Inleiding791Display / aanraakscherm ......84
2 Beginmenu ............................ 84
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
AUDIO : audiofuncties
GALLERIJ : afbeeldings-
en filmfuncties
TELEFOON : mobiele-
telefoonfuncties
PROJECTIE : telefoonweergave
NAV : BringGo ®
app
INSTELLINGEN :
systeeminstellingen
OnStar : OnStar Wi-Fi-
instellingen ............................ 81
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ......................88
4 g
Kort indrukken:
telefoonmenu openen .........111of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) ........................ 104
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 106
5 v
Kort indrukken: ga naar de volgende zender als de
radio actief is ......................... 91
of ga naar het volgende
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ............100
Lang indrukken: omhoog
zoeken als de radio actief is . 91
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ............100
6 m
Kort indrukken: infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld .............81
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld .............81Lang indrukken: infotain‐
mentsysteem uitschakelen ...81
Draaien: volume
aanpassen ............................ 81
7 t
Kort indrukken: ga naar de
vorige zender als de radio
actief is .................................. 91
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ............100
Lang indrukken: omlaag
zoeken als de radio actief is . 91
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ....................................... 100
8 ;
Kort indrukken: startmenu
openen .................................. 81
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ............104
80InleidingAfstandsbediening op stuurwiel
1qw
Kort indrukken: open
OnStar-menu mits geen
telefoon verbonden ...............81
of neem gesprek aan mits
telefoon verbonden .............107
of laatste nummer in
oproeplijst bellen wanneer
telefoonmenu wordt
weergegeven ...................... 111
of wisselen tussen
gesprekken als
gesprekken in de wacht
staan ................................... 111
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 106
2 SRC (bron) ............................ 81
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 81
Omhoog/omlaag draaien:
volgende/vorige
voorkeurszender
selecteren als de radio
actief is .................................. 91
of volgende/vorige
nummer/hoofdstuk/
afbeelding selecteren
wanneer externe
apparaten actief zijn ............100of volgende/vorige
nummer in oproeplijst
selecteren als de
telefoonportal actief en de
oproeplijst geopend is .........111
Omhoog/omlaag draaien
en vasthouden: snel door
de items in de oproeplijst
bladeren .............................. 111
3 +
Indrukken: harder zetten
4 –
Indrukken: zachter zetten
5 xn
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........111
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 106
of stiltefunctie activeren/
deactiveren ........................... 81
82InleidingSelecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
Om naar een andere audiomodus te
gaan: druk op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 91
● Externe apparaten ( USB,
Bluetooth ) 3 100
Let op
Druk in de bovenste regel van een willekeurig scherm op A om snel
naar het audioscherm te gaan dat
momenteel actief is.
GALLERIJ
Selecteer GALLERIJ om het afbeel‐
dingen- en filmmenu te openen voor
de opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB- apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven.
Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 101
● Filmfuncties 3 103
TELEFOON
Voordat u de telefoonportal kunt
gebruiken, moet een verbinding tot
stand worden gebracht tussen het
infotainmentsysteem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 107.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan TELEFOON om het
hoofdmenu van de telefoonportal
weer te geven.
Basisbediening87EqualizermodusGebruik deze instelling voor een opti‐
maal geluid voor het genre, bijv.
Rock of Klassiek .
Selecteer de gewenste geluidsstijl in
de interactieve selectiebalk onderaan het scherm. Als u Aangepast kiest,
kunt u de volgende instellingen hand‐ matig aanpassen.
Bass
Met deze instelling kunt u de lage
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Midden
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Hoge ton.
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Balance en fader instellen
Gebruik de illustratie rechts van het menu om balance en fader in te stel‐
len.
Druk op het bijbehorende punt in de
afbeelding om het punt in het interieur
te bepalen waar het geluidsniveau
het hoogst is. Ook kunt u de rode
marker naar het gewenste punt
verschuiven.
Let op
De instellingen voor balance en
fader gelden voor alle audiobron‐
nen. Deze kunnen niet apart voor elke audiobron worden ingesteld.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Max.
inschakelvolume .Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Automatisch
volume .
Selecteer een van de opties in de lijst
om de mate van volumeaanpassing
te wijzigen.
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Geluidsfeedbackfunctie voor
bediening activeren of
deactiveren
Als de geluidsfeedbackfunctie is
geactiveerd, hoort u een pieptoon als
een schermtoets of menuoptie wordt
bediend.
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
88BasisbedieningSelecteer Radio en blader in de lijst
naar Geluidsterugmelding bij
aanraken .
Druk op de schermtoets naast
Geluidsterugmelding bij aanraken om
de functie te activeren of deactiveren.
Volume van verkeersinformatie Stel het gewenste volume van de
verkeersinformatie in wanneer een
verkeersbericht door het systeem
wordt gegeven. De desbetreffende
instelling wordt dan door het systeem opgeslagen.
Systeeminstellingen
De volgende instellingen hebben
invloed op het hele systeem. Alle
andere instellingen worden op onder‐
werp in de betreffende hoofdstukken
van deze handleiding beschreven.
Tijd- en datuminstellingen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Tijd en datum om het
betreffende submenu weer te geven.Tijdformaat instellen
Selecteer de gewenste tijdnotatie door op het scherm de toetsen 12 h
of 24 h aan te raken.
Datumformaat instellen
U selecteert de gewenste datumno‐
tatie door op Datumformaat instellen
te drukken en een van de beschik‐
bare opties te kiezen.
Automatisch
Selecteer Automatisch om aan te
geven of de datum en tijd automatisch
of handmatig worden ingesteld.
Selecteer Aan - RDS om de datum en
tijd automatisch in te stellen.
Selecteer Uit - Handbediend om de
datum en tijd handmatig in te stellen. Als Automatisch op Uit -
Handbediend wordt ingesteld, zijn de
submenu-opties Tijd instellen en
Datum instellen beschikbaar.
Tijd en datum instellen
Selecteer Tijd instellen of Datum
instellen om de tijd en datum in te
stellen.
Basisbediening89Raak + en - om de instellingen te
veranderen.
Taalinstellingen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Taal(Language) om het
betreffende menu weer te geven.
Taal voor de menuteksten wijzigen:
druk op de gewenste taal.
Bladerfunctie voor tekst
Als er lange tekst op het scherm
verschijnt, zoals bij titels van
nummers en zendernamen, kan de
tekst continu over het scherm rollen of
kan deze eenmaal over het scherm
rollen en in verkorte vorm worden weergegeven.
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio.
Activeer Tekst bladeren als u wilt dat
de tekst continu doorloopt.
Deactiveer de instelling als wilt dat de tekst bloksgewijs wordt doorlopen.
Display uitzettenAls u het display niet wilt zien, bijvoor‐
beeld in de nachtelijke uren, kunt u
het display uitzetten.
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Display uitschakelen . Het display
wordt uitgeschakeld, maar de audio‐
functies blijven actief.
Raak om het display weer in te scha‐ kelen het scherm aan of druk op een
knop.
Fabrieksinstellingen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer Terug
naar fabrieksinstellingen .
Selecteer Voertuiginstellingen
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen terug te zetten.
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de gekoppelde Bluetooth-appara‐ ten en de opgeslagen contactenlijst
en voicemailnummers te verwijderen.
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om de geluids- en volume-
instellingen te resetten, alle favorie‐
ten te verwijderen en de gekozen beltoon te wissen.
In elk van deze gevallen verschijnt er
een waarschuwing. Selecteer
Doorgaan om de instellingen te reset‐
ten.
Radio91RadioGebruik........................................ 91
Zender zoeken ............................. 91
Favorietenlijst ............................... 93
Radio Data System (RDS) ...........94
Digital Audio Broadcasting ..........95Gebruik
Radio activeren
Druk op ; en selecteer dan AUDIO.
Het laatst geselecteerde hoofdmenu
audio verschijnt.
Selecteer Bron op de onderste regel
van het actieve radiohoofdmenu om
de interactieve selectiebalk te
openen.
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik.
De laatst ten gehore gebrachte
zender van het geselecteerde
frequentiebereik wordt ontvangen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op t of v op het bedie‐
ningspaneel of op het scherm om
naar de vorige of volgende zender in
het zendergeheugen te gaan.
Handmatig zender zoeken
Druk op t of v op het bedienings‐
paneel. Loslaten wanneer de gewen‐ ste frequentie bijna bereikt is.
De volgende ontvangbare zender wordt opgezocht en automatisch
afgespeeld.
92RadioLet op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er
alleen naar RDS-zenders 3 94
gezocht en als verkeersinformatie
TP is ingeschakeld, wordt er alleen
naar zenders met verkeersinforma‐
tie 3 94 gezocht.
Afstemmen op zender
Druk op B op het scherm. Het
display Direct afstemmen verschijnt.
Voer de gewenste frequentie in.
Gebruik r om de ingevoerde cijfers
te verwijderen. Druk zo nodig op d of
c om vervolgens de invoer te wijzi‐
gen.
Bevestig de invoer om de zender te
beluisteren.
Zenderlijsten
Druk op Menu op de onderste regel
van het actieve radiohoofdmenu om
het bijbehorende submenu voor de
specifieke golfband te openen.
Selecteer de specifieke golfband
Zenderlijst . Alle zenders van de
betreffende golfband met ontvangst
in het huidige ontvangstgebied
worden weergegeven.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
De momenteel beluisterde radiozen‐ der wordt aangeduid door het
symbool l naast de naam van de
zender.
Categorielijst
Tal van radiozenders zenden een
PTY-code uit die het uitgezonden programmatype aangeeft (bijv.
nieuws). Sommige zenders wijzigen
afhankelijk van de inhoud die op dat
moment wordt uitgezonden ook de
PTY-code.
Het infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Let op
De lijstoptie Categorieën is alleen
beschikbaar voor de FM- en DAB-
golfband.
Selecteer Categorieën om een
programmatype te zoeken dat door
de zenders wordt aangeboden.
Er verschijnt een lijst met momenteel
beschikbare programmatypen.