4 115
Kenmerken van uw auto
Controlelampje DownhillBrake Control (DBC)(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 secondenbranden en gaat dan uit.
• Als u het DBC-systeem inschakelt door op de toets DBC te drukken.
Dit lampje knippert:
• Als het DBC-systeem in werking is.
Dit lampje gaat geel branden:
• In het geval van een storing in het DBC-systeem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie voor meer informatie "Downhill Brake Control (DBC)" in hoofdstuk 5.
Hoofdwaarschuwingslampje
Dit controlelampje gaat branden:
• In geval van een storing in een van de onderstaande systemen.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau
(indien van toepassing)
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in Lane Departure Warning- systeem (LDWS) (indien van toepassing)
- Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS, indien van toepassing)
- Onderhoudsherinnering, enzovoorts.
Kijk op het LCD-display voor meer
informatie over de waarschuwing.
Kenmerken van uw auto
276
4
4. MODE
• Telkens wanneer u op deze toets drukt,
wordt de modus gewijzigd in de
volgorde FM1 ➟FM2 ➟FMA ➟AM ➟
AMA ➟USB of iPod ®
➟ AUX ➟My
Music ➟BT Audiosysteem
• Als het apparaat niet is aangesloten of als er geen CD is geplaatst, worden de
desbetreffende modi uitgeschakeld.
5. (indien van toepassing)
• Wanneer er kort op deze toets wordt gedrukt (korter dan 0,8 seconden)
- Start de spraakherkenning
- Wanneer deze functie wordt geselecteerd tijdens een stembegeleiding, stopt de begeleiding
en wordt de wachtstatus voor het
spraakcommando ingeschakeld
• Wanneer deze toets ingedrukt wordt gehouden (langer dan 0,8 seconden)
- Beëindigt de spraakherkenning 6.
• Wanneer er kort op deze toets wordt
gedrukt (korter dan 0,8 seconden)
- Wanneer er in het telefoonscherm op deze toets wordt gedrukt, wordt het
scherm met het oproepoverzicht
weergegeven
- Wanneer er in het kiesscherm op deze toets wordt gedrukt, wordt er gebeld
- Wanneer er in het scherm voor binnenkomende oproepen op deze
toets wordt gedrukt, wordt de oproep
beantwoord
- Wanneer er tijdens een wisselgesprek op deze toets wordt gedrukt, wordt er
overgeschakeld naar het gesprek in de
wachtstand (Call Waiting)
• Wanneer deze toets ingedrukt wordt gehouden (langer dan 0,8 seconden)
- Wanneer er in de handsfree
Bluetooth® Wireless Technology-
wachtmodus op deze toets wordt
gedrukt, wordt de laatste oproepopnieuw gebeld
- Wanneer er tijdens een handsfree
Bluetooth® Wireless Technology-
oproep op deze toets wordt gedrukt,
wordt er weer overgeschakeld naar de
mobiele telefoon (Private) - Wanneer er tijdens het bellen op de
mobiele telefoon op deze toets wordt
gedrukt, wordt er overgeschakeld naar
Bluetooth® Wireless Technology
Handsfree (werkt alleen wanneer
Bluetooth® Wireless Technology
Handsfree is verbonden)
7.
• Beëindiging van het telefoongesprek
Kenmerken van uw auto
306
4
✽AANWIJZING -de
audiomodus van
Bluetooth®
Wireless Technology-audio
gebruiken
• De audiomodus van Bluetooth®
Wireless Technology kan alleen
worden gebruikt wanneer er een
mobiele telefoon met Bluetooth®
Wireless Technology is verbonden.
• De audiomodus van Bluetooth®
Wireless Technology is niet
beschikbaar wanneer er mobiele
telefoons worden verbonden die deze
functie niet ondersteunen.
•Als er Bluetooth®
Wireless
Technology-audio wordt afgespeeld
wanneer de Bluetooth®
Wireless
Technology-telefoon wordt
verbonden, stopt ook de muziek.
• Als u tijdens het afspelen van Bluetooth ®
Wireless Technology-
audio naar boven of beneden in de
lijst met muziekstukken scrolt,
kunnen er in sommige mobiele
telefoons plopgeluiden worden
weergegeven.
• Audiostreaming via Bluetooth®
Wireless Technology wordt op
sommige mobiele telefoons mogelijk
niet ondersteund. (Vervolg)(Vervolg)
• Wanneer u terugkeert naar de
audiomodus van Bluetooth®
Wireless
Technology nadat u een gesprek hebt
beëindigd, wordt de modus op
sommige mobiele telefoons mogelijk
niet automatisch opnieuw gestart.
• Als u een binnenkomende oproep ontvangt of zelf belt terwijl er
Bluetooth ®
Wireless Technology-
audio wordt afgespeeld, kan het
gesprek worden verstoord door
muziek.
4 325
Kenmerken van uw auto
SPRAAKHERKENNING
- Type B-1
(indien van toepassing)
De spraakherkenning gebruiken
De spraakherkenning starten
Druk kort op de toets op het
stuurwiel. Geef een commandoAls de [Normal Mode] (normale modus)
voor de spraakcommando's is
ingeschakeld, zegt het systeem "Geef
een commando. Piep~"
• Als de [Expert Mode] (expertmodus)
voor de spraakcommando's is
ingeschakeld, zeg het systeem alleen"Piep~"
• Als u de instelling Normal Mode/Expert Mode (normale modus/expertmodus)wilt wijzigen, gaat u naar
[System] (systeem) [Prompt
Feedback] [stembegeleiding].
✽AANWIJZING
Geef het spraakcommando voor een
juiste spraakherkenning direct na de
stembegeleiding en de pieptoon.
Stembegeleiding overslaan
Tijdens de stembegeleiding Druk kort
(korter dan 0,8 seconden) op de toets op het stuurwiel.
De stembegeleiding wordt onmiddellijk
gestopt en er klinkt een pieptoon. Geefhet commando na de "piep".
De spraakherkenning opnieuw starten
Als het systeem op een commando
wacht druk kort (korter dan 0,8
seconden) op de toets op hetstuurwiel.
De wachtstand voor het commando
wordt onmiddellijk gestopt en er klinkt
een pieptoon. Geef het commando na de"piep".SETUP
Rijden met uw auto
10
5
Verlichte toets Engine Start/Stop
Wanneer het voorportier wordt geopend,
gaat de verlichting van de toets Engine
Start/Stop branden. De verlichting gaat
ongeveer 30 seconden nadat het portier
gesloten is uit. De verlichting gaat ook
direct uit wanneer het antidiefstal-
systeem geactiveerd wordt. Positie van de toets Engine
Start/Stop
OFF
Met handgeschakelde transmissie
Om de motor (stand START/RUN) of het
contact (stand ON) uit te schakelen
brengt u de auto tot stilstand en drukt u
op de toets Engine Start/Stop.
Met automatische transmissie
Druk de toets Engine Start/Stop in terwijl de selectiehendel in stand P staat om de
motor (stand START/RUN) of het contact
(stand ON) uit te zetten. Wanneer U de
toets Engine Start/Stop indrukt en deselectiehendel niet in stand P staat, zal
de toets Engine Start/Stop niet naar
stand OFF gaan, maar naar stand ACC.Auto's met stuurslot
Het stuurwiel wordt ook vergrendeld
wanneer de toets Engine Start/Stop instand OFF staat, om de auto tegen
diefstal te beveiligen. Het wordt
vergrendeld wanneer het portier wordtgeopend.
Als het stuurwiel niet correct vergrendeld
is wanneer u het bestuurdersportier
opent, zal er een waarschuwingszoemer
klinken. Probeer het stuurwiel opnieuw te
vergrendelen. We adviseren u hetsysteem te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer als het
probleem niet verholpen is.
Als de toets Engine Start/Stop in stand
OFF staat wanneer het bestuurders-
portier wordt geopend, zal het stuurwiel
niet worden vergrendeld en klinkt de
waarschuwingszoemer. Sluit in dat geval
het portier. Het stuurwiel zal dan worden
vergrendeld en de waarschuwings-
zoemer stopt.
✽ AANWIJZING
Als het stuurwiel niet correct wordt
ontgrendeld, zal de toets Engine
Start/Stop niet werken. Druk de toets
Engine Start/Stop in terwijl u het
stuurwiel naar rechts en naar links
draait.
TOETS ENGINE START/STOP (INDIEN VAN TOEPASSING)
Wit
ODM052006
511
Rijden met uw auto
✽ AANWIJZING
U kunt de motor (START/RUN) of het
contact (ON) alleen uitschakelen
wanneer de auto stilstaat.ACC (Accessoires)
Met handgeschakelde transmissie
Druk de toets Engine Start/Stop als deze
in stand OFF staat in zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
Met automatische transmissie
Druk de toets Engine Start/Stop als deze
in stand OFF staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Het stuurwiel wordt ontgrendeld en de
elektrische accessoires kunnen bediend
worden.
Als de toets Engine Start/Stop langer
dan 1 uur in stand ACC staat, wordt de
toets automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu leegraakt.
ON
Met handgeschakelde transmissie
Druk de toets Engine Start/Stop als deze
in stand ACC staat in zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
Met automatische transmissie
Druk de toets Engine Start/Stop als deze
in stand ACC staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Voordat de motor wordt gestart, gaan de
waarschuwingslampjes ter controle
branden. Laat de toets Engine Start/Stop
niet lang in stand ON staan. De batterij
kan leegraken, omdat de motor
uitgeschakeld is.
OPMERKING
In een noodsituatie kunt u, terwijl de auto rijdt, de motor uitschakelenen het contact in stand ACC draaiendoor de toets Engine Start/Stop
langer dan 2 seconden ingedrukt tehouden of 3 keer na elkaar in te
drukken binnen 3 seconden. Als de auto nog rijdt, kunt u de motor
opnieuw starten zonder dat u hetrempedaal ingetrapt houdt door de
toets Engine Start/Stop in tedrukken met de selectiehendel in
stand N (vrijstand).
OranjeBlauw
Rijden met uw auto
12
5
START/RUN
Met handgeschakelde transmissie
Om de motor te starten trapt u het
koppelingspedaal en het rempedaal in en
drukt u de toets Engine Start/Stop in met
de selectiehendel in stand N (vrijstand).
Met automatische transmissie
Om de motor te starten trapt u het
rempedaal in drukt u de toets Engine
Start/Stop in met de selectiehendel in
stand P (parkeren) of N (vrijstand). Start
de motor, voor uw eigen veiligheid, met
de selectiehendel in stand P (parkeren).
✽ AANWIJZING
Als u de toets Engine Start/Stop indrukt
zonder het koppelingspedaal
(handgeschakelde transmissies) of
zonder het rempedaal (automatische
transmissies) in te trappen, zal de motor
zal niet aanslaan. De stand van de toets
Engine Start/Stop verandert dan als
volgt:
OFF
ACC ON OFF of ACC
✽ AANWIJZING
Als u de toets Engine Start/Stop lang in
stand ACC of ON laat staan, zal de accu
ontladen raken.
WAARSCHUWING
• Druk de toets Engine Start/Stop nooit in terwijl de auto rijdt.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen en neemt de
remkracht af, wat tot een ongevalkan leiden.
• Het stuurslot dient niet ter vervanging van de parkeerrem.
Controleer altijd of stand P is
ingeschakeld, trek de parkeerrem
volledig aan en zet de motor uit
voordat u de auto verlaat. Als
deze voorzorgsmaatregelen niet
worden opgevolgd, kan de auto
onverwacht en plotseling in
beweging komen.
(Vervolg)
Niet verlicht
513
Rijden met uw auto
Starten van de motor✽AANWIJZING
- Kickdown-mechanisme(indien van toepassing)
Het kickdown-mechanisme in het
gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld
met volgas wordt gereden door het
gaspedaal extra weerstand te geven. Als
het gaspedaal echter voor meer dan
80% wordt ingetrapt, wordt er mogelijk
al met volgas gereden en zal het
gemakkelijker zijn om het pedaal
verder in te trappen. Dit duidt niet op
een storing.(Vervolg)
• Steek nooit tijdens het rijden uw hand door het stuurwiel om de
toets Engine Start/Stop of andere
bedieningsorganen te bedienen.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen, wat kan leiden
tot een ongeval en ernstig letsel.
• Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.
WAARSCHUWING
• Draag altijd geschikte schoenen tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, hetgaspedaal en het
koppelingspedaal.
• Start de auto niet terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt. De
auto kan in beweging komen, wat
kan leiden tot een ongeval.
• Wacht totdat het motortoerental normaal is. De auto kan
plotseling in beweging komen als
het rempedaal wordt losgelatenbij een hoog toerental.