FILTERS
Vervanging van filterelementen
(luchtfilter, pollenfilter, oliefilter, enz.)
wordt verzorgd volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema.
Vervangen
Raadpleeg het Geprogrammeerde
Onderhoudsschema.
ACCU
Bevindt zich onder afdekking 1
fig. 270 en behoeft geen onderhoud. Hij
mag niet worden geopend en er mag
geen vloeistof aan worden toegevoegd.
DE BATTERIJ
VERVANGEN
199) 200) 201) 202) 203) 204)
50) 51) 52)
6)
Aangezien de volgende handeling
ingewikkeld is, raden we u aan contact
op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk.Etiket A fig. 271
Volg de instructies op de accu:
2geen open vlammen en niet roken;
3oogbescherming verplicht;
4uit de buurt van kinderen houden;
5explosieve stoffen;
6dit Instructieboek;
7corrosieve stoffen.
BELANGRIJK
199)De motor moet stilgezet worden
voordat er gewerkt kan worden aan het
motorcompartiment.
200)Ga zorgvuldig met de accu om, want
de accu bevat zwavelzuur dat niet met
ogen of huid in contact mag komen.
Gebeurt dit toch, spoel dan grondig uit met
water. Raadpleeg, indien nodig, een arts.
Houd de accuonderdelen ver bij open
vlammen, gloeiende voorwerpen en vonken
uit de buurt: ontploffingsgevaar.
270T36628
271T28705
182
ONDERHOUD EN ZORG
201)Let er bij werkzaamheden aan de
motor op dat deze heet kan zijn. Bovendien
zou de koelventilator ieder moment kunnen
gaan draaien. Gevaar voor letsel.
202)Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen. Houd
open vuur en vonkvormende apparaten uit
de buurt van de accu: brand- en
explosiegevaar.
203)Als de accu met onvoldoende
vloeistof werkt, kan dit de accu
onherstelbaar beschadigen en een explosie
veroorzaken.
204)Bij werkzaamheden aan de accu of in
de buurt van de accu, moeten de ogen
altijd met een speciale bril beschermd
worden.
BELANGRIJK
50)Aangezien een specifieke accu is
gebruikt, moet deze worden vervangen met
een equivalent. Wend u tot het Fiat
Servicenetwerk.
51)Onjuiste installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan leiden tot
ernstige schade aan het voertuig. Als men
na aanschaf van het voertuig accessoires
wil monteren (diefstalbeveiliging, mobiele
telefoon enz.), ga dan naar een werkplaats
van het Fiat Servicenetwerk, die de meest
geschikte apparaten zal aanraden en zal
controleren of een accu met een grotere
capaciteit gemonteerd moet worden.52)Als het voertuig langere tijd niet
gebruikt wordt onder extreem koude
weersomstandigheden, dan moet de accu
worden verwijderd en op een verwarmde
plaats worden bewaard om bevriezing te
voorkomen.
BELANGRIJK
6)Accu’s bevatten stoffen die zeer
gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem voor
het vervangen van de accu contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
WIELEN EN BANDEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE
De banden zijn de enige contactpunten
van het voertuig met het wegdek en
moeten daarom goed onderhouden
worden.
De plaatselijke wetgeving omtrent
verkeersregels moet worden
opgevolgd.
205) 206) 207) 208) 209)
53) 54)
ONDERHOUD
De banden moeten altijd in goede
conditie verkeren en het profiel moet dik
genoeg zijn; de banden goedgekeurd
door Fiat zijn voorzien van
slijtage-indicatoren 1 fig. 272 die
bestaan uit verhogingen in de
profieldikte.
272T31546
183
Als grotere banden worden gebruikt
dan de originele, kunnen de
sneeuwkettingen niet worden
aangebracht.
Winterbanden
We raden u aan deze banden aan te
brengen om het voertuig de best
mogelijke grip te bieden.
BELANGRIJK Deze banden betekenen
vaak een maximum snelheidslimiet die
lager kan zijn dan de maximumsnelheid
van het voertuig.
Spijkerbanden
(Voor bepaalde versies/markten indien
voorzien)
Dit type band kan alleen voor een
beperkte periode worden gebruikt die is
bepaald door de plaatselijke wetten. U
dient de maximumsnelheden opgelegd
door de plaatselijke toepasselijke
wetten te volgen.
Deze banden kunnen ten minste op
beide voorwielen worden aangebracht.In ieder geval is het raadzaam
contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK
205)Door een te lage bandenspanning
kunnen de banden vroegtijdig slijten en kan
de temperatuur van de banden abnormaal
hoog oplopen, met duidelijke gevolgen
voor de veiligheid; slechte grip op het
wegdek, gevaar voor klapbanden of het
loskomen van profielen. De
bandenspanning is afhankelijk van de
lading en de snelheid. Pas de
bandenspanning aan de
gebruiksomstandigheden aan (zie het etiket
aan de kolom van het bestuurdersportier).
206)Deze werkzaamheden mogen, uit
veiligheidsoverwegingen, alleen verricht
worden door een gespecialiseerd monteur.
Gebruik van banden van een ander type
kan van invloed zijn op de voldoening aan
de geldende wetten, prestaties in bochten,
sturen en het aanbrengen van
sneeuwkettingen.207)Uit veiligheidsoverwegingen en i.v.m.
de naleving van de geldende wettelijke
voorschriften, mogen voor vervanging
alleen banden van hetzelfde merk, maat,
type en structuur op dezelfde assen
worden gebruikt. Deze moeten een
belastings- en snelheidscapaciteit hebben
die gelijk is aan die van de originele
banden, of ze moeten overeenkomen met
de capaciteiten aanbevolen door het Fiat
Servicenetwerk. Niet-naleving van deze
instructies kan afbreuk doen aan de
veiligheid en de voldoening van het
voertuig aan de wet. Risico om de controle
over het voertuig te verliezen.
208)Verwissel banden met een
éénrichtingsprofiel niet kruiselings, door ze
van de rechterzijde naar de linkerzijde en
omgekeerd te verplaatsen. Dit type banden
kan alleen aan dezelfde zijde van het
voertuig, d.w.z. van de vooras naar de
achteras en vice versa, worden verwisseld.
209)Voer bij lichtmetalen velgen nooit
spuitwerkzaamheden uit die een
temperatuur vereisen boven 150°C. Dit kan
de mechanische eigenschappen van de
wielen in gevaar brengen.
BELANGRIJK
53)Sommige ongevallen, zoals het raken
van de stoeprand, kan de banden
beschadigen en de afstellingen aan de
voor- en achterkant wijzigen. Laat ze in dat
geval controleren bij een Fiat Servicepunt.
185
54)Voorzichtig: een ontbrekende of slecht
vastgedraaide ventieldop kan van invloed
zijn op de grip van de band en
spanningsverlies veroorzaken. Gebruik altijd
ventieldoppen die identiek zijn aan de
originele en zorg ervoor dat ze volledig zijn
vastgedraaid.
55)Op 17”-banden kunnen geen
sneeuwkettingen worden aangebracht.
Vraag daarvoor een speciale uitrusting aan
bij het Fiat Servicenetwerk.
56)Sneeuwkettingen kunnen alleen worden
aangebracht op banden met dezelfde
afmetingen als de originele banden van het
voertuig.
57)Als u kettingen wilt aanbrengen, neem
dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
58)Beperk uw snelheid wanneer er
sneeuwkettingen gemonteerd zijn;
overschrijd de 50 km/h niet. Vermijd
putdeksels, rijd niet over treden of trottoirs
en rijd geen lange afstanden over wegen
zonder sneeuw, om beschadigingen aan
zowel het voertuig als het wegoppervlak te
voorkomen.RUITENWISSER/
ACHTERRUITWISSER
WISSERBLADEN
BELANGRIJK Controleer de toestand
van de wisserbladen. De duur hangt af
van een goed onderhoud:
reinig de ruitenwissers van zowel de
voorruit als de achterruit regelmatig met
zeepwater;
gebruik de wisserbladen niet als de
voor- en achterruit droog zijn;
maak de wisserbladen los van de
voor- of achterruit als ze lange tijd niet
gebruikt zijn.
59) 60) 61)
Vervang de wisserbladen met
geïntroduceerde startinrichting en
afgezette motor:
breng de wisserarm volledig omlaag;
til de wisserarmen 1 en 2
fig. 276 omhoog;
trek aan de tong 4
fig. 277 (beweging A) en duw het blad
3 omhoog.
Hermontage
Ga in omgekeerde volgorde te werk om
de wisser weer te monteren. Zorg
ervoor dat het blad goed op zijn plaats
vastzit.
Ruitenwisser op openslaande
achterportieren
til de achterruitwisser 5 fig. 278 op;
draai het blad 6 fig. 278 tot u
weerstand voelt;
maak de wisser los door eraan te
trekken (beweging C fig. 278 ).
276T36702
277T25516
186
ONDERHOUD EN ZORG
portieren) en kunststof gelakte delen
aan de buitenkant (zoals bumpers)
reinigen met hogedrukreinigers of
producten die niet zijn goedgekeurd
door het Fiat Servicenetwerk. Dit zou
kunnen leiden tot roest of een slechte
werking.
Het voertuig in de zon of bij lage
temperaturen wassen.
Modder of vuil afschrappen zonder het
eerst zachter te maken met water.
Vuil aan de buitenkant laten ophopen.
Beschadigde delen van de carrosserie
laten verroesten.
Vlekken oplossen met oplosmiddelen
die niet zijn goedgekeurd door het Fiat
Servicenetwerk; deze zouden de lak
kunnen beschadigen.
Door sneeuw of modder rijden zonder
het voertuig nadien te reinigen, vooral
de wielkuipen en de onderkant van de
carrosserie.
Wat te doen
Was uw voertuig regelmatig, met
afgezette motor, met shampoos
goedgekeurd door de monteurs van het
Fiat Servicenetwerk (nooit met
schuurmiddelen) en spoel de volgende
zaken grondig af met sproeiend water:
hars uit bomen of industriële
middelen;
modder, die een natte massa onder
de wielkuipen en de onderkant van de
carrosserie vormt;
vogelpoep, die een chemische
reactie met de lak veroorzaakt,
waardoor de lak verkleurt en zelfs af
kan bladderen;
deze vlekken moeten worden
verwijderd, aangezien ze na verloop van
tijd zelfs niet weggepoetst kunnen
worden;
zout, vooral in de wielkuipen en aan
de onderkant van de carrosserie, nadat
op wegen is gereden waar zout is
gestrooid.
Verwijder regelmatig hars, bladeren,
enz. die op het voertuig zijn gevallen.
Volg de plaatselijke wetten omtrent het
wassen van voertuigen (was uw
voertuig bijv. niet op de openbare weg).
Om schade aan de carrosserie te
voorkomen, voldoende afstand
bewaren van andere auto’s die voor u
rijden wanneer u op grind rijdt.
Als de lak beschadigd is, retoucheer
deze dan zo spoedig mogelijk om
roestvorming voorkomen.
Als het voertuig een garantie tegen
roestvorming heeft, laat het dan
regelmatig controleren. Raadpleeg het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema.
Als u mechanische onderdelen (bijv.
scharnieren) moet reinigen, moet de
bescherming worden vernieuwd met
producten die zijn goedgekeurd door
het Fiat Servicenetwerk.BELANGRIJK We hebben specifiek
voor onderhoud bestemde producten
geselecteerd die beschikbaar zijn bij de
verkooppunten van Fiat.
Matgelakte versies
Dit type voertuigen vereist een paar
voorzorgsmaatregelen.
Wat niet te doenop was gebaseerde producten
(glansmiddel) gebruiken;
grondig poetsen;
automatische wasstraten gebruiken;
de auto met hogedrukreinigers
wassen;
stickers op gelakte oppervlakken
plakken (die zouden resten achter
kunnen laten).
Wat te doen
De auto met de hand, met veel water
en een zachte doek of spons wassen.
Door een automatische wasstraat
rijden
Zet de ruitenwisser in de stopstand (zie
de paragraaf "Ruitenwisser/
achterruitwisser" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig").
Controleer of de externe uitrusting goed
vast zit (extra lampen,
achteruitkijkspiegels) en verwijder de
radio-antenne (voor bepaalde
versies/markten).
188
ONDERHOUD EN ZORG
Vaste of kleverige vlekken
Verwijder direct en voorzichtig het
overtollige vaste of kleverige materiaal
met een spatel (vanaf de randen naar
het midden, zodat de vlek niet groter
wordt). Reinig zoals aangegeven voor
vloeibare vlekken.
Speciale procedure voor snoep,
kauwgom
Houd er een ijsblokje op om de vlek te
kristalliseren en ga vervolgens te werk
zoals bij vaste vlekken.
BELANGRIJK Raadpleeg het Fiat
Servicenetwerk voor advies over het
onderhoud van het interieur of voor
tegenvallende resultaten.
Demonteren/hermonteren
verwijderbare originele uitrusting
van het voertuig
Als u onderdelen van de originele
uitrusting uit het interieur moet
verwijderen (zoals de matten) om ze te
reinigen, plaats ze dan zorgvuldig terug
aan de correcte zijde (de
bestuurdersmat moet aan de
bestuurderszijde) en bevestig ze met de
bijbehorende componenten (de
bestuurdersmat moet bijv. op zijn plaats
worden gehouden met standaard
bevestigingsonderdelen).Controleer in ieder geval als het voertuig
stilstaat, of niets het rijden kan
verhinderen (dat het gebruik van de
pedalen bijv. niet wordt verhinderd
doordat hakken vast komen te zitten
aan de mat, enz.).
Wat niet te doen
Voorwerpen bij de luchtroosters
aanbrengen, zoals deodorant,
luchtverfrissers, enz., waardoor de
bekleding van het dashboard zou
kunnen beschadigen.
BELANGRIJK
212)Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van het interieur van het voertuig.
De elektrostatische lading die door het
wrijven tijdens het reinigen ontstaat, kan
brand veroorzaken.
213)Bewaar geen spuitbussen in het
voertuig: ontploffingsgevaar. Spuitbussen
mogen niet blootgesteld worden aan
temperaturen boven 50°C. Wanneer het
voertuig in de zon staat, kan de
binnentemperatuur deze waarde ruim
overschrijden.
214)Er mogen geen voorwerpen op de
vloer onder de pedalen liggen; verzeker u
ervan dat de matten altijd vlak liggen en
geen contact met de pedalen maken.
BELANGRIJK
62)We raden gebruik van een
hogedrukreiniger in het interieur af: zonder
de nodige voorzorgsmaatregelen kunnen
de elektrische of elektronische
componenten in het voertuig beschadigen.
63)Gebruik nooit alcohol, benzine en
hiervan afgeleide producten om het
dashboard en het glas van het
instrumentenpaneel te reinigen.
190
ONDERHOUD EN ZORG
VOLUMES
De aangegeven volumes zijn de volumes voor een basisvoertuig zonder opties: ze variëren, afhankelijk van de uitrusting van uw
voertuig. Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk. Volumes worden aangegeven in kg.
Versies (markt volgens land) Standaard BESTELWAGEN Verhoogde BESTELWAGEN
Max. toegestaan volume met volledige belasting
(MMAC)
Totaal
circulatievolume (MTR)Gewichten aangegeven op het plaatje van de fabrikant (zie de paragraaf
"identificatieplaatje")
Gewicht van aanhanger met remmen (kg)
(*)2000
Gewicht van aanhanger zonder remmen (kg)
(*)750
Toegestane belasting op trekpunt (kg)
(*)80
Max. toegestane belasting op dak 200 (inclusief dakkoffer) 150 (inclusief dakkoffer)
(*) Belasting aanhanger (camper, boot, enz.)U dient de sleepvoorschriften zoals bepaald in de wegenverkeerswetgeving op te volgen. Neem voor aanpassingen van de
trekhaak contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Als een voertuig wordt gesleept, mag het totale circulatievolume (voertuig + aanhanger) niet worden overschreden. De
achterste MMTA mag echter overschreden worden binnen een limiet van 15% en de MMAC mag overschreden worden binnen
een limiet van 10% of 100 kg (de eerste van deze twee limieten die wordt bereikt). In beide gevallen mag de maximumsnelheid
van 80 km/h (afhankelijk van de plaatselijke wetgeving) niet overschreden worden en moet de bandenspanning met 0,2 bar
(3 PSI) verhoogd worden.
Aangezien de motorprestaties en het gedrag heuvelopwaarts dalen, raden we aan het max. toegestane volume met 10% te
verlagen op hoogten vanaf 1.000 m en met 10% voor iedere daaropvolgende 1.000 m.
210
TECHNISCHE GEGEVENS
BELANGRIJK
216)Gebruik alleen AdBlue (Ureum)
additief overeenkomstig DIN 70 070 en ISO
22241-1. Andere vloeistoffen kunnen
schade aan het systeem veroorzaken:
tevens zou de uitstoot van uitlaatgassen
niet meer voldoen aan de wet.
217)De distributiebedrijven zijn
verantwoordelijk voor de naleving van hun
product. Neem de voorzorgsmaatregelen
voor opslag en service in acht, teneinde de
oorspronkelijke eigenschappen te
behouden. De fabrikant van het voertuig
geeft geen enkele garantie in geval van
storingen en schade aan het voertuig door
het gebruik van AdBlue (Ureum) dat niet in
overeenstemming is met de regelgeving.
220
TECHNISCHE GEGEVENS