12
Handbediende airconditioning
en verwarming
ECO (de ver warming en
airconditioning worden
uitgeschakeld).
OFF (de verwarming, airconditioning
en de ventilatie worden
uitgeschakeld).
Ontwaseming voorruit.
Achterruitverwarming bij uitvoeringen
met ruiten in de achterdeuren.
Luchtverdeling.
Recirculatie interieurlucht /toevoer
van buitenlucht.
Bijzonderheden van het
airconditionings- en
ver warmingssysteem
Het airconditionings- en verwarmingssysteem
regelt geen exacte temperatuur in het interieur,
maar zorgt voor een constante temperatuur
van de lucht die via de uitstroomopeningen in
het interieur wordt geblazen (de temperatuur
is afhankelijk van de door de gebruikers
ingestelde stand van de temperatuurregeling).
Als u het interieur van de auto snel wilt
opwarmen of afkoelen, aarzel dan niet om de
temperatuurregeling tijdelijk op de koudste of
warmste stand te zetten.
Houd bovendien rekening met het volgende:
-
D
e airconditioning (koeling van de lucht)
werkt uitsluitend als de buitentemperatuur
hoger is dan 15
°C,
-
D
e werking van de ver warming
wordt geleidelijk minder vanaf een
buitentemperatuur van 20
°C.
Uitvoering met handbediende
ver warming
De ventilatie kan worden gebruikt
zodra dit verklikkerlampje brandt.
Als de ver warming gedurende een lange
periode niet is gebruikt en weer wordt
ingeschakeld, kan de eerste minuten een
lichte stank waarneembaar zijn.
Luchtopbrengstregeling.
Temperatuurregeling.
Eco-comfort
13
Praktische tips
Verwarming en ventilatie
Als de ver warming is ingeschakeld, is
het raadzaam een gemiddeld niveau
voor de ventilatie te kiezen, dat wil
zeggen minder dan 3 schoepen. Het
systeem kan daardoor warmere lucht
toevoeren.
Luchtverdeling
's Winters is het raadzaam de
luchtverdeling op de voeten te
richten, zodat de warme lucht
gelijkmatig over het interieur wordt
verdeeld.
's Zomers is de werking van
de ventilatie en airconditioning
effectiever als u de luchtverdeling op
het gezicht richt.
2
Eco-comfort
24
Overige informatie
Tractiebatterij
Wijzig niets aan de aandrijflijn, dit kan tot
een storing leiden.
Elektrisch circuit (300 V)
Het elektrische circuit van "300 V " is
herkenbaar aan de oranje kabels en de
componenten er van zijn van dit symbool
voor zien:Let op: het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die niet door
de fabrikant worden aanbevolen kan
tot een storing van het elektronische
systeem van uw auto leiden. Wij raden
u aan contact op te nemen met een
aangesloten dealer van het merk om u
te laten informeren over de beschikbare
uitrustingen en accessoires voor uw auto. De aandrijflijn van de elektrische auto
werkt met een spanning van ongeveer
300
V. Dit systeem kan heet zijn als
het contact aan staat en enige tijd
nadat het contact is afgezet. Neem
de waarschuwingen op de stickers in
de auto in acht. Werkzaamheden of
wijzigingen aan het elektrisch circuit van
de auto (componenten, kabels, stekkers,
tractiebatterij) zijn ten zeerste verboden
vanwege het gevaar voor ernstige
brandwonden en elektrocutie.
Neem in geval van problemen altijd
contact op met een aangesloten dealer of
gekwalificeerde werkplaats.
Rijden op een overstroomde weg
Het wordt sterk aanbevolen om niet in
overstroomde gebieden te rijden. In alle
gevallen is de maximale toegestane diepte
van het water 150
mm (tot aan de velgrand)
en de maximale snelheid 10
km/h. Zorg
er voor dat deze aanbevelingen in acht
worden genomen, anders kan er ernstige
schade aan het elektrisch circuit ontstaan. Als
het niet mogelijk is om deze aanbevelingen te
volgen, dient u contact op te nemen met een
aangesloten dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om de toestand van het elektrisch
systeem van uw auto te controleren.
Deze batterij slaat de energie op die nodig
is voor de correcte werking van de motor
van uw elektrische auto, de airconditioning
en de ver warming. Net zoals bij alle andere
batterijen raakt deze batterij ontladen wanneer
hij wordt gebruikt en moet hij regelmatig
worden opgeladen. Voor het opladen van de
tractiebatterij is het niet nodig om te wachten
tot de reser vevoorraad er van is aangesproken.
Laden van de tractiebatterij
30
Zekeringen
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard (linkerzijde).
In de tabellen staan alleen de nummers van de zekeringen vermeld die de gebruiker kan
ver vangen. Raadpleeg voor alle andere werkzaamheden het netwerk van de fabrikant of een
gekwalificeerde werkplaats.
Zekeringnr.StroomsterkteFuncties
1 15
A Ruitenwisser achter.
3 5
A Airbags.
4 10
A Diagnoseaansluiting, buitenspiegelverstelling, koplampverstelling.
5 30
A Ruitbediening.
6 30
A Slot van de achterdeuren.
7 5
A Plafonnier achter, dakconsole, dashboardkastje.
8 20
A Autoradio, display, alarm en sirene.
11 15
A Stuurslot.
12 15
A Bedieningspaneel airconditioning, afstandssensoren voor en achter.
13 5
A Instrumentenpaneel.
14 15
A Regen-/lichtsensor, airbags.
15 5
A Overige sloten.
17 40
A Achterruit-/buitenspiegelverwarming.
Slepen van de auto
Sleepoog vóór
Het sleepoog bevindt zich in de
gereedschapsset onder de rechter voorstoel.
Het slepen van de auto met de aangedreven
wielen op de grond is niet toegestaan.
Gebruik voor het slepen van de auto met twee
wielen op de grond altijd professionele sleep-/
takelapparatuur.
Als deze aanwijzingen genegeerd worden,
bestaat er kans op ernstige schade aan het
remsysteem en/of de elektromotor.
Aanvulling elektrisch rijden
32
De actieradius van de auto volgens de
gestandaardiseerde NEDC-testcyclus is
170 km. Deze actieradius kan variëren
afhankelijk van verschillende factoren.
De belangrijkste factoren zijn het gebruik
van de ver warming en airconditioning, de
rijstijl, het soort weg en de leeftijd van de
tractiebatterij.
De mate van veroudering van de tractiebatterij
is eveneens van verschillende factoren
afhankelijk, zoals de buitentemperatuur, de
kilometerstand van de auto, de frequentie van
het snelladen enz.Identificatiegegevens
Serienummer
A. Dit nummer is ingeslagen op de wielkast
rechtsvoor.
Kleurcode banden en lak
B.De sticker B op het voorportier vermeldt
de volgende informatie:
-
d
e maat van de velgen en banden,
-
d
e door de constructeur
goedgekeurde bandenmerken,
-
d
e bandenspanning (deze moet
minstens eens per maand bij koude
banden gecontroleerd worden) ,
-
d
e kleurcode van de lak.
Aanvulling elektrisch rijden
2
.
.
Instrumentenpaneel 7
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 8
M
eters
18
D
immer dashboardverlichting
2
2
Boordcomputer
22
Datum en tijd instellen
2
3
Sleutel
25
Afstandsbediening
25
Voorportieren
28
Schuifdeur(en)
28
B
ediening in geval van een accustoring
2
9
Achterklep
29
Achterdeuren
30
Dakklep
3
2
Centrale vergrendeling
3
3
Alarmsysteem
3
4
Elektrische ruitbediening
3
5Stuurwielverstelling
3
7
Spiegels
3
7
Spiegel naar achterpassagiers
3
8
Voor stoelen
3 8
Individuele voorpassagiersstoel
4
0
Multi-flex bank
4
0
Achterbank
42
Achterstoelen (5 zitplaatsen) 4 3
Achterstoelen (7 zitplaatsen) 4 6
Dubbele cabine
5
0
Modulariteit
5
2
Voorzieningen vóór
5
4
Voorzieningen
passagierscompartiment achter
5
5
Zénith-dak
56
Par fumeur
57
Plafonniers
59
Voorzieningen bagageruimte (5 zitplaatsen)
6
0
Voorzieningen achterin (7 zitplaatsen)
6
1
Voorzieningen laadruimte
6
4
Verwarming/handbediende airconditioning
6
6
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
6
7
Ontdooien en ontwasemen
7
0Lichtschakelaar
71
Automatisch inschakelen van de verlichting
7
2
LED-dagrijverlichting
72
Follow me home-verlichting
7
2
Statische bochtverlichting
73
R
ichtingaanwijzers
73
Koplampverstelling
73
Ruitenwisserschakelaar 73
Algemene aanbevelingen met betrekking
tot de veiligheid
7
6
Alarmknipperlichten
77
Claxon
77
Noodoproep of pechhulpoproep
7
7
ABS
79
BAS
7
9
ASR en DSC
7
9
Grip Control
8
0
Veiligheidsgordels
82
Airbags
85
Kinderzitjes
89
Uitschakelen airbag vóór
aan passagierszijde
9
0
ISOFIX-bevestigingen
98
Kinderbeveiliging
102
Overzicht
Instrumentenpaneel
Toegang tot de auto Ergonomie en comfort
Veiligheid
Verlichting en zicht
Eco-rijden
Inhoudsopgave
5
Sluit als passagier zo min mogelijk
multimedia-apparatuur (DVD-speler, MP3-
speler, spelcomputer enz.) op de auto aan
om het elektriciteitsverbruik, en dus het
brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto
verlaat.
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een
handgeschakelde versnellingsbak, rijd
dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk
de tweede versnelling in. Schakel bij het
accelereren bij voorkeur relatief snel over naar
een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische
transmissie, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal niet
bruusk of diep in.
De schakelindicator adviseert u de versnelling
in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op
het instrumentenpaneel weergegeven
schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een automatische transmissie
wordt de schakelindicator uitsluitend in de
handmatige stand weergegeven.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij
voorkeur af op de motor in plaats van het
rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal
geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft,
nemen het brandstofverbruik en de CO
2-
uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door
het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan
vanaf een snelheid van ongeveer 40
km/h de
snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Matig het gebruik van de
elektrische voorzieningen
Als het passagierscompartiment te warm is,
ventileer dit dan voordat u gaat rijden door de
ruiten en de ventilatieopeningen te openen
voordat u de airconditioning gaat gebruiken.
Sluit bij snelheden boven 50
km/u de ruiten,
maar laat de ventilatieopeningen open staan.
Maak gebruik van alle voorzieningen die kunnen
bijdragen aan een verlaging van de temperatuur
in het interieur (zonneschermen van het schuif-/
kanteldak of de zijruiten enz.).
Schakel de verlichting en de mistlampen uit
als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten
niet stationair warmdraaien: uw auto warmt
sneller op als u rijdt.
Schakel de airconditioning uit zodra de
gewenste temperatuur is bereikt (behalve bij
auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitver warming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn
als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk
uit.
.
.
Eco-rijdensommaire
66
1.Regeling temperatuur.
2. Regeling luchtopbrengst.
3. Regeling luchtverdeling.
4. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie.
5. In-/uitschakelen airconditioning.
Temperatuur
Zet de knop in de gewenste stand:
van blauw (toevoer van koude lucht),
tot rood (toevoer van warme lucht).
Luchtopbrengst
De aanjagersnelheid varieert van 1 tot
4, de krachtigste stand. In stand 0 is de
luchttoevoer uitgeschakeld.
Vergeet niet de stand van de knop aan
te passen om het juiste thermische
comfort te verkrijgen.
Luchtverdeling
Draai de knop in de gewenste stand om de
luchtstroom te verdelen naar: de zijventilatieroosters en de
middelste ventilatieroosters,
de voetenruimte,
Toevoer van buitenlucht
Het lampje in de toets gaat uit.
Gebruik deze stand zo veel
mogelijk.
Luchtrecirculatie in het interieur
Het lampje in de toets gaat aan. De
recirculatie van de interieurlucht
dient om de toevoer van buitenlucht
bij stank en stofoverlast tijdelijk af
te sluiten.
Als deze stand gebruikt wordt ter wijl de
aanjager (stand 1 t /m 4) is ingeschakeld, zorgt
de recirculatie er voor dat de capaciteit van
de verwarming (knop temperatuurregeling
naar rood) of de airconditioning (knop
temperatuurregeling naar blauw) wordt vergroot.
Gebruik deze stand niet langer dan nodig.
Schakel zodra de omstandigheden dit toelaten
de toevoer van buitenlucht weer in om de lucht in
het interieur te ver versen en het beslaan van de
ruiten te voorkomen. Gebruik deze stand zo veel
mogelijk.
Verwarming/handbediende
airconditioning
Verwarming
Handbediende airconditioning de voorruit en de voetenruimte,
de voorruit.
De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in een van
de middelste standen gemarkeerd
met "●" te zetten.
Ergonomie en comfort