337
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
F Maak het klepje in de voorbumper los door het aan de bovenzijde in te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
Slepen van uw auto
F Maak het klepje in de achterbumper los door het aan de linkerzijde in te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de
twee auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
Slepen van een andere auto
F ontgrendel de stuurinrichting en zet de handrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt. F
Z
et de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de
automatische transmissie).
H
et niet opvolgen van dit voorschrift
kan er toe leiden dat bepaalde
componenten (remsysteem,
transmissie...) beschadigd raken
en dat de rembekrachtiger na het
starten mogelijk niet meer werkt.
8
Storingen verhelpen
346
3008-2_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
12V-aansluiting ............................................3 14
180° zicht naar achteren ...............................267
Aanhanger .................................... 163, 19 6 , 284
Aanhangergewichten
............................ 339,
342
Aansluiting 12V
..................... 12
0, 13 3 , 13 6 , 314
Aansluiting 230V
...............................
............13 3
Aansteker
...................................................... 12
0
Accessoires ........................................... 15 6, 201
Accu
...................................... 290, 301 , 332-335
Accu laden
.................................................... 334
Achterklep
....................................................... 75
Achterlichten
................................................. 328
Achterportieren
............................................. 19 4
Achterruitverwarming
...................................118
Achteruitrijlicht
.............................................. 328
Actief dodehoekbewakingssysteem
....... 20,
262
Actieradius AdBlue
® ............................ 3 0, 37 , 38
Active Safety Brake................... 21, 26 , 247 , 250
Adaptieve cruise control met Stop-functie
....................................... 229, 238
AdBlue
® ..................................... 3 0, 37 , 303 , 304
Advanced gr ip Control ................................. 16 4Afmetingen
....................................................
3
44
Afstandsbediening
..................
54-56, 60, 62, 63
Afzetten van de motor
...................................
19
7
Airbags
....................................................
28, 172
Airbags vóór
...............................
...........
173, 176
Airconditioning
...............................
..
10 , 107 , 11 0
Airconditioning (handbediend)
............................ 10
5
, 10 6 , 11 6
Airconditioning
met centrale regeling
..........................
108, 11 6
Airconditioning met gescheiden regeling
................................................
111, 11 6
Alarmknipperlichten
..............................
157, 307
Alarmsysteem
.................................................
70
Allesdragers
..................................................
293
Antiblokkeersysteem (ABS)
.................. 16
0
, 161
Antispinregeling (ASR)
..........
26, 160 , 162, 16 4
Armleuning achter
......................................... 13
4
Armleuning vóór
...............................
.............
124
Audioversterker
.............................................
12 2
Automatische airconditioning
....................... 10
5
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
............................
111, 11 6
Automatische ruitenwissers
..................
152, 155
Automatische transmissie
..............
10, 2 11 , 216 ,
217 , 219 , 302 , 332
Automatisch inschakelen verlichting
...................................
141, 146 , 147
Automatisch noodremsysteem
....................
21, 26 , 247 , 250
Autoradio
.........................................................
45
B
A
Bagageafdekking ............................... ...........13 6
Bagagenet voor hoge belading .....................137
Bagageruimte
...................................... 75, 76 , 79
Banden
.................................................... 10, 345
Bandenreparatieset
...................................... 309
Bandenspanning
............................. 10, 316 , 345
Bandenspanningscontrole (met set)
...............
....................................... 312
Bandenspanning te laag (detectie)
...............
...................................... 223
Batterij afstandsbediening
........................ 63,
66
Batterij afstandsbediening vervangen
...............................
......................66
Bekerhouder
................................................. 11 9
Beladen
........................................... 10, 137 , 293
Benzinemotor
............................... 283, 295 , 338
Binnenspiegel
............................................... 10
1
BlueHDi
..................................... 37, 40 , 303 , 308
Bochtverlichting, statisch
.............................. 1
51
Boordcomputer
......................................... 43, 44
Boordgereedschap
...............................13 9, 309
Brandstof
................................................. 10, 283
Brandstofadditief
........................................... 301
Brandstofniveaumeter
................................... 2
81
Brandstoftank
........................................ 281, 282
Brandstof tanken
.................................... 281-283
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................308
Brandstofverbruik
........................................... 10
Brandstofvulklep
................................... 2
81, 282
Buitenlandse reizen
...................................... 143
Buitenspiegels ......................... 99, 10 0 , 118, 260
Index
6
De programmeerbare verwarming werkt onafhankelijk van de motor.
Bij uitgeschakelde motor wordt het koelcircuit voor ver warmd tot de optimale
motorbedrijfstemperatuur zodra de verwarming wordt ingeschakeld.
De programmeerbare ver warming wordt ingeschakeld met de afstandsbediening met groot bereik.
Dit kan direct of uitgesteld zijn met behulp van een programmeringsfunctie.
Programmeerbare verwarming
Schakel de programmeerbare ver warming altijd uit tijdens het tanken om elk risico van brand
of explosie te vermijden.
De programmeerbare ver warming wordt door brandstoftank van de auto voorzien van
brandstof. Voor gebruik controleren of de resterende hoeveelheid brandstof voldoende is.
Wanneer het peil gedaald is tot het reser veniveau adviseren wij u nadrukkelijk de ver warming
niet te programmeren.
Om het risico van vergiftiging of verstikking te vermijden, mag de programmeerbare
ver warming niet worden gebruikt, ook niet voor korte perioden, in afgesloten ruimten, zoals
een garage of een werkplaats die niet voorzien zijn van een uitlaatgasafvoersysteem.
Parkeer de auto niet op een brandbare ondergrond (droog gras, dode bladeren, papier ...) –
brandgevaar!
De bewegingsdetector van de
interieurbeveiliging werkt mogelijk minder goed
door de luchtstroming van de programmeerbare
ver warming wanneer die in gebruik is.
Om een ongewenste activering van het alarm
te voorkomen tijdens het gebruik van de
programmeerbare verwarming, is het raadzaam
de interieurbeveiliging uit te schakelen.Door het instellen van de programmeerbare
ver warming kunt u deze functie gebruiken om
het interieur van uw auto te ver warmen.
Neem contact op met het PEUGEOT netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Presentatie
De afstandsbediening voor de programmering
van de ver warming kent de volgende knoppen
en displays:
Afstandsbediening
1.
Knoppen voor de functies in het
vervolgkeuzemenu.
2. Functiesymbolen:
Klok, temperatuur, gebruiksduur,
geprogrammeerde tijd, bediening van de
verwarming, beheer van de verwarming.
3. Digitale displays:
Tijd, temperatuur, gebruiksduur,
geprogrammeerde tijd of
verwarmingsniveau.
4. Uit-knop.
5. Aan-knop.
Ergonomie en comfort