Page 153 of 202
Bandenspanning
Zorg dat de banden altijd op de juiste
spanning zijn, zoals aangegeven op de sticker
met informatie over banden en belading, zelfs
als deze spanning afwijkt van de spanning die op de band zelf wordt vermeld. De sticker met
informatie over de banden en het
laadvermogen bevindt zich op de middenstijl
en is zichtbaar wanneer het portier aan de zijde van de bestuurder open is.Het controlelampje van de
bandenspanning op het
instrumentenpaneel waarschuwt u
als de spanning in een of meerdere
banden te laag of te hoog is.
Het lampje gaat niet direct uit als de band op
de juiste spanning is gebracht. Rijd minstens 10 minuten met een snelheid van meer dan40 km/h om het TPMS (Tire PressureMonitoring System) een nieuwe meting telaten doen, waarna de waarschuwing
verdwijnt.
Als het controlelampje elke keer bij het
inschakelen van de Model S gedurende
Page 154 of 202
Model S is meegeleverd, kunt u dezeaanscha
Page 155 of 202

Lekke band
Controleer de bandenspanning regelmatig om
te voorkomen dat u onderweg met een lekke
band wordt geconfronteerd. Laat een lekke of
beschadigde band zo snel mogelijk repareren
of vervangen.
Tubeless banden kunnen niet zomaar lek raken, mits het object in de band blijft zitten.Als u onder het rijden plotseling een sterketrilling voelt of vermoedt dat er een band
beschadigd is, verminder dan direct uw
snelheid. Rijd langzaam, vermijd sterk remmen en sturen en stop op een veilige plaats. Laat
uw Model S naar een Tesla Service Center of
een bandenspecialist in de buurt brengen.
Opmerking: In sommige gevallen kunt u kleine
gaatjes (minder dan 6 mm) repareren met een bandenreparatiesetje dat optioneel
verkrijgbaar is bij Tesla. Vervolgens kunt u de
Model S met een aangepaste snelheid zelf naar een Tesla Service Center of een
bandenspecialist in de buurt rijden (zie Tijdelijke bandenreparatie op pagina 158).Attentie: Rijd niet door met een lekke
band, ook niet als de band niet helemaal is leeggelopen. Een lekke band kan
opeens helemaal leegraken.
Vlakke kanten
Als de Model S gedurende lange tijd heeft
stilgestaan, kunnen er vlakke kanten op de
banden ontstaan. Deze vlakke kanten zullen
een trilling veroorzaken wanneer u weer gaat
rijden met de Model S. Deze trilling verdwijnt
vanzelf naarmate de banden warm worden en
hun oorspronkelijke vorm weer aannemen.
U kunt de banden op de maximale spanning
brengen om te voorkomen dat vlakke kanten
ontstaan wanneer de auto langere tijd stilstaat. Vergeet niet om de banden eerst
weer op de normale spanning te brengen
voordat u met de auto gaat rijden.
Levensduur banden verlengen
Houd de banden op de juiste spanning en
houd u aan de snelheidslimieten voor een
maximale levensduur van de banden. Vermijd:
Page 156 of 202
Asymmetrische banden
De Model S is uitgerust met asymmetrische
banden, die op slechts
Page 157 of 202
Rijden bij lage temperaturen.
Banden presteren minder goed bij koude temperaturen. Dit betekent minder grip en een
grotere kans op ongelukken. Performance- banden kunnen tijdelijk stug worden als ze erg
koud worden, daardoor kunnen ze de eerste
kilometers tijdens het opwarmen rumoerig
zijn.
Gebruik van sneeuwkettingen
Tesla heeft de Maggie Group Trak Sport P217- sneeuwkettingen getest en goedgekeurd voor
betere grip bij sneeuw. Deze kettingen mogen
alleen om 19" achterbanden worden gelegd.
Gebruik geen kettingen om 21" banden of omvoorbanden. De goedgekeurde
sneeuwkettingen zijn verkrijgbaar bij Tesla.
Volg voor het monteren van de
sneeuwkettingen de aanwijzingen van de
fabrikant. Span de kettingen zo strak mogelijk.
Als u sneeuwkettingen gebruikt:
Page 158 of 202

Opmerking: Wanneer u kiest voor 21" velgen
kan het TPMS onterecht waarschuwingen in
verband met de bandenspanning genereren.
Breng de Model S naar een Tesla Service
Center voor verdere afstelling.
Opmerking: Stel de TPMS-sensoren niet
opnieuw in om de waarschuwingen over de
bandenspanning proberen te wissen.
De TPMS-sensoren opnieuw instellen: 1. Breng alle banden op hun aanbevolen spanning, zoals vermeld op de sticker met
de relevante informatie op de middenstijl
aan de zijde van de bestuurder.
2. Rijd tien minuten en tik dan op het touchscreen van de Model S op Controls >
Settings > Service & Reset > Tire Pressure
Monitor > Reset Sensors.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.Let op!: Het kiezen van de verkeerde
wielmaat kan leiden tot onterechte
waarschuwingen over de
bandenspanning op het
instrumentenpaneel. Als er een
waarschuwing over de bandenspanning verschijnt, stap dan
uit, sluit de klep van de bagageruimte achter en alle portieren, wacht tot het
touchscreen uit gaat, stap weer in en
selecteer de juiste wielmaat voordat u
op Reset tikt.
Een bandenspanningsensor vervangen
Neem contact op met een Tesla Service Center als het TPMS-controlelampjeregelmatig brandt om te laten controleren of
er een bandenspanningsensor vervangen
moet worden. Laat een
bandenspanningsensor uitsluitend door een Tesla-technicus vervangen; hij of zij kan een
korte set-upprocedure uitvoeren. Als een
ander bedrijf de band vervangt of repareert,
zal de bandenspanningsensor niet werken tot de set-upprocedure door Tesla is uitgevoerd.
TPMS-storing
De Model S is tevens voorzien van een
storingsindicator voor het TPMS-systeem dat
een melding weergeeft wanneer het systeem
niet naar behoren functioneert.
Het TPMS-controlelampje heeft
daarvoor een extra functie, naast het
melden van de bandenspanning. Als
er een storing in het systeem wordt
geconstateerd, knippert het TPMS-
controlelampje gedurende
Page 159 of 202
Bandenreparatiesetje
De Model S heeft geen reservewiel. Afhankelijk
van het land van bestemming wordt de
Model S al dan niet standaard geleverd met
een bandenreparatieset. Als uw Model S zonder bandenreparatieset is geleverd, kunt u
een set
aanscha
Page 160 of 202

Oppompen met lucht en vulmiddel
Als u een bandenreparatiesetje van Tesla hebt,
volgt u deze aanwijzingen om een lekke band (gaatje kleiner dan 6 mm) tijdelijk te
repareren.
1. Stop op een veilige plek zonder verkeer en vraag alle inzittenden van de Model S om
uit te stappen en op een veilige plaats te
wachten.
2. Schakel de alarmknipperlichten in om andere weggebruikers te waarschuwen.
3. Plaats het wiel met het gaatje naar beneden voor zover dat mogelijk is.
4. Trek de stekker aan de achterkant van de compressor los en steek die in het 12V-
stopcontact op de middenconsole.
5. Maak het doorzichtige plastic slangetje los
van de compressor.
6. Verwijder het rode dopje en schroef hetslangetje op het ventiel.
7. Druk het zwarte slangetje op deaansluiting op het busje met vulmiddel en
druk het hendeltje naar beneden om de
slang vast te zetten.
8. Zorg dat de compressor op een vlakke ondergrond staat met de meter opzij zoals
in stap 5 is aangegeven.
9. Schakel de compressor in.
10. Pomp de band op tot de aanbevolen bandenspanning is bereikt.
11. Zet de compressor uit en haal de slang los van het ventiel. Veeg overtollig vulmiddel
van het ventiel en de velg af.
12. Ga direct minimaal 8 km rijden om het vulmiddel goed te verdelenlin de band.
Rijd niet sneller dan 48 km/h.
13. Stop en controleer de bandenspanning. Pomp de band zo nodig op met behulp
van het zwarte slangetje.
14. Laat de band zo snel mogelijk repareren of vervangen.
15. Schaf een nieuw busje met vulmiddel aan (zie Busje met vulmiddel vervangen op
pagina 161).
Tijdelijke bandenreparatie
Onderhoud159