Inleiding......................................... 6
Basisbediening ............................ 13
Radio ........................................... 21
Externe apparaten .......................27
Navigatie ...................................... 31
Spraakherkenning ........................50
Telefoon ....................................... 59
Veelgestelde vragen ....................69
Trefwoordenlijst ........................... 72Navi 950
6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 11Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
De radio is gebruikersvriendelijk
doordat u met de voorkeuzetoetsen
1...6 een groot aantal FM-, AM- en
DAB (Digital Audio Broadcasting)-
zenders kunt vastleggen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem brengt u veilig
naar uw bestemming en omzeilt
desgewenst files of andere knelpun‐
ten.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een telefoonapplicatie waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel in de auto kunt gebrui‐
ken.
Het Infotainmentsysteem kan worden
bediend met de toetsen op het instru‐ mentenbord, het aanraakscherm, de
knoppen op het stuurwiel of de
spraakherkenningsfunctie.Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de
heldere displays kunt u het systeem
gemakkelijk en intuïtief bedienen.
Raadpleeg voor details over de
bediening en nieuws over software- updates onze website.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan
Inleiding7de kant en bedien het
Infotainmentsysteem terwijl u stil‐
staat.9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid
correct en oplettend aan het
verkeer deel te nemen. De over‐
eenkomstige verkeersregels
moeten zonder uitzondering in
acht worden genomen.
Voer alleen iets in ( bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
Wanneer de routebegeleiding
tegen de verkeersregels ingaat, moet u altijd de verkeersregels
volgen.
9 Waarschuwing
Gebieden zoals eenrichtingsstra‐
ten en voetgangerszones zijn niet
op de kaart van het navigatiesys‐
teem aangegeven. In dergelijke
gebieden kan het systeem een
waarschuwing geven die geac‐
cepteerd moet worden. Let
daarom in het bijzonder op
eenrichtingsstraten en andere
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele dief waardeloos is.
Inleiding91m VOL
Indrukken: Infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 11
Draaien: volume
aanpassen ............................ 11
2 MENU SELECT
Draaien: menuopties
markeren of
alfanumerieke waarden
instellen ................................ 13
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; functie in-/
uitschakelen, audio- of
navigatiemenu openen .........13
3 BACK
Menu: een niveau terug ........13
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........13
4 HOME
Ga naar startpagina ..............135H
Radio: vooruit zoeken ...........21
Externe apparaten: track
vooruit overslaan ................... 28
6 I
Radio: achteruit zoeken ........21
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ...............28
7 SRC (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
USB ....................................... 27
Bluetooth ............................... 27
AM ......................................... 21
FM ......................................... 21
DAB ....................................... 21
8 q
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 629 DEST
Navigatiebestemmin‐
genmenu openen ..................37
10 NAV
Kaart weergeven ..................34
10InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort drukken:
telefoongesprek aannemen ..62
of nummer bellen in
oproeplijst .............................. 62
of actieve
spraakherkenning .................50
Lang drukken: oproeplijst
tonen ..................................... 62
of spraakdoorschakeling
activeren (indien
ondersteund door de
telefoon) ................................ 50
2 SRC (bron)
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 21
Bij actieve radio: hoger/
lager zetten om volgende/
vorige voorkeurszender te
selecteren ............................. 21
Bij actief extern apparaat:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige track te
selecteren ............................. 28
Bij actieve telefoon: hoger/ lager zetten om volgende/
vorige vermelding in
oproepenlijst te selecteren ....62
Bij actieve telefoon actief
en gesprekken in de
wacht: hoger/lager zetten
om tussen gesprekken te
schakelen .............................. 623w
Volume verhogen ..................11
4 ─
Volume verlagen ...................11
5 xn
Kort drukken: gesprek
beëindigen/weigeren .............62
of oproeplijst sluiten ..............13
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............11
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 50
Inleiding11GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem kan op
verschillende manieren werken.
Invoer kan plaatsvinden via: ● De centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 8
● Het aanraakscherm 3 13
● Bedieningsknoppen op het stuur 3 8
● Het spraakherkenningssysteem 3 50
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden alleen de meest recht‐
streekse manieren voor de menube‐
diening beschreven. In sommige
gevallen kunnen er andere opties
zijn.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐ teerde Infotainmentbron actief.Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X VOL terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai X VOL . De huidige instelling
verschijnt in een pop-up onderaan het scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐ steld:
● Het maximale inschakelvolume 3 17
● Het volume voor verkeersberich‐ ten 3 17
● Het volume van de navigatiebe‐ richten 3 34Automatisch volume
Na inschakeling van het automati‐
sche volume 3 17 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u
geen geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Geluidsonderdrukking
Druk op q voor het dempen van de
audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren:
draai X VOL aan of druk weer op q.
Bedieningsstanden Audiospelers
Druk steeds op SRC om tussen de
hoofdmenu's AM, FM, USB,
Bluetooth of DAB te wisselen.
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van:
● USB-poort 3 27
● Audio via Bluetooth 3 27
● AM-radio 3 21
● FM-radio 3 21
● DAB-radio 3 25
Basisbediening17Fade en Balance
Wanneer Fader of Balans wordt
geselecteerd, verschijnt er een
afbeelding rechts op het scherm.
Selecteer Fader voor het aanpassen
van de volumeverdeling tussen de
luidsprekers voor en achter in de
auto. Pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Balans voor het aanpassen
van de volumeverdeling tussen de
luidsprekers links en rechts in de
auto. Pas de instelling naar wens aan.
Volume-instellingen
Automatisch volume aanpassen
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens Instellingen om het instellingen‐
menu weer te geven.
Selecteer Radio-instellingen en
vervolgens Automatische
volumeregeling .
Zet voor het bijstellen van de volume‐ aanpassing Automatische
volumeregeling op Uit, Laag ,
Middelhoog of Hoog .
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Volume bij opstarten aanpassen Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens Instellingen om het instellingen‐
menu weer te geven.
Selecteer Radio-instellingen en
vervolgens Startvolume .
Pas de instelling naar wens aan.Volume van verkeersberichten
aanpassen
Het volume van verkeersberichten
kan onafhankelijk van het "normale"
volumeniveau vooraf worden inge‐
steld.
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens Instellingen om het instellingen‐
menu weer te geven.
Selecteer Radio-instellingen , RDS-
opties en vervolgens
Verkeersvolume .
Pas de instelling naar wens aan.
Let op
Bij het uitzenden van een melding
kunt u het volume aanpassen door aan m VOL te draaien.
Volume van geluidssignaal
aanpassen
Bij de bedieningsorganen in de auto
worden uw handelingen bevestigd
door pieptonen. U kunt het volume
van de pieptonen aanpassen.
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens Instellingen om het instellingen‐
menu weer te geven.
Basisbediening19
Pas de instellingen naar wens aan.
Datum instellen
Selecteer Datum instellen om de
datuminstellingen aan te passen. Pas
de instellingen naar wens aan.
Tijdsindeling
Selecteer Tijdnotatie instellen om de
gewenste tijdsindeling te kiezen. Er
verschijnt een submenu. Activeer 12
uur of 24 uur .
Software-informatie Druk op HOME, selecteer
Instellingen en vervolgens Radio-
instellingen .
Blader door de lijst en selecteer Menu
software versies voor het betreffende
submenu.
Informatie softwareversie
Selecteer voor het weergeven van
alle geïnstalleerde softwareversies
Softwareversieinformatie .
Standaard zijn alle versies geacti‐
veerd.
Software-update
Neem contact op met uw werkplaats
om uw systeemsoftware te laten
updaten.
Logbestand
Selecteer Logbestand aanmaken
voor het genereren van een logbe‐
stand van uw huidige softwareversie.
Licentiegegevens
Selecteer Licentie-informatie voor
informatie over de fabrikant van het
Infotainmentsysteem.Fabrieksinstellingen
Selecteer voor het terugzetten van alle Infotainmentinstellingen op de
fabriekswaarden Radio wissen en
resetten .
Display-instellingen
Druk op HOME, selecteer
Instellingen en vervolgens Displayin‐
stellingen .
Startpagina
Selecteer Menu startpagina om het
instellingenmenu startpagina weer te geven.
Selecteer Menu onder aan het
scherm voor toegang tot het menu
vanuit Homepage .
De Homepage kan naar uw eigen
voorkeur worden aangepast.Eigen instellingen
De applicatiepictogrammen op de
eerste pagina kunnen naar wens
worden gekozen.
Selecteer Startpagina aanpassen om
een lijst met alle op het systeem geïn‐ stalleerde applicaties weer te geven.