Externe apparaten99Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 108.
Bestandsindelingen en mappen
De maximale capaciteit van een door
het infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is 2500 muziekbe‐
standen, 2500 afbeeldingsbestan‐
den, 250 filmbestanden,
2500 mappen en 10 niveaus
mappenstructuur. Alleen apparaten
met een formattering in het
FAT16/FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐ dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+,
ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
100Externe apparatenAfbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen zijn JPG, JPEG,
BMP, PNG en GIF.
JPG-bestanden moeten 64 tot
5000 pixels breed en 64 tot
5000 pixels hoog zijn.
BMP-, PNG- en GIF-bestanden
moeten 64 tot 1024 pixels breed en
64 tot 1024 pixels hoog zijn.
De bestandsgrootte van de afbeeldin‐
gen mag niet meer dan 1MB zijn.
Filmbestanden
De afspeelbare videobestandsinde‐
lingen zijn AVI en MP4.
De maximale resolutie is 1280 x
720 pixels. De herhalingsfrequentie moet minder dan 30 fps zijn.
De bruikbare codec is H.264/MPEG-4 AVC.
De afspeelbare audio-indelingen zijn
MP3, AC3, AAC en WMA.
De weergeefbare ondertitelingsinde‐
ling is SMI.Audio afspelen
Muziekfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het info‐ tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 98.
Doorgaans wordt het desbetreffende
audiohoofdmenu automatisch weer‐
gegeven.
Als het afspelen niet automatisch
wordt gestart, bijvoorbeeld omdat
USB automatisch starten is gedeacti‐
veerd 3 98 , moet u de volgende stap‐
pen ondernemen:
Druk op ; en selecteer vervolgens
AUDIO om het laatst geselecteerde
audiohoofdmenu te openen.
Selecteer Bron in de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
de gewenste audiobron om het
desbetreffende audiohoofdmenu te
openen.
Het afspelen van de audiotracks start automatisch.
Functietoetsen
Afspelen onderbreken en hervatten
Druk op = om het afspelen te onder‐
breken. De schermtoets verandert in
l .
Druk op l om het afspelen te hervat‐
ten.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op v om de volgende track af
te spelen.
Raak, zodra de track wordt afge‐
speeld, binnen twee seconden t
aan om terug te gaan naar de vorige
track.
Externe apparaten101Terug naar het begin van de huidigetrack gaan
Raak, wanneer de track wordt afge‐
speeld, na twee seconden t aan.
Snel vooruit en achteruit gaan
Houd t of v ingedrukt. Laat de
toets los om naar de normale afspeel‐
modus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐ tie van de huidige track aangeeft naarlinks of rechts verplaatsen.
Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Druk op n om de tracks in willekeu‐
rige volgorde af te spelen. De
schermtoets verandert in o.
Druk nogmaals op o om de functie
Willekeurige volgorde te deactiveren
en terug te gaan naar de normale
afspeelmodus.
Muziek doorbladeren-functie
Druk op het scherm om het blader‐
scherm weer te geven. U kunt ook Menu op de onderste regel van het
hoofdscherm Audio selecteren omhet desbetreffende audiomenu weer
te geven, en vervolgens Muziek
doorbladeren selecteren.
Er verschijnen verschillende catego‐
rieën waarin de tracks gesorteerd
zijn, bijv. Playlists, Artiesten of
Albums .
Selecteer de gewenste categorie,
subcategorie (indien beschikbaar) en
kies dan een track.
Selecteer de track om het afspelen te
starten.
Afbeeldingen weergeven
U kunt afbeeldingen van een USB-
apparaat bekijken.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werken
sommige functies onderweg niet.
Afbeeldingsfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het info‐
tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 98.
Druk op ; en selecteer vervolgens
GALLERIJ om het mediahoofdmenu
te openen.
Druk op l om het afbeeldingshoofd‐
menu te openen en een lijst met opgeslagen afbeeldingen op het
USB-apparaat weer te geven. Selec‐
teer de gewenste afbeelding.
Telefoon109
Let op
Als er geen telefoon is verbonden, is het menu Apparaatbeheer ook
toegankelijk via het telefoonmenu.
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
3. Druk op Apparaat zoeken . Alle
detecteerbare Bluetooth-appara‐
ten in de omgeving verschijnen in
een nieuwe zoekresultatenlijst.
4. Druk op het Bluetooth-apparaat dat u wilt koppelen.
5. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Bevestig de berichten op het
infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐steund:
Op het infotainmentsysteem:
er verschijnt een Info-bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐
tooth-apparaat in te voeren.
Op het Bluetooth-apparaat: voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
6. Het infotainmentsysteem en het apparaat zijn gekoppeld.
Let op
Na het koppelen van het Bluetooth-
apparaat geeft h naast het Blue‐
tooth-apparaat aan dat de telefoon‐
functie geactiveerd is en geeft y aan
dat de functie Streaming audio via Bluetooth geactiveerd is.
7. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het Infotain‐ mentsysteem toegang verkrijgentot het telefoonboek. Bevestig zo
nodig de berichten op het Blue‐
tooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
De Bluetooth-pincode wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Andere
PIN voor koppelen om het betref‐
fende submenu weer te geven. Er
verschijnt een toetsenblok.
Voer de gewenste viercijferige
pincode in.
Selecteer ⇦ om een ingevoerd
nummer te wissen.
Bevestig dit door Invoeren te selecte‐
ren.
Een gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
114TelefoonSelecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het betreffende menu weer te
geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het display.
Handsfree-modus tijdelijk
deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
118TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............101
Afbeeldingsbestanden ..................98
Afbeelding via USB activeren .....101
Algemene aanwijzingen .......76, 107
Algemene informatie ............98, 106
Bluetooth ................................... 98
DAB ........................................... 95
Infotainment-systeem ................76
Smartphone-applicaties ............98
Telefoon .................................. 107
USB ........................................... 98
Antidiefstalfunctie ........................77
Audio afspelen ............................ 100
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 78
Audiobestanden ........................... 98
Audio via USB activeren .............100
Automatisch volume .....................87
B
Basisbediening ............................. 84
Bediening.................................... 111 Externe apparaten ....................98
Menu ......................................... 84
Radio ......................................... 91
Telefoon .................................. 111
Bedieningselementen Infotainment-systeem ................78
Stuurwiel ................................... 78Bedieningspaneel Infotainment ....78
Beginmenu ................................... 84
Bel Beltoon .................................... 111
Functies tijdens het gesprek ...111
Inkomend gesprek ..................111
Telefoongesprek initiëren ........111
Beltoon Beltoon wijzigen ......................111
Beltoonvolume .......................... 87
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ..............98
Audiobestanden ........................98
Filmbestanden........................... 98
Bluetooth Algemene informatie .................98
Apparaat aansluiten ..................98
Bluetooth-verbinding ...............108
Koppelen ................................. 108
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 100
Telefoon .................................. 111
Bluetooth-verbinding ..................108
BringGo ...................................... 104
D DAB .............................................. 95
Digital Audio Broadcasting ...........95
Display-instellingen ............101, 103
119F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................93
Zenders opslaan .......................93
Favorietenlijst ............................... 93
Filmbestanden .............................. 98
Films afspelen ............................ 103
Film via USB activeren ...............103
G
Gebruik ........................... 81, 91, 106
Bluetooth ................................... 98
Menu ......................................... 84
Radio ......................................... 91
Telefoon .................................. 111
USB ........................................... 98
Geluidsinstellingen .......................86
Geluidsonderdrukking ..................81
I
Infotainmentsysteem inschakelen 81
Intellitext ....................................... 95
K Koppelen .................................... 108
M
Maximaal inschakelvolume........... 87
Menubediening ............................. 84
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................115N
Noodoproep ................................ 110
O
Oproepenhistorie ........................111
Overzicht bedieningselementen ...78
R
Radio Afstemmen op zender ...............91
DAB configureren ......................95
DAB-berichten ........................... 95
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 95
Favoriete lijsten ......................... 93
Frequentiebereik selecteren .....91
Gebruik...................................... 91
Inschakelen ............................... 91
Intellitext .................................... 95
Radio Data System (RDS) ........94
RDS configureren...................... 94
Regio-instelling.......................... 94
Regionaal .................................. 94
Zender zoeken .......................... 91
Zenders ophalen .......................93
Zenders opslaan .......................93
Radio activeren............................. 91
Radio Data System (RDS) ........... 94
RDS .............................................. 94
Regio-instelling ............................. 94
Regionaal ..................................... 94S
Selectie van frequentiebereik .......91
Smartphone .................................. 98
Telefoonweergave ..................104
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 104
Snelkiesnummers .......................111
Spraakherkenning ......................106
Stemherkenning ......................... 106
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 100
Systeeminstellingen...................... 88
T
Telefoon Algemene informatie ...............107
Beltoon selecteren ..................111
Bluetooth ................................. 107
Bluetooth-verbinding ...............108
Een nummer invoeren .............111
Functies tijdens het gesprek ...111
Hoofdmenu Telefoon ..............111
Inkomend gesprek ..................111
Noodoproepen ........................ 110
Oproepenhistorie ....................111
Snelkiesnummer .....................111
Telefoonboek .......................... 111
Telefoon activeren ......................111
Telefoonboek .............................. 111
Telefoonweergave ......................104
120UUSB Afbeeldingenmenu USB ..........101
Algemene informatie .................98
Apparaat aansluiten ..................98
Audiomenu USB .....................100
Filmmenu USB ........................ 103
V Volume Automatisch volume ..................87
Beltoonvolume .......................... 87
Maximaal inschakelvolume .......87
Stiltefunctie................................ 81
Volume aanraakpiep .................87
Volume instellen ........................81
Volume TP ................................ 87
Volumebeperking bij hoge
temperaturen ............................. 81
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............87
Volume aanraakpiep ....................87
Volume-instellingen ......................87
Volume TP .................................... 87
Z
Zenders ophalen .......................... 93
Zenders opslaan ........................... 93
Zender zoeken.............................. 91