1453-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53D89E)
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn vergrendeld/
ontgrendeld. (Vergrendeld: eenm aal; ontgrendeld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de ruiten en het schuifdak bediend worden.
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie er voor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld.
■Verlichting Welcome Light-systeem
De parkeerlichten voor, de achterlichten en de kentekenplaatverlichting gaan in het don-
ker automatisch branden wanneer u de portieren ontgrendelt met de instapfunctie of de
afstandsbediening als de lichtsch akelaar in de stand AUTO staat.
■Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsensor aan de
bovenzijde van de portiergreep (auto's met instapfunctie)
■Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te verg rendelen wanneer een portier niet geheel
gesloten is, klinkt er gedurend e 5 seconden een zoemer. Slui t het portier volledig om de
zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
■Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld, wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
( → Blz. 92)
■Wanneer het Smart entry-systeem met start knop of de afstandsbediening niet goed
werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de port ieren te vergrendelen en ontgrendelen.
( → Blz. 629)
Vervang de sleutelbatterij door een ni euw exemplaar als deze ontladen raakt.
( → Blz. 549)
Als het portier niet kan worden vergrendeld,
zelfs wanneer het sensorgebied bovenaan
wordt aangeraakt, probeer dan de sensorge-
bieden bovenaan en onderaan tegelijkertijd aan
te raken.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P
age 145 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
1493-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53D89E)
■Instellen van de ontgrendelfunctie (auto's met instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke portieren met de instapfunctie via de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld.
Zet het contact UIT.
Schakel de inbraaksensor en de hellingsensor van het alarmsysteem uit om tijdens het
veranderen van de instellingen het alarm ni et onbedoeld te activeren. (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 95)
Wanneer het controlelampje in de sleu tel uit is, houd dan de toets , of
ongeveer 5 seconden ingedrukt terwijl u tegelijkertijd de toets ingedrukt
houdt.
De instelling verandert telken s wanneer een handeling wordt uitgevoerd, zoals hieron-
der is aangegeven. (Als u de in stelling opnieuw wilt wijzigen, laat u de toetsen los, wacht
u ten minste 5 seconden en he rhaalt u vervolgens stap .)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen dat het alarm onbedoeld wordt geacti-
veerd, moet u de portieren ontgrendelen me t de afstandsbediening en een portier een-
maal openen en sluiten als de instellingen zijn gewijzigd. (Als er binnen 30 seconden
nadat op is gedrukt geen portier wordt geopend, worden de portieren weer ver-
grendeld en wordt het alarm automatisch ingeschakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit wordt geactiveerd. ( →Blz. 93)
1
2
3
3
Multi-informatiedis-
playOntgrendelfunctiePiepsignaal
(auto's met linkse besturing)
(auto's met rechtse besturing)
Als u de portiergreep van het
bestuurdersportier vasthoudt,
wordt alleen het bestuurders-
portier ontgrendeld.
Exterieur: 3 keer een
piepsignaal
Interieur: Eén belsignaal
Als u de portiergreep van het
voorpassagiersportier vast-
houdt, worden alle portieren
ontgrendeld.
Als u een voorportiergreep
vasthoudt, worden alle portieren
ontgrendeld.Exterieur: Twee piepsig-
nalen
Interieur: Eén belsignaal
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 149 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
1603-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53D89E)
■Aanwijzing voor de instapfunctie (indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het sys-
teem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij
het midden van de achterbumper bij het ontgrendelen van de achterklep.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portier-
vakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afha nkelijk van de ontvangst van de radiogol-
ven wordt de sleutel mogelijk gesignaleerd door de antenne buiten het interieur en
kunnen de portieren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektroni-
sche sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binn en het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon word en vergrendeld en ontgrendeld. De auto
kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die de elektronische sleutel sig-
naleren.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of het
wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld of vergrendeld. (Als de
portieren niet worden geopend en gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden
automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening word t gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid va n de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid
dat de portieren niet ontgrendeld worden d oor de instapfunctie. (Gebruik de afstands-
bediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrend elsensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogel ijk niet vergrendeld of ontgrendeld.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dit geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een af stand van ten minste 2 meter van de auto.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-sys-
teem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 158)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een zoem er buiten de auto. Vergrendel alle portie-
ren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsens or en raak hem opnieuw aan of gebruik
de vergrendelsensor aan de onderzijde van de portiergreep.
●Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binneng estapt, kan ontgrendeling van de portieren
belemmeren. Raak de ontgrendelsensor van he t portier aan en controleer of de portie-
ren worden ontgrendeld voordat u op nieuw aan de portiergreep trekt.
●Het ontgrendelen van de auto duurt mogelijk langer als zich een andere elektronische
sleutel in het effectieve bereik bevindt.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 160 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
1883-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
IS300h_EE(OM53D89E)
◆Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op basis
van de helderheid van de koplampen van achteropkomend verkeer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
AAN/UIT
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld tel-
kens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te
schakelen. (Het co ntrolelampje gaat
ook uit.)
■Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met binnenspiegel met
automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook niet,
omdat hierdoor de werking van de sensoren in
negatieve zin beïnvloed kan worden.
WA A R S C H U W I N G
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorzaken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 188 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
201
4Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto.....................202
Lading en baga ge ......................209
Rijden met een aanhangwagen (auto's zonder
trekhaakpakket)........................ 210
Rijden met een aanhangwagen (auto's met trekhaakpakket) .. 211
4-2. Rijprocedures Startknop ........................................ 219
EV-modus...................................... 224
Hybridetransmissie ................... 226
Richtingaanwijzerschakelaar 233
Parkeerrem ................................... 235
ASC (Active Sound Control)236
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar ........................... 237
Automatic High Beam- systeem........................................ 240
Schakelaar mistlampen ........... 244
Ruitenwissers en -sproeiers... 245
4-4. Tanken Openen van de tankdop .........253 4-5. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Lexus Safety System+ .............. 257
PCS (Pre-Crash Safety- systeem)...................................... 265
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ...................279
RSA (Road Sign Assist)...........288
Dynamic Radar Cruise Control ........................................ 293
Cruise control .............................305
Lexus Parking Assist-sensor .309
Lexus Parking Assist Monitor 318
BSM (Blind Spot Monitor) ..... 334 • BSM-functie...........................340
• RCTA-functie ........................ 343
Rijmodusselectieschakelaar..348
Ondersteunende systemen... 352
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ..358
Rijden in de winter .......................361
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 201 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
2384-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53D89E)
Dankzij dit systeem kunnen de koplampe n en de parkeerlichten vóór gedurende
30 seconden worden ingeschakeld wanneer het contact UIT staat.
Trek nadat u het contact UIT hebt gezet
de hendel naar u toe en laat hem los
terwijl de lichtschakelaar in de stand of staat.
Trek de hendel naar u toe en laat hem
weer los om de verlichting uit te schake-
len.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als het hybridesysteem wordt gestart met de
lichtschakelaar uit of in de stand AUTO en de parkeerrem wordt gedeactiveerd. (Brandt
helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting is niet ontworpen voor gebruik
in het donker.
■Sensor koplampregeling
■Automatisch uitschakelsysteem verlichting
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen worden
automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar in stand st aat: De koplampen en alle verlichting
worden automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de lichtschakelaar
een keer in de stand
en vervolgens terug in de stand of .
Follow Me Home-systeem
De werking van de sensor kan in negatieve zin
beïnvloed worden als er iets over de sensor
heen geplaatst wordt of als er iets op de ruit
wordt aangebracht waardoor de sensor wordt
afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor ni et op de juiste manier
de hoeveelheid omgevingslicht signaleren,
waardoor het automatische koplampsysteem
mogelijk onjuist functioneert.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 238 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
2394-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■Zoemer verlichting
Een zoemer klinkt als het contact UIT of in stand ACC wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstelling
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding van andere weggebruikers door de kop-
lampen te voorkomen.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid li chtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 662)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting ni et langer ingeschakeld dan nood zakelijk is als het hybridesysteem
niet is ingeschakeld.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 239 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
2404-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53D89E)
Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand of
staat.
Druk de schakelaar van het Auto-
matic High Beam-systeem in.
Het controlelampje van het Automatic
High Beam-systeem gaat branden als
het systeem werkt.
Automatic High Beam-systeem∗
∗
: Indien aanwezig
Het Automatic High Beam-systeem ge bruikt een camerasensor aan de
bovenzijde van de voorruit om de held erheid van de verlichting van tegenlig-
gers en voorliggers, straatverlichting, enz. te beoordelen en schakelt, indien
nodig, het grootlicht automatisch in en uit.
WA A R S C H U W I N G
■Beperkingen van het Automatic High Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig
en houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel indien nodig handmatig het groot-
licht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic High Beam-systeem
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 240 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM