Page 114 of 566

2-38
Veiligheidssysteem van uw auto
Kiezen van een kinderzitje (CRS)
Doe bij het kiezen van een
kinderzitje altijd het volgende:
Controleer of het kinderzitje isvoorzien van een label waarop
staat dat het desbetreffende zitje
wettelijk goedgekeurd is.
Een kinderzitje mag alleen worden
gebruikt als het is goedgekeurd
conform de norm ECE-R 44 ofECE-R 129.
Kies het kinderzitje op basis van de lengte en het gewicht van uw kind.
U vindt deze informatie normaal
gesproken op het verplichte label
of in de gebruiksaanwijzing.
Kies een kinderzitje dat past op de zitplaats van uw auto waarop het
zitje geplaatst gaat worden.
Lees de waarschuwingen en aanwijzingen van de fabrikant voor
het plaatsen en het gebruik van het
kinderzitje en volg de aanwijzingen
op.
Soorten kinderzitjes
Er zijn in grote lijnen drie soorten
kinderzitjes: zitjes waarbij het kindmet het gezicht naar achteren
gericht zit, zitjes waarbij het kind met
het gezicht naar voren gericht zit en
zittingverhogingen.
Ze worden ingedeeld op basis van
de leeftijd, de lengte en het gewicht
van het kind.
Kinderzitje waarbij het kind met
het gezicht naar achteren gericht zit
Een kinderzitje waarbij het kind met
het gezicht naar achteren gericht zit,
houdt de rug van het kind tegen het
zitje gedrukt. Door het gordelsysteem
blijft het kind in de juiste positie zitten.
Bovendien houdt dit gordelsysteem
het kind tijdens een ongeval in het
zitje en reduceert het de kracht die
wordt uitgeoefend op de kwetsbare
nek en wervelkolom.
OAE036062
Page 123 of 566
2-47
Veiligheidssysteem van uw auto
2
2. Zet de gesp vast in degordelsluiting. Controleer of een
klikkend geluid hoorbaar is.
Informatie
Plaats de ontgrendelknop zo dat deze in
geval van nood gemakkelijk bereikbaar is. 3. Beperk zo veel mogelijk de speling
van de gordel door tegen het
kinderzitje te drukken terwijl u deschoudergordel door de
blokkeerautomaat laat oprollen.
4. Beweeg het kinderzitje naar voren en achteren om te controleren of
de gordel het zitje stevig op zijnplaats houdt.
Wanneer de fabrikant van het
kinderzitje het gebruik van een Top
Tether-bevestigingspunt adviseert in
combinatie met de driepuntsgordel,ga dan naar pagina 2-43. Druk de ontgrendelknop op degordelsluiting in, haal de
driepuntsgordel uit het kinderzitje en
laat de gordel volledig oprollen als u
het kinderzitje wilt verwijderen.
i
OLMB033045OLMB033046
Page 171 of 566

3-24
Handige voorzieningen in uw auto
Gebruik geen krabber om despiegel ijsvrij te maken, anders
kan het spiegelglas beschadigdraken.
Probeer de buitenspiegel niet met kracht af te stellen als deze
is vastgevroren. Gebruik een
goedgekeurde ruitontdooier
(geen koelvloeistof) of een
spons of zachte doek met zeer
warm water, of zet de auto opeen warme plaats om het ijs telaten smelten. Afstellen van de buitenspiegels :
1. Druk op de toets L (links) of R
(rechts) (1) om de spiegel te selecteren die u wilt afstellen.
2. Gebruik de bedieningsschakelaar voor de spiegel om degeselecteerde spiegel omhoog,omlaag, naar links of naar rechts
te bewegen.
3. Zet de schakelaar na het verstellen terug in de middenstand
om te voorkomen dat de spiegel
onbedoeld wordt versteld.
AANWIJZING
De rechter buitenspiegel is
convergerend. Bij
uitvoeringen voor sommigelanden is ook de linker
buitenspiegel convergerend.
Objecten in de spiegel zijn
daardoor dichterbij dan zelijken.
Gebruik bij het veranderen
van rijstrook daarom uw
binnenspiegel en kijk opzij omde werkelijke afstand tot het
achteropkomende verkeer
vast te stellen.
WAARSCHUWING
Verstel de buitenspiegels niet
en klap ze ook niet in tijdens het
rijden. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen,
waardoor er een ongeval kanontstaan.
WAARSCHUWING
OAE046014
Page 182 of 566

3-35
Handige voorzieningen in uw auto
3
Verwijder van tijd tot tijd het vuildat zich heeft verzameld op de
geleiderail van het schuifdak of
tussen het schuifdak en het
dakpaneel, omdat dit lawaai kan
veroorzaken.
Wanneer u het schuifdak probeert te openen bijtemperaturen onder hetvriespunt of als het dak is
bedekt met sneeuw of ijs, kan de
motor beschadigd raken. In een
koud en nat klimaat werkt het
schuifdak mogelijk niet correct.
Informatie
Veeg na het wassen van de auto en na
een regenbui het schuifdak eerst
droog alvorens het te openen.
Zonnescherm
Het zonnescherm wordt automatisch met het glaspaneel geopend
wanneer dit openschuift. U moet hetechter handmatig sluiten.
Het zonnescherm schuift
gelijktijdig met het schuifdak
open. Laat het zonnescherm niet
dichtzitten als het schuifdak
geopend is.
AANWIJZING
i
AANWIJZING
OAD045037
Zorg er bij het verlaten van uw
auto voor dat het schuifdak
volledig is gesloten. Als het
schuifdak open staat, kan
sneeuw of regen in het
interieur komen of kan de auto
worden gestolen.
Laat kinderen niet het
schuifdak bedienen.
Zorg dat er tijdens het rijden
geen bagage door de opening
van het schuifdak steekt.
OPMERKING
Page 218 of 566

3-71
Handige voorzieningen in uw auto
3
Beperkt vermogen
In de volgende gevallen wordt deze
waarschuwingsmelding weergegeven
als het vermogen van de auto voor de
veiligheid wordt begrensd.
Als het niveau van dehoogspanningsbatterij beneden een bepaalde drempel ligt of despanning afneemt.
Als de temperatuur van de elektromotor of
hoogspanningsbatterij te hoog of
te laag is. Als er een probleem met het
koelsysteem is of er een storing is
die normaal rijden onmogelijkmaakt.
Accelereer niet plotseling of rijd niet plotseling uit stilstand weg
als deze waarschuwingsmelding
weergegeven wordt. Laad de hoogspanningsbatterij
onmiddellijk als het laadniveau
van de hoogspanningsbatterij
onvoldoende is.
Stop voertuig en controleer voeding
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als er een storing
optreedt in het voedingssysteem.
Breng uw auto in dit geval op een
veilige plaats tot stilstand. Weadviseren u de auto naar de
dichtstbijzijnde officiële HYUNDAI-dealer te laten slepen en te latencontroleren.
AANWIJZING
OAEE046127LOLFH044230L
Page 238 of 566

3-91
Handige voorzieningen in uw auto
3
Energiebesparingsfunctie
Deze functie voorkomt dat de accu
ontladen raakt. Het systeem schakelt
automatisch de parkeerlichten uit
wanneer de bestuurder de auto
uitschakelt en het bestuurdersportieropent.
De parkeerlichten worden
automatisch uitgeschakeld als de
auto in het donker langs de kant van
de weg wordt geparkeerd.
Volg onderstaande procedure als de
parkeerlichten moeten blijven
branden wanneer de auto is
uitgeschakeld:
1) Open het portier aan
bestuurderszijde.
2) Schakel de parkeerlichten UIT en AAN met de lichtschakelaar op de
stuurkolom.
Follow me home-functie
(indien van toepassing)
Als u de startknop in stand ACC of
OFF zet met ingeschakelde
koplampen, blijven de koplampen
(en/of parkeerlichten) gedurende
ongeveer 5 minuten branden. Alsechter de auto uit is en het
bestuurdersportier wordt geopend
en gesloten, worden de koplampen
(en/of de parkeerlichten) na 15
seconden uitgeschakeld.
De koplampen (en/of parkeerlichten)
kunnen worden uitgeschakeld door
tweemaal op de vergrendeltoets van
de Smart Key te drukken of door de
lichtschakelaar in de stand OFF of
AUTO te zetten. De koplampen
worden echter niet uitgeschakeld
wanneer het donker is en u de
lichtschakelaar in de stand AUTO
zet.
U kunt de Follow me home-functie
in- of uitschakelen met de modus
Gebruikersinstellingen op het LCD-
display. Zie "LCD-display" in dit
hoofdstuk voor meer informatie. Wanneer de bestuurder het
voertuig via een ander portier dan
het bestuurdersportier verlaat,werkt de
energiebesparingsfunctie niet en
wordt de Follow me home-functie
niet automatisch uitgeschakeld.
Hierdoor zal de accu ontladen
raken. Schakel in dit geval de
verlichting uit voordat u de autoverlaat.
AANWIJZING
Page 248 of 566

3-101
Handige voorzieningen in uw auto
3
Ruitensproeier voorruit
Trek de hendel naar u toe om de
ruitensproeiers in te schakelen. Als
de ruitenwisserschakelaar in standOFF (O) staat, zullen de
ruitenwissers 1 - 3 wisslagen maken.
De ruitensproeier en de
ruitenwissers blijven werken tot u de
hendel loslaat. Als de ruitensproeiers
niet werken, moet u mogelijk
ruitensproeiervloeistof bijvullen.Wanneer de buitentemperatuurbeneden het vriespunt is,
verwarm de voorruit dan ALTIJD
door deze te ontwasemen om te
voorkomen dat de
ruitensproeiervloeistof op de
ruit bevriest en uw zicht
belemmert, waardoor een
ongeval met ernstig letsel tot
gevolg kan ontstaan.
WAARSCHUWING
OAD045404
Gebruik de ruitensproeiers
niet wanneer het reservoir
leeg is, om beschadiging van
de ruitensproeierpomp te
voorkomen.
Schakel de ruitenwissers niet
in als de voorruit droog is, om
beschadiging van de wissers
en de voorruit te voorkomen.
Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te
bewegen, om beschadiging
van de ruitenwisserarmen en
van andere onderdelen te
voorkomen.
Gebruik om mogelijke schade
aan het ruitenwisser- en
ruitensproeiersysteem te
voorkomen in de winter of bij
lage buitentemperaturen
speciale ruitensproeier
-
vloeistof.
OPMERKING
Page 297 of 566
Bluetooth®Wireless Technology
handsfree
U kunt de telefoon draadloos
gebruiken dankzij Bluetooth ®
Wireless Technology. (1) Toets bellen/beantwoorden
(2) Toets gesprek beëindigen
(3) Microfoon
Audio: Zie voor meer informatie
AUDIO in dit hoofdstuk.
AVN: Meer informatie over
Bluetooth®Wireless Technology
handsfree vindt u in het afzonderlijk
geleverde instructieboekje.
Audio/Video/Navigatiesysteem
(AVN) (indien van toepassing)
Gedetailleerde informatie over het
AVN-systeem vindt u in een
afzonderlijk geleverd
instructieboekje.
OAE046440
OAE046447
4-5
Multimediasysteem
4