Communicatie en multimediaKnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon
a)Navigatie a)
B
Kort indrukken:
toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer her- halena)Kort indrukken:
toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer her- halena)Kort indrukken:
toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer her- halena)Kort indrukken:
Binnenkomende op-
roep opnemen / actieve oproep be- eindigen / toegang tot lijst met op- roepen.
Lang indrukken: Binnenkomende / herhaalde oproep weigerenKort indrukken: toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer herha- lena)
CZoekopdracht vorige zender
Kort indrukken:
terug naar vo-
rige track
Lang indrukken: versneld ach- teruit
Geen functieGeen functie b)Functie Radio / Media (behalve
AUX)
DVolgende zender zoeken
Kort indrukken: naar volgende
track
Lang indrukken: versneld vooruit
Geen functieGeen functie b)Functie Radio / Media (behalve
AUX)
E, FVeranderen van menu in het
instrumentenpaneelVeranderen van menu in hetinstrumentenpaneelVeranderen van menu in hetinstrumentenpaneelVeranderen van menu in het instru- mentenpaneelVeranderen van menu in het in-strumentenpaneel
GSpraakbediening in- / uitscha- kelena)Spraakbediening in- / uitscha-
kelena)Spraakbediening in- / uitscha-
kelena)Geen functie b)Spraakbediening in- / uitscha-
kelen
H
Draaien: Volgende / vorigevoorselectie c)
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie vanhet instrumentenpaneel af-
hankelijk van de menu-optieDraaien: Volgende / vorige trackc)
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie vanhet instrumentenpaneel af-
hankelijk van de menu-optieDraaien: Werkt op het menu
van het instrumentenpaneel afhankelijk van dat waarin u zich bevindt
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie vanhet instrumentenpaneel af-
hankelijk van de menu-optieDraaien: Toegang tot lijst met op-
roepen / selecteren handeling voor binnenkomende of actieve oproep (opnemen/beëindigen/nege-
ren/onthouden/op stil zetten/privé- stand inschakelen).
Indrukken: De door draaien geselec- teerde handeling bevestigenDraaien: Werkt op het menu
van het instrumentenpaneel af- hankelijk van dat waarin u zich bevindt
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optie
a)Afhankelijk van de uitrusting van de wagen.
b) Bij actief telefoongesprek, zo niet functie van Radio/Media (behalve AUX).
c) Uitsluitend indien het instrumentenpaneel zich in het menu Audio bevindt.
125
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Bedienen
Multimedia USB/A UX
-IN-in
gangAfb. 129
Middenconsole: USB/AUX-IN-in-
g an
g. Afhankelijk van de uitrusting en het land kan
de w
ag
en be
schikken over verschillende
soorten USB/AUX-IN-aansluiting.
De USB/AUX-IN-ingang bevindt zich bij het
opbergvak van de voorste middenconsole
››› afb. 129.
De bedieningsinstructies bevinden zich in de
respectieve instructieboekjes van de audio of
het navigatiesysteem. Connectivity Box* / Wireless Charger* Afb. 130
Gerelateerde vi-
deo Afb. 131
Middenconsole: Connectivity Box Afhankelijk van de uitrusting en het land kan
de w
ag
en be
schikken over een van deze twee
opties: Connectivity Box of Wireless Charger .
Met de Connectivity Box kunt u uw mobiele
apparaat draadloos opladen met behulp van
Qi-technologie 1)
, de straling in de wagen be-
perken en uw ontvangst verbeteren. Met de Wireless Charger beschikt u uitslui-
tend ov
er de draadloze oplaadfunctie van uw
mobiele apparaat met Qi-technologie.
De Connectivity Box / Wireless Charger be-
vindt zich bij het opbergvak van de midden-
console voorin ››› afb. 131.
De bedieningsinstructies bevinden zich in de
respectieve instructieboekjes van de audio of
het navigatiesysteem. Let op
Voor de juiste werking moet uw mobiele ap-
par aat
compatibel zijn met de Qi-interfaces-
tandaard voor draadloos opladen via induc-
tie. 1)
Dankzij de Qi-technologie kunt u uw mobiele tele-
foon dr aa
dloos opladen.
126
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Met de radio's SEAT Media System Plus/Navi
S y
s
tem geeft een geel spoor bovendien het
verwachte traject van de wagen aan volgens
de draaihoek van het stuur.
Wanneer het obstakel zich in de rijrichting
van de wagen bevindt, is steeds het overeen-
komstige waarschuwingssignaal te horen.
Zodra de wagen een obstakel nadert, worden
de segmenten dichter bij de wagen weerge-
geven. Ten laatste bij het aanduiden van het
voorlaatste segment, betekent dit dat de
botszone bereikt is. In de botszone worden
obstakels in rood weergegeven, evenals ob-
stakels buiten de af te leggen weg. Niet door-
rijden (of achteruitrijden) ››› in Algemeen
op p ag. 244
, ›
›› in Algemeen op pag. 245 !
De aanwijzingen en akoestische sig-
n a
l
en aanpassen De indicaties en de akoestische signalen
k
u
nnen w
orden ingesteld in het Easy Con-
nect*-systeem.
Automatische activering
on – activeert de optie Automatische
activering ›››
pag. 248
off – deactiveert de optie Automati-
sche activering ››› pag. 248 Volume voor*
Het v
olume voorin en aan de zijkant.
Instellingen/scherpte van de klank voorin*
Toonregeling (frequentie) voor het voorste
gedeelte.
Volume achter*
Volume achterin.
Instellingen/scherpte van de klank achterin*
Toonregeling (frequentie) voor het achterste
gedeelte.
Volume verlagen
Als de parkeerhulp is ingeschakeld, wordt
het volume van actieve audio/video-bron ver-
laagd; de mate waarin dit gebeurt, verschilt
per gekozen optie.
Foutmeldingen Indien met geactiveerde parkeerhulp of bij
het
in
s
chakelen ervan op het instrumenten-
paneel een bericht verschijnt dat er een fout
is in de parkeerhulp, is er een storing in het
systeem.
Als deze storing niet is verdwenen voordat
het contact wordt uitgeschakeld, wordt ze
niet aangegeven de volgende keer dat de parkeerhulp wordt geactiveerd bij het scha-
kelen
van de achteruitversnelling.
Parkeerhulp plus*
Als er een storing is in de parkeerhulp, ver-
schijnt er een overeenkomstig bericht op het
instrumentenpaneel en gaat de led van de
toets knipperen.
Als een sensor defect is, verschijnt op het
display van het Easy Connect-systeem het
symbool voor/achter de wagen. In geval
van een defect aan een sensor achter, wor-
den uitsluitend obstakels getoond in de zo-
nes A en
B
› ›
› afb
. 215. In geval van een
defect aan een sensor voor, worden uitslui-
tend obstakels getoond in de zones C en
D .
W ac
ht
niet te lang met naar een gespeciali-
seerde werkplaats te gaan om de klacht te la-
ten verhelpen.
Trekhaak Wanneer bij wagens met in de fabriek ge-
mont
eer
de tr
ekhaak de aanhangwagen op
elektrische wijze aangesloten is, worden de
sensoren achteraan voor de parkeerhulp niet
geactiveerd bij het inschakelen van de ach-
teruitversnelling, wanneer de keuzehendel in
stand R wordt gezet of de toets wordt in-
gedrukt. »
249
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Aanwijzingen
● Het w
iel
van een as werd vervangen.
Bandenspanning instellen
Nadat u de bandenspanning heeft gewijzigd
of een of meerdere wielen heeft vervangen,
moet de nieuwe bandenspanning in het Easy
Connect-systeem worden opgeslagen met de
toets en de functietoets
S
ETUP ›››
p
ag. 33.
U k u
nt ook de toets ››› afb. 241 ingedrukt
houden, bij ingeschakeld contact, tot een
akoestisch signaal klinkt.
Als de wielen een hoge last dragen (bijvoor-
beeld bij het rijden met een aanhangwagen
of bij een zware belasting), dient de banden-
spanning te worden bijgesteld volgens de
aanbevolen waarde in geval van maximale
belasting (zie de sticker aan de achterzijde
van de portierstijl linksvoor). Indrukken de
toets van het controlesysteem voor banden
om de nieuwe spanningswaarde te bevesti-
gen.
Het controlelampje van de bandenspan-
ningscontrole licht op
Als de bandenspanning onder de door de be-
stuurder ingestelde waarde komt, zal het
controlelampje van het bandenspannings-
controlesysteem oplichten ››› . ATTENTIE
● Wanneer het c
ontrolelampje voor de ban-
den oplicht, onmiddellijk de snelheid vermin-
deren en bruuske rem- of draaimanoeuvres
vermijden. Zo snel mogelijk stoppen en de
staat en de spanning van alle banden contro-
leren.
● De bestuurder draagt de verantwoordelijk-
heid voor de c
orrecte bandenspanning. Daar-
toe dient de spanning regelmatig gecontro-
leerd te worden.
● In bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij spor
tief rijden, winterse weersomstandig-
heden of niet-geasfalteerde wegen) is het
mogelijk dat het controlelampje voor de ban-
den met vertraging of helemaal niet werkt. Let op
Bij het loskoppelen van de accu zal het gele
contr o
lelampje oplichten bij het inschake-
len van het contact. Na een korte rit dient het
lampje uit te gaan. Reservewiel (noodloopwiel)*
Pl aat s
en gebruik van het noodreser-
vewiel U vindt het noodreservewiel onder de laad-
vloer in de b
ag
ag
eruimte en het is met een
wieltje vastgezet. Gebruik van het noodreservewiel
Het noodre
servewiel is alleen bedoeld om
naar een werkplaats te rijden in geval van
een lek of spanningsverlies. Daarom het
noodreservewiel zo snel mogelijk door een
normaal wiel vervangen.
Voor het gebruik van het noodreservewiel
zijn er enkele beperkingen. Het noodreserve-
wiel is speciaal voor uw wagenmodel ontwor-
pen en het moet daarom niet met een ander
noodreservewiel verwisseld worden.
Om de velg van het noodreservewiel mag
geen normale of winterband worden gelegd.
Sneeuwkettingen
Het gebruik van sneeuwkettingen op het
noodreservewiel is om technische redenen
niet toegestaan.
Als u toch met sneeuwkettingen moet rijden
en bandenpech bij een voorwiel hebt, het
noodreservewiel op de plaats van een achter-
wiel plaatsen. Bevestig de sneeuwkettingen
op het achterwiel en verwissel dit met het
lekke voorwiel.
Verwijdering van het reservewiel in wagens
met Beats Audio ®
-systeem (6 luidsprekers +
1 subwoofer)*
● Bouw de vloer van het ruim (mat) van de
sub woofer
op onderstaande wijze uit:
294
Trefwoordenlijst
Climatronic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
h andbediende air
c
onditioning . . . . . . . . . . . . . 51
Alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 146
Alarmsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 136 aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 262
buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Alcantara: schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
Anti-diefstal alarmsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 136 buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
interieurbewaking en afsleepalarm . . . . . . . . 138
Antiblokkeersysteem . . . . . . . . . . . . . 182, 184, 186 controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Antivriesmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Aquaplaning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
Asbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
ASR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183 controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . . 217 aanwijzingen op het scherm . . . . . . . . . . . . . . 219
bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
bijzondere rijsituaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
functie om rechts inhalen te vermijden . . . . . 224
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
radarsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220
tijdelijk uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 219
Automatische rijlichtregeling . . . . . . . . . . . . . . . 142
Automatische versnellingsbak . . . . . . . . . . . . . . 189 aanwijzingen voor het rijden . . . . . . . . . . . . . . 192
bergafdaalhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
keuzehendelstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . 191
kick-downsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
launch-control programma . . . . . . . . . . . . . . . 194
noodontgrendeling van de keuzehendel . . . . . 48
noodprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196 stuurwiel met peddels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 192
tiptronic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
189, 192
Automatische wasinstallaties . . . . . . . . . . . . . . . 267
AUX-IN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
B Bagage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Bagage opbergen Bevestigingsogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
dakdragersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 161, 162
Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 157 bagageruimteverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
hoedenplank opbergen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
noodontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
verstelbare bodem van de bagageruimte . . . . 160
zie ook Bagageruimte beladen . . . . . . . . . . . . 157
Bagageruimte beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Balans van de wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289 draairichtinggebonden . . . . . . . . . . . . . . 66, 290
druk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290, 291
levensduur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
nieuwe banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
slijtagemerktekens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
spanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293
wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61, 96 componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
controle na 10 minuten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
de band afdichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
De band oppompen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Bandenprofiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Bandenreparatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
Bandenreparatieset zie Bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
Bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291, 298
Batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128 Batterij opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Bediening
selementen aan het stuurwiel . . . . . . 122
Bediening van het systeem Audio . . . . . . . . . . 123
bediening van systeem Audio en Telefoon . . . 124
Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115, 116
Bekerhouder voorin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Bekleding: schoonmaken alcantara . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273
Benzine additieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Bergafdaalhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
Bergafondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
Besparingstips (efficiencyprogramma) . . . . . . . . . 40
Besturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74, 173 controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
elektromechanisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
tegenstuurhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
Bestuurder zie Juiste zithouding . . . . . . . . . . . . . . . 73, 74, 75
Bestuurdersgedeelte overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Bestuurdersinformatiesysteem assistenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
besparingstips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
buitentemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
extra verbruikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
indicatie van de versnellingen . . . . . . . . . . . . . . 40
menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
motorkap, achterklep en portieren geopend . . 39
motorolietemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
onderhoudsintervallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
ritgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
304
SEAT S.A. is voortdurend bezig alle uitvoeringen en modellen verder te o\
ntwikkelen. Wij vragen u dan ook begrip voor het feit dat er
zich op ieder moment wijzigingen in de geleverde wagen kunnen voordoen \
voor wat betreft vorm, uitrusting en techniek. Er zijn op
basis van de gegevens, illustraties of beschrijvingen in deze handleidin\
g geen rechten te ontlenen.
De teksten, afbeeldingen en voorschriften in deze handleiding zijn gebas\
eerd op de stand van de informatie op het moment van het
ter perse gaan. Fouten of weglatingen uitgezonderd, is de informatie in \
deze handleiding geldig op de datum van het ter perse gaan
van deze uitgave.
Herdruk, weergave of vertaling, hetzij gedeeltelijk of in zijn geheel, i\
s niet toegestaan tenzij SEAT hiervoor uitdrukkelijk schriftelijk
haar toestemming heeft gegeven.
SEAT behoudt zich alle rechten voor volgens de Wet omtrent het “Copyr\
ight”.
❀Dit papier is vervaardigd met celstof die zonder chloor gebleekt is.
© SEAT S.A. - Herdruk: 15.07.17
Over dit boekje
Dit instructieboekje beschrijft de uitrusting
van de wagen op het moment van het ter per -
se gaan. Sommige uitrustingsdelen die hier -
na worden beschreven, zullen later worden
geïntroduceerd of zijn slechts beschikbaar op
bepaalde afzetmarkten.
Dit is een algemeen instructieboekje voor het
model ARONA . Daarom maken sommige van
de hier beschreven uitrustingen of functies
geen deel uit van alle types of varianten van
dit model. Deze kunnen verschillen of gewij -
zigd worden, al naargelang de technische
vereisten of marktomstandigheden. Deze
verschillen kunnen onder geen beding be -
schouwd worden als misleidende reclame.
De afbeeldingen zijn een standaardweergave
en kunnen enigszins afwijken ten opzichte
van uw wagen.
De richtingaanduidingen (links, rechts, voor,
achter) die in dit instructieboekje genoemd
worden, zijn gerelateerd aan de rijrichting van
de wagen, tenzij anders aangegeven.
Het audiovisuele materiaal heeft enkel tot
doel de gebruikers te helpen om een aantal
functies van de wagen beter te begrijpen. Het
dient niet ter vervanging van de handleiding.
Raadpleeg de handleiding voor complete in -
formatie en waarschuwingen.
De met een asterisk gemarkeerde uit -
rustingen worden alleen in bepaalde
uitvoeringen van het model standaard
ingebouwd, worden alleen voor som -
mige uitvoeringen als optie geleverd,
of worden alleen in bepaalde landen
aangeboden.
® De registreerde handelsmerken zijn
aangegeven met ®. Wordt dit symbool
niet aangegeven, dan houdt dit niet in
dat het geen geregistreerd merk betreft.
>> Geeft aan dat het onderwerp op de vol-
gende bladzijde doorgaat.
Belangrijke aanwijzingen op de aange-
geven pagina
Meer gedetailleerde inhoud op de aan
-
gegeven pagina
Algemene informatie op de aangege
-
ven pagina
Noodinformatie op de aangegeven pa-
gina
ATTENTIE
Teksten met dit symbool bevatten informatie
over uw veiligheid en wijzen op gevaarlijke
situaties die kunnen leiden tot ongevallen of
verwondingen.
VOORZICHTIG
Teksten met dit symbool attenderen u op mo-
gelijke schade aan uw wagen.
Milieu-aanwijzing
In teksten met dit symbool staan aanwijzingen
over milieubescherming.
Let op
In teksten met dit symbool staat extra infor -
matie.
Dit boek is onderverdeeld in de volgende zes
grote delen:
1. De essentie
2. Veiligheid
3. Noodgevallen
4. Besturing
5. Tips
6. Technische gegevens
Aan het eind van de handleiding vindt u een
alfabetische inhoudsopgave waarmee u snel
de gewenste informatie kunt vinden.