hoge snelheid, kan de kracht van de airbag een inzittende
verwonden als deze te dicht bij de airbag zit.
De veiligheidsgordel moet ook gedragen worden om letsel te voorkomen
doordat een airbag een inzittende raakt die niet in de juiste positie zit, bij-
voorbeeld als hij naar voren wordt geslingerd door het remmen vóór een
aanrijding.
Zelfs als hij in de juiste positie zit, kan een inzittende lichte verwondingen,
zoals schaafplekken en blauwe plekken, aan het gezicht of de armen oplo-
pen door de kracht waarmee de airbag wordt geactiveerd.
●De airbags worden met aanzienlijke snelheid en kracht geactiveerd. Inzit-
tenden die niet in de juiste positie zitten als de airbag wordt geactiveerd,
kunnen ernstig letsel oplopen. Voor het activeren van de airbag is vol-
doende ruimte nodig. Daarom moet de bestuurder altijd rechtop met zijn
rug tegen de leuning zitten en zo ver mogelijk van het stuurwiel, waarbij hij
wel de volledige controle over de auto houdt. De voorpassagier moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren schuiven en rechtop met zijn rug tegen
de leuning zitten.
●Plaats geen voorwerpen op of dicht bij de afdekkap van de airbag of tus-
sen u en de airbag. Als de airbag wordt geactiveerd, kunnen deze voor-
werpen een juiste werking hinderen en door de auto vliegen en letsel
veroorzaken.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 108 Friday, August 26, 2016 9:44 AM