Page 145 of 292

143
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
143
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
ISOFIx-BEVESTIGINGEN
uw auto voldoet aan de nieuwste
IS o FIX-normen.
e
lke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen.
twee bevestigingsringen
A vóór,
die zich tussen de rugleuning en de
zitting van de zitplaats bevinden en
die worden aangegeven met een
markering,e én bevestigingsring B achter, die zich
aan de achterzijde van de rugleuning
van de zitplaats bevindt, voor de
bevestiging van de bovenste riem, de
top
t
ether-bevestiging.
Aan
de t
op
t
ether-bevestiging
kan
de bovenste riem (indien aanwezig)
van een kinderzitje worden bevestigd.
Bij een frontale aanrijding beperkt dit
systeem het naar voren kantelen van
het kinderzitje.
De IS
o FIX-bevestigingen zorgen
voor een veilige, degelijke en snelle
montage van het kinderzitje in uw auto.
De IS
o FIX-kinderzitjes beschikken
over twee sloten die eenvoudig aan
de twee bevestigingsringen A vóór
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn
bovendien voorzien van een
bovenste bevestigingsriem die
kan worden vastgemaakt aan de
bevestigingsring
B achter.Houd u nauwgezet aan de
montagevoorschriften die in de
handleiding van het kinderzitje zijn
vermeld.
Kinderzitje vastmaken aan de
top tether-bevestiging:
-
verwijder de hoofdsteun en berg
deze op alvorens het kinderzitje
op deze zitplaats te bevestigen
(monteer de hoofdsteun weer zodra
het kinderzitje is verwijderd),
-
voer de bovenste bevestigingsriem
over de rugleuning van de zitplaats,
tussen de openingen voor de
pennen van de hoofdsteun door
,
- bevestig de aansluiting van
de bovenste riem aan de
bevestigingsring achter
,
-
trek de bovenste riem strak.Bij een onjuist geplaatst kinderzitje
kan het kind bij een aanrijding
ernstig letsel oplopen.
Raadpleeg het overzicht om te zien
op welke zitplaatsen van uw auto
IS
o FIX-kinderzitjes kunnen worden
gemonteerd.
VeILIgHeID
5
Kinderen aan boord
Page 146 of 292
144
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
144
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn vo\
orzien van
ISo FIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale
driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant van het zitje.
Aanbevolen ISOFIx-zitje
"RÖMER Duo Plus ISOFIx"
(gewichtsgroep B1)
Groep 1: van 9
tot 18 kg
Kan uitsluitend met het gezicht in de rijrichting worden bevestigd.
Wordt bevestigd aan de ringen A en,
met een bovenste bevestigingsriem, aan de ring B, die
t
op
t
ether
wordt genoemd.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Kinderen aan boord
Page 147 of 292

145
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
145
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
PLAATSEN VAN kINDERZITJES ISOFIx
* Bij de 7-persoonsuitvoering dienen
de drie stoelen van de 2e zitrij te zijn
geplaatst als er kinderzitjes worden
bevestigd.
**
e
en kinderzitje met steun mag nooit
op een buitenste zitplaats van de
tweede zitrij worden bevestigd,
behalve wanneer het bevestigd kan
worden volgens de aanbevelingen
in de rubriek "Bevestigen van
kinderzitjes met steun".
o
vereenkomstig de
e
uropese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het beve\
stigen van een IS o FIX-
kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van IS o FIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele IS o FIX-kinderzitjes wordt de IS o FIX-maat op het kinderzitje naast het IS o FIX-logo
aangegeven met een letter (A t/m G).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
tot ongeveer
6
maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
tot ongeveer 1
jaar
Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFI
x
-kinderzitje
Reiswieg "rug in de rijrichting" "rug in de
rijrichting" "gezicht in de
rijrichting"
ISOFI
x
-maat
F G C D E C D A B B1
2
e zitrij
(5 en
7* zitplaatsen) Buitenste
zitplaatsen**
IL-SU
IL-SUIL-SUIUF, IL-SU
Middelste
zitplaats Zonder ISOFI
x -bevestigingen
3
e zitrij
(7 zitplaatsen) Alle zitplaatsen
Zonder ISOFI
x -bevestigingen
IUF: zitplaats geschikt voor het bevestigen van
een universeel gehomologeerd IS
o FIX-kinderzitje
met het gezicht in de rijrichting en een bovenste
bevestigingsriem.
IL-SU: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een
semi-universeel gehomologeerd IS
o FIX-kinderzitje:
-
kinderzitje "met de rug in de rijrichting" voorzien
van een bovenste bevestigingsriem of een
steun,
-
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting"
voorzien van een steun,
Verwijder de hoofdsteun en berg
deze op alvorens een kinderzitje
met rugleuning op een zitplaats te
bevestigen.
Monteer de hoofdsteun weer zodra het
kinderzitje is verwijderd.
- reiswieg voorzien van een bovenste
bevestigingsriem of een steun.
Raadpleeg het gedeelte "IS
o FIX-bevestigingen"
van rubriek 5
voor meer informatie over het
vastmaken van de bovenste riem.
VeILIgHeID
5
Kinderen aan boord
Page 148 of 292

146
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
146
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
ADVIEZEN kINDERZITJES
Laat bij de achterzitplaatsen altijd
voldoende ruimte tussen de voorstoel
en:
-
het kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
de voeten van het kind in het
kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning ervan, indien
nodig, meer rechtop.
De onjuiste bevestiging van een
kinderzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar in geval van een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel
of gesp van de veiligheidsgordel onder
het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit
van het zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de autogordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte
ritten, worden vastgemaakt waarbij de
speling ten opzichte van het lichaam
van het kind zoveel mogelijk moet
worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel
voor dat de veiligheidsgordel correct
tegen het kinderzitje is gespannen
en dat de gordel het kinderzitje
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de
passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" voor dat de afstand
tussen de rugleuning van het zitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo
klein mogelijk is. Laat indien mogelijk
de rugleuning van het zitje tegen de
rugleuning van de stoel aandrukken.
Verwijder de hoofdsteun alvorens
een kinderzitje met een rugleuning te
plaatsen op een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om
te voorkomen dat de hoofdsteun door
de auto vliegt bij krachtig afremmen.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
passagiersstoel vóór is per land
verschillend. Raadpleeg de in uw land
geldende regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de voorstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
autogordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te
raken.
Controleer of de heupgordel goed over
de bovenbenen van het kind ligt.
P
eugeot
beveelt aan een
stoelverhoger met rugleuning
te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de
schouder
.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
geen kinderen zonder toezicht
achter in een auto,
-
nooit een kind of een dier in een
auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de zon
staat,
-
de sleutels nooit binnen bereik van
de kinderen achter in de auto.
g
ebruik de kindersloten om te
voorkomen dat de portieren per
ongeluk worden geopend.
Zorg ervoor dat de achterzijruiten
niet verder dan voor 1/3
deel worden
geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
Zet bij het plaatsen van een kinderzitje
op de derde zitrij de rugleuningen van
de zitplaatsen van de tweede zitrij
vóór de zitplaats met het kinderzitje
in de tafelstand. Als het kinderzitje of
de benen van het kind desondanks
toch de zitplaatsen van de tweede zitrij
raken, verwijder dan de desbetreffende
zitplaatsen van de tweede zitrij.
Kinderen aan boord
Page 149 of 292
147
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
147
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
kINDERBEVEILIGING
De kinderbeveiliging verhindert
het openen van binnenuit van de
schuifdeuren.
HandmatigElektrisch
Druk met het contact aan op
deze knop centraal op het
dashboard.
V
erklikkerlampje brandt =
kinderbeveiliging
ingeschakeld.
Let op: dit systeem werkt onafhankelijk
van de centrale vergrendeling.
Neem voor het verlaten van
de auto altijd de sleutel uit het
contact, zelfs voor korte periodes.
Controleer na het aanzetten van het
contact altijd of de kinderbeveiliging is
ingeschakeld.
Bij een zware aanrijding wordt
de elektrische kinderbeveiliging
automatisch uitgeschakeld.
De plaats van de hendel en de status
van de kinderbeveiliging worden
aangegeven door een sticker.
-
o
pen de schuifdeur volledig tot
voorbij het zware punt.
-
Kantel de hendel op de achterste
zijkant van de schuifdeur naar
beneden.
VeILIgHeID
5
Kinderen aan boord
Page 150 of 292
148
Partner2VP_nl_Chap06_Accessoire_ed02-2016
Raadpleeg voor meer
informatie over de gewichten en
aanhangergewichten het gedeelte
"g ewichten" van rubriek 9.
TREkkEN VAN EEN AANHANGER , EEN CARAVAN ...
Verdeling gewicht
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig en houd u aan
de toegestane kogeldruk.
k
oeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur. De koelventilator wordt elektrisch
bediend en is niet afhankelijk van het
motortoerental.
g
ebruik daarom een zo hoog
mogelijke versnelling om het toerental
te beperken en pas uw snelheid aan.
Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Adviezen
Bij het slepen van een auto dienen de wielen
van de gesleepte auto vrij rond te draaien; de
versnellingsbak moet in de neutraalstand staan.
trekken van een aanhanger
Page 151 of 292

149
Partner2VP_nl_Chap06_Accessoire_ed02-2016
Gebruiksvoorschrift
onder zeer zware
gebruiksomstandigheden (het trekken
van het maximale aanhangergewicht
op een steile hellin
g bij hoge
temperatuur) wordt de airconditioning
automatisch uitgeschakeld, zodat de
prestaties van de motor weer kunnen
worden verhoogd.
Banden
Controleer de bandenspanning van de
auto en de aanhanger en breng deze
indien nodig op de juiste waarde. Zie in rubriek 7
het gedeelte
"Niveaus". Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af. Remmen
Het trekken van een aanhanger
vergroot de remweg. Rijd met matige
snelheid, schakel tijdig terug, rem
geleidelijk.
Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van
originele P
eugeot-trekhaken met
bijbehorende kabelset, die tijdens de
ontwikkeling van uw auto zijn getest
en gehomologeerd, en de montage
hiervan toe te vertrouwen aan het
P
eugeot
-netwerk.
In geval van montage buiten het
P
eugeot
-netwerk, moet deze
montage worden uitgevoerd met
gebruikmaking van de voorbereide
geïntegreerde elektrische
voorzieningen aan de achterzijde van
de auto en de voorschriften van de
fabrikant.
Conform de algemene voorschriften
die hierboven zijn vermeld, attenderen
wij u op het risico dat het monteren van
een trekhaak of elektrisch accessoire
zonder artikelnummer van P
eugeot
met zich meebrengt. Hierdoor kunnen
storingen in het elektrisch systeem van
uw auto ontstaan. Raadpleeg eerst de
fabrikant.
Zijwind
De zijwindgevoeligheid van de auto
is groter
. Rijd daarom soepel en met
matige snelheid.
ABS/ESP
Het ABS of de
e
SP werkt uitsluitend op
de auto en niet op de aanhanger.
Parkeerhulp
Bij het trekken van een aanhanger is
de parkeerhulp achter uitgeschakeld.
Zie in rubriek 9
het gedeelte
"Identificatie".
trekken van een aanhanger
ACCeSSoIReS
6
Page 152 of 292
150
Partner2VP_nl_Chap06_Accessoire_ed02-2016
TREkHAAk MET GEMAkkELIJk
AFNEEMBARE
ZWANENHALS
VOORZIEN
VAN EEN SLEUTEL
Presentatie
Deze op uw auto gemonteerde
zwanenhalstrekhaak kan gemakkelijk en
snel worden gemonteerd en verwijderd.
Hiervoor is geen gereedschap nodig.
Adviezen voor de montage en
controles vóór het gebruik
Verzeker u ervan dat de zwanenhals
correct vergrendeld is. Doe dit door het
volgende te controleren:
-
het groene merkteken van de
hendel is zichtbaar
,
-
het veilig
heidsslot van de hendel is
naar achteren gericht,
-
het veilig
heidsslot is afgesloten en
de sleutel is verwijderd; de hendel
kan niet meer worden bediend,
-
de zwanenhals mag absoluut niet
meer in de steun kunnen bewegen.
V
ergeet bij het aankoppelen van een
aanhanger niet de bedrading aan te
sluiten.
Monteren
trekken van een aanhanger