168
Dit voorschrift wordt tevens vermeld op de
waarschuwingssticker aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde. Conform de
wettelijke voorschriften vindt u op de volgende
tabellen deze waarschuwing in alle benodigde
talen.
Plaats nooit een kind in een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel als de airbag vóór
aan passagierszijde is ingeschakeld. Het
kind kan in dat geval bij een aanrijding
ernstig en zelfs dodelijk gewond raken.
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de rubriek "Airbags"
voor meer informatie over het
uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde.
05
Veiligheid
AR
BG
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦ А. Това може да причини С МЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.
DABrug ALDRIG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AKTIV AIRBAG. BARNET risikerer at blive ALVORLIGT
K VÆSTET eller DR ÆBT.
DEMontieren Sie auf einem Sitz mit AKTIVIERTEM Front-Airbag NIEMALS einen Kindersitz oder eine Babyschale entgegen der
Fahrtrichtung, das Kind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur
ESNO INSTALAR NUNCA un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la marcha en un asiento protegido mediante un
AIRBAG frontal ACTIVADO, ya que podría causar lesiones GR AVES o incluso la MUERTE del niño.
ETÄrge MITTE KUNAGI paigaldage "seljaga sõidusuunas" lapseistet juhi kõrvalistmele, mille ESITURVAPADI on AKTIVEERITUD.
Tur vapadja avanemine võib last TÕSISELT või ELUOHTLIKULT vigastada.
FIÄLÄ KOSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVAT Y YNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAK AVAN LOUKK A ANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLABLE
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GR AVEMENT
HRNIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi m oglo uzrokovati SMRT ili TEŠKU OZLJEDU djeteta.
HUSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEK APCSOLT) FRONTLÉGZSÁKK AL védett ülésen. Ez a gyermek HALÁLÁT vagy SÚLYOS SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
ITNON installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAG frontale
ATTIVATO. Ciò potrebbe provocare la MORTE o FERITE GR AVI al bambino.
LTNIEK ADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO PAGALVĖS. Išsiskleidus oro pagalvei vaikas gali būti MIRTINAI arba SUNKIAI TR AUMUOTAS.
169
DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016 DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016
05
Veiligheid
LVNEK AD NEuzstādiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera sēdvietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS GAISA SP I LV E N S .
Tas
var izraisīt BĒRNA NĀVI vai radīt NOPIETNUS IEVAINOJUMUS.
MTQatt m’ghandek thalli tifel/tifla marbut f’siggu dahru lejn l-Airbag attiva, ghaliex tista’ tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla
NLPlaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waar van de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de
airbag kan het KIND LEVENSGEVA ARLIJK GEWOND R AKEN
NOInstaller ALDRI et barnesete med ryggen mot kjøreretningen i et sete som er beskyttet med en frontal AKTIVERT KOLLISJONSPUTE,
BARNET risikerer å bli DREPT eller HARDT SK ADET.
PLNIGDY nie instalować fotelika dziecięcego w pozycji "tyłem do kierunku jazdy" na siedzeniu wyposażonym w CZOŁOWĄ PODUSZKĘ POWIETR ZNĄ w stanie AKT Y WNYM. Może to doprowadzić do ŚMIERCI DZIECK A lub spowodować u niego POWA ŻNE OBR A ŻENIA
CI
AŁA.
PTNUNCA instale um sistema de retenção para crianças de costas para a estrada num banco protegido por um AIRBAG frontal ACTIVADO.
Esta instalação poderá provocar FERIMENTOS GR AVES ou a MORTE da CRIANÇA.
RONu instalati NICIODATA un sistem de retinere pentru copii, dispus cu spatele in directia de mers, pe un loc din vehicul protejat cu AIRBAG
frontal ACTIVAT. Aceasta ar putea provoca MOARTEA COPILULUI sau R ANIREA lui GR AVA.
RUВО ВСЕХ СЛУЧА ЯХ ЗАПРЕЩАЕТСЯ использовать обращенное назад детское удерживающее устройство на сиденье, защищенном ФУНКЦИОНИРУЮЩЕЙ ПОДУШКОЙ БЕЗОПАСНОСТИ, установленной перед этим сиденьем.
Э
то может привести к
ГИБЕЛИ РЕБЕНК А или НАНЕСЕНИЮ ЕМУ СЕРЬЕЗНЫХ ТЕЛЕСНЫХ ПОВРЕЖ ДЕНИЙ
SKNIKDY neinštalujte detské zádržné zariadenie orientované smerom dozadu na sedadlo chránené AKTIVOVANÝM čelným AIRBAGOM. Mohlo by dôjsť k SMRTEĽNÉMU alebo VÁ ŽNEMU POR ANENIU DIEŤAŤA.
SLNIKOLI ne nameščajte otroškega sedeža s hrbtom v smeri vožnje, če je VARNOSTNA BLA ZINA pred sprednjim sopotnikovim sedežem AKTIVIR ANA. Takšna namestitev lahko povzroči SMRT OTROK A ali HUDE POŠKODBE.
SRNIK ADA ne koristite dečje sedište koje se okreće unazad na sedištu zaštićenim AKTIVNIM VA ZDUŠNIM JASTUKOM ispred njega, jer mogu nastupiti SMRT ili OZBILJNA POVREDA DETETA.
SVPassagerarkrockkudden fram MÅSTE vara avaktiverad om en bakåtvänd bilbarnstol installeras på denna plats. Annars riskerar barnet att
DÖDAS eller SK ADAS ALLVARLIGT.
TRKESİNLKLE HAVA YASTIĞI AKTİF olan ön koltuğa yüzü arkaya dönük bir çocuk koltuğu yerleştirmeyiniz. Bu ÇOCUĞUN ÖLMESİNE veya ÇOK AĞIR YAR ALANMASINA sebep olabilir.
170
05
Veiligheid
179
DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016
DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Adviezen
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar
bij een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of
het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte
ritten, worden vastgemaakt waarbij de
speling ten opzichte van het lichaam van het
kind zoveel mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje
met de veiligheidsgordel voor dat de
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje
is gespannen en dat de gordel het kinderzitje
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de
passagiersstoel, wanneer deze versteld kan
worden, indien nodig naar voren.Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje zo dicht mogelijk tegen de rugleuning
van de stoel van de auto aan zit of er zelfs
tegenaan drukt.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen
op een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
verwijderd.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren en de portierruiten achter
per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd
voldoende ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning ervan, indien nodig,
rechter op.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend. Raadpleeg de
in uw land geldende regelgeving.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
05
Veiligheid
186
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel of de afstandsbediening: dit kan
namelijk storingen aan het contactslot
veroorzaken.
Bovendien kunnen deze voorwerpen
bij het activeren van de airbag vóór
ernstige verwondingen veroorzaken.
Starten / Afzetten van de motor met de sleutel
Het contactslot heeft 3 standen:
- stand 1 (Stop) : sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
-
stand 2 (Contact) : stuurslot ontgrendeld,
aanzetten van het contact, voorgloeien
dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3 (Star ten) .
Contactslot
Stand Contact
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt,
schakelt het systeem over op de eco-mode:
de elektrische voeding wordt automatisch
uitgeschakeld zodat de accu voldoende
opgeladen blijft.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en/of een melding
(volgens uitvoering).
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk. In de sleutels is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. Om de motor te
kunnen starten, moet bij het aanzetten van het
contact de code van de sleutel worden herkend
door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
06
Rijden
406
Index
DS4_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
A
Aanhanger............................................. 185, 238
Aanhangergewichten ............................ 3
03, 305
Aansluiten MirrorLink
............................ 35
4, 356
Aansluiting 12V
.............................. 1
12, 121, 12 2
Aansteker
...................................................... 11
2
ABS met elektronische remdrukregelaar
..... 15
4
Accessoires ........................................... 148, 191
Accessoirestand
........................................... 19
1
Accu
.............................................. 250, 292-295
Accu laden
.................................................... 294
Achterbank
...................................................... 98
Achterportieren
............................................. 181
Achterruitverwarming
...........................1 0 0 , 111
Achteruitrijcamera
......................................... 223
Achteruitrijlicht
.............................................. 285
Actieradius AdBlue
................................... 3 7, 3 9
Actieradius AdBlue
® ........................................ 37
Ad
Blue® ..................................... 2 4, 37, 253, 254
Afmetingen .................................................... 3
07
Afstandsbediening
.................. 64, 65, 70 -73, 77
Afstandsbediening, batterij
.................. 6
9, 75 -77
Afstandsbediening, batterij vervangen
...............................
..........69, 75, 76
Afstandsbediening synchroniseren
....69, 75, 76
Afzetten van de motor
................................... 18
6
Airbags
.................................................... 23, 161
Airbags vóór
...............................
...........162, 165
Airconditioning
...............................
.................10
Airconditioning, automatische
..............103, 10 6
Airconditioning (handbediend)
.............103, 104
Alarmknipperlichten
...................................... 149
Alarmsysteem
................................................. 83
Algemeen menu
...............................
.............380
Allesdragers
.................................................. 240
Allesdragers monteren
................................. 240
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 15
4
Antislipregeling
............................................. 155
Apple
®-speler ................................................ 345Armleuning achter
.........................................
12
1
Armleuning vóór
...............................
......
11 6 , 117
Audio-aansluitingen
......................
113, 387, 388
Audiokabel
....................................................
342
Automatische ruitenwissers
...................
137, 13 8
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
....................................
149
Automatisch inschakelen verlichting
....
128, 132
Autoradio
.................................................
4 7, 3 7 7
AUX-aansluiting
....................................
342, 388
Aux-aansluitingen
...............................
..........
113
Aux-ingang
...............................
.............
342, 388
Bagageruimte
..................................................
81
Bagageruimte, indeling
.................................
12 2
Bagageruimte ontgrendelen
...........................
64
Bagageruimte openen
..............................
70, 81
Bagageruimteverlichting
.......................
123, 14 4
Banden
....................................................
10, 308
Banden, noodreparatie
......................... 2
60, 267
Bandenreparatieset
......................................
260
Bandenspanning
.....................................
10, 308
Bandenspanning, detectie
............................ 20
4
Bandenspanningscontrole (met set)
...............
...............................
260, 267
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 20
4
Bandreparatieset
..................................
260, 267
Bekerhouder
.................................................
115
Beladen
...................................................
10, 240
Benzinemotor
................................
230, 243, 303
Bestuurdersplaats (instellingen)
.....................
97
Binnenspiegel ............................................... 10 2
Black panel ...................................................... 46BlueHDi
.............................................
37, 43, 253
Bluetooth (handsfree set)
............ 3
64, 365, 390
Bluetooth (telefoon)
...............................
364, 365
Bluetooth-verbinding
.............................
364, 365
Bochtverlichting
............................ 13
4, 13 5, 28 0
Bochtverlichting, statisch
.............................. 13
6
Boordcomputer
...................................
56, 58-60
Brake Assist System (BAS) ..................
15 4, 155
Brandstof
.................................................
10, 230
Brandstofaddititiefniveau
..............................
249
Brandstofniveau
............................................
227
Brandstofniveaumeter
................................... 2
27
Brandstofsysteem ontluchten
.......................
298
Brandstoftank
........................................
227, 229
Brandstof tanken
...........................
227, 229, 230
Brandstoftank (inhoud)
.................................
227
Brandstoftankklep
.................................
227, 229
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................
298
Brandstofverbruik
...........................................
10
Buitenspiegels ............................... 10 0, 101, 210
B
C
CarPlay verbinding ....................................... 359
CD ......................................................... 342, 385
CD MP3
........................................ 342, 385, 386
CD-/MP3 -speler
..........................342, 385, 386
Centrale vergrendeling
.................65, 71, 72, 78
CHECK
................
...................................... 15, 43
CITROËN Noodoproep gelocaliseerd ...150, 152
Claxon
........................................................... 149
Configuratie van de auto
.................... 16, 47, 53
Contact
.................................................. 188, 191
Contact aangezet
.......................................... 191
Controlelampjes
...............................
............... 17
408
Index
DS4_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
N
Navigatiesysteem.......................... 318, 320, 324
Niveaus controleren .......................245 -247, 249
Niveaus en controles
.....................243-247, 249
Noodbediening achterklep
..............................82
Noodbediening portieren
.......................... 6
8 , 74Noodprocedure starten
.................................
293
Noodsleutel
.....................................................
74
Massagefunctie
...............................................
96
Matten
...........................................................
11 9
Mat verwijderen
............................................ 11
9
Menu
....................................
318, 320, 324, 332,
334, 336, 346, 348, 350, 360, 362
Menu's (audio)
..............................
332, 334, 336
Menu's (Touchscreen)
.......................... 31
3, 317
Menustructuren display
.......
318, 320, 324, 332,
334, 336, 346, 348, 350, 360, 362, 398, 399
Middenconsole
..............................................
115
Milieu
.........................................................
10, 77
Milieubewust rijden
......................................... 10
M
istachterlicht
...............................
129, 285, 287
Mistlampen vóór
....................
129, 136, 280, 284
Monochroom display
............................... 4
7, 3 9 8
Motoren
........................................
302, 303, 305
Motorkap
.......................................................
242
Motorkap, openen
.........................................
242
Motorkapsteun
...............................
...............
242
Motorolie
...............
........................................
245
Motorolieniveau, controle
...............................
33
Motorolieniveaumeter
...............................
33, 43
Motorruimte
...........................................
243, 244
M P3 (CD)
..............................................
385, 386
Multifunctioneel display (met autoradio)
......................................
4 7, 3 8 0
M
L
Lampen (vervangen) .............................279, 285
Lampen vervangen ............................... 2
79, 285
Lane Departure Warning System (LDWS)
....................................................... 209
Lange voorwerpen vervoeren
......................121
Lekke band
............................................ 260, 267
Lichtschakelaar
..................................... 1
28, 131
Lokaliseren van de auto
............................6 7, 7 3
Luchtfilter
...................................................... 250
Luchtfilter (vervangen)
..................................250
Kilometerteller
.................................................
44
K
inderbeveiliging
..................................
180, 181
Kinderen
.........................................
173 , 175 -178
Kinderen (veiligheid)
.............................
180, 181
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
... 16
2, 166,
167, 171, 173 , 175 -178
Kinderzitjes
............. 1
60, 166, 167, 171-173, 179
Kinderzitjes (conventioneel)
.........................
172
Klembeveiliging
...............................................
87
Kleurcode lak
................................................
308
Kleurendisplay met kaartweergave DT
..........
16
Klokje (instellen)
...............................
.........
4 7, 5 5
Koelvloeistofniveau
.......................................
247
Kofferdeksel sluiten
..................................
65, 81
Koplampsproeiers
.........................................
13 9
Koplampverstelling
....................................... 13
4
Krik
................................................................
271 Oliefilter
.........................................................
250
Oliefilter (vervangen)
....................................
250
Olieniveau
...............................................
33, 245
Oliepeilstok
..............................
...............
33, 245
Olieverbruik
................................................... 24
5
Onderhoudscontroles
.....................................
10
Onderhoudsintervalindicator
....................
34, 43
Onderhoudsintervalindicator resetten
............ 36
O
ntdooien
.............................................. 1 0 0 , 111
Ontgrendelen
..................................................
70
Opberglade
...................................................
120
Opbergvak ............................................. 115 , 12 4
Opbergvakken
.................................
112 , 115 -117
Opschakelindicator
.......................................
203
Panoramische voorruit
..................................114
Parkeerhulp achter
....................................... 2
21
Parkeerhulp vóór
...........................................222
Parkeerlichten
....................... 1
31, 280, 283, 285
Passagiersairbag uitschakelen
....................162
Persoonlijke instellingen
................................. 46
P
lafonniers
............................................13 3, 142
Portieren
.........................................................80
Portieren ontgrendelen
...................................64
P O
410
Index
DS4_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
Xenonlampen ................................................280
Zaklamp
........................................................ 12
3
Zekeringen
.................................................... 288
Zekeringentabel
............................................ 288
Zekeringen vervangen
..................................288
Zekeringkast dashboard
...............................288
Zekeringkast motorruimte
............................. 28
8
Zij-airbags
............................................. 16 4, 165
Zijknipperlicht
................................................ 283
Zijspots
.................................................. 13 3, 28 4
Zonder gereedschap afneembare kogel
........................................................... 233
Zonneklep
..................................................... 114
Zonnescherm
................................................ 11
4
Zuinig rijden
.................................................... 10
Waarschuwingslampjes
.......... 17, 19, 20, 26, 43
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
.................................................... 188
Wassen (adviezen) ........................................ 223
Wiel demonteren
...............................
............ 275
Wiel monteren
............................................... 275
Wiel verwisselen
........................................... 271
Window-airbags
.................................... 16 4, 165
Z
W X
Verkeersinformatie (TA) ........................
3 31, 3 82
Verkeersinformatie (TMC) ............................ 33
0
Verklikkerlampjes
...................................... 1
7, 2 6
Verklikkerlampje SCR-systeem
......................25
Verklikkerlampje service
.................................21
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............30
Versnellingsbak, automatische
................10, 198, 206, 251, 292
Versnellingsbak, handgeschakeld
...................10, 197, 206, 251
Versnellingshendel
......................................... 10
Verversen
...................................................... 245
Verwarming
...............................
..............10, 104
Voorgloeien (dieselmotor)
............................... 3
0
Voor stoelen
......................................... 92, 93, 97