Externe apparaten27Externe apparatenAlgemene informatie....................27
Audio afspelen ............................. 28
Afbeeldingen weergeven .............29Algemene informatie
Er zit een aansluiting voor externe
apparaten in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon en droog.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3-
speler, USB-apparaat of smartphone
aansluiten. Het Infotainmentsysteem
kan muziekbestanden of afbeeldin‐ gen op randapparatuur weergeven.
Na het aansluiten op de USB-poort
werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het
Infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort.Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
28Externe apparatenEen apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 60.
Bestandsindelingen
Audiobestanden
Alleen apparaten die zijn geformat‐ teerd in de bestandssystemen
FAT32, NTFS en HFS+ worden
ondersteund.
Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
kan worden veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .m4a.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.Afbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen
zijn .jpg, .jpeg, .bmp, .png en .gif.
De grootte van de bestanden mag
maximaal 2048 pixels in de breedte
en 2048 pixels in de hoogte zijn
(4MP).
Gracenote
De Gracenote database bevat infor‐ matie over momenteel verkrijgbare
mediadata.
Bij het aansluiten van externe appa‐
raten worden de tracks of bestanden
herkend door de Gracenote functie.
Als de normalisatiefunctie van Grace‐ note geactiveerd is, worden spelfou‐
ten in MP3 tag-data automatisch
gecorrigeerd. Hierdoor kunnen
mediazoekresultaten beter worden.
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens Instellingen .
Selecteer Radio-instellingen en
vervolgens Gracenote-opties .
Activeer de normailsatiefunctie van Gracenote.Audio afspelen
Afspelen starten Indien niet aangesloten, sluit het
apparaat aan 3 27.
Druk op HOME en selecteer dan
USB of Bluetooth .
Voorbeeld: hoofdmenu USB
Functietoetsen
De mediabestanden op de USB- en Bluetooth-apparaten kunnen met de
toetsen op het Infotainmentsysteem
worden bediend.
Externe apparaten29Naar vorige of volgende track
springen
Druk één of meerdere keren op I of
H om naar de vorige of volgende
track te springen.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd I of H ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Audiomenu's
Selecteer voor het betreffende audi‐
omenu Instellingen .
Let op
Niet alle menuopties zijn beschik‐ baar in alle audiomenu's.Functie Willekeurige volgorde
Selecteer Menu om het USB- of Blue‐
tooth-menu weer te geven.
Activeer Door elkaar voor het afspe‐
len van de tracks op het betreffende apparaat in willekeurige volgorde.
Deactiveer Door elkaar om naar de
normale afspeelvolgorde terug te
keren.
Zoeken
(alleen beschikbaar in USB-menu's)
Selecteer één van de menuopties,
bijv. Mappen , Afspeellijsten of
Albums , om naar een track in de
structuur te zoeken.
Zoek in de structuur totdat u de
gewenste track heeft gevonden.
Selecteer de track om het afspelen te
starten.
Specifieke afspeellijsten
In het systeem kunt u via de Grace‐
note functie nieuwe afspeellijsten
aanmaken. Gelijksoortige tracks
worden samen op een automatisch
door het systeem gegenereerde lijst
gezet.Selecteer de track rond welke u een
nieuwe afspeellijst wilt aanmaken.
Selecteer Vergelijkbare nummers
afspelen... in het betreffende audio‐
menu. Een nieuwe afspeellijst wordt
aangemaakt en in Afspeellijsten
opgeslagen.
Selecteer Afspeellijst verwijderen
voor het wissen van een door het systeem gegenereerde afspeellijst.
Er verschijnt een lijst met alle gege‐
nereerde afspeellijsten. Selecteer de
afspeellijst die u wenst te wissen. De
afspeellijst wordt gewist.
Afbeeldingen weergeven Afbeeldingen bekijkenSluit een USB-apparaat aan 3 27.
Druk op HOME en selecteer daarna
Afbeeldingen om het menu Foto-
viewer USB te openen.
Er verschijnt een lijst met alle afbeel‐
dingen en afbeeldingenmappen op
het USB-apparaat.
34NavigatieSelecteer Routesimulatie afbreken .
Extra routesimulatiemenu
Wanneer de routebegeleiding in de
simulatiemodus actief is, verschijnt er
een extra menu op de
Navigatiemenu .
Selecteer Menu om Navigatiemenu
weer te geven. Blader door de lijst en selecteer Routesimulatie voor het
betreffende submenu.
Selecteer Volgende manoeuvre voor
het weergeven van de volgende gesi‐
muleerde afslagmanoeuvre.
Selecteer Stop simulatie om de gesi‐
muleerde routebegeleiding te stop‐
pen. De begeleiding wordt gestopt,
de routebegeleiding blijft actief.
Let op
Gebruik eventueel de schermtoet‐
sen op de kaart.
Gebruik
Kaart manipuleren U kunt het zichtbare kaartgedeelte op
het kaartscherm willekeurig in alle
richtingen verschuiven.Beweeg met uw vinger over het
scherm om de kaart te verschuiven.
Selecteer voor het opnieuw weerge‐
ven van de kaart rondom de huidige
locatie Terug op het scherm.
Kaartschaal
Selecteer wanneer de kaart verschijnt
G linksonder op de kaart. Er
verschijnt een schaalverdeling onder‐
aan het scherm.
Pas de instelling naar wens aan.
Kaartmodus
De kaart kan op drie (routebegelei‐
ding niet actief) of vijf (routebegelei‐
ding actief) verschillende manieren
worden weergegeven.
Selecteer steeds F of druk op NAV
om tussen de verschillende kaart‐
modi om te schakelen.
Let op
Deze functie is ook toegankelijk via
Navigatiemenu .U hebt de volgende opties:
● Volledige weergave kaart
(scherm "Normaal" bovenstaand
beschreven): volledig kaart‐
scherm, alle functies en indica‐
tietoetsen op het scherm weer‐
gegeven.
● Alleen kaart : volledig kaart‐
scherm, de meeste functie- en
indicatietoetsen op het scherm
verborgen.
● met overzicht van afslagen :
gedeeld scherm met kaart links
en lijst met afslagen rechts.
● gedeeld met pijlen voor afslagen :
gedeeld scherm met kaart links
en afslagpijl voor de volgende
afslagmanoeuvre rechts.
● Gedeeld met mediafuncties :
gedeeld scherm met kaart links
en momenteel actieve audiobron
rechts.
Richtingindicator
Selecteer Menu om Navigatiemenu
weer te geven. Selecteer
Kaartrichting om het betreffende
submenu weer te geven.
Navigatie47Druk op HOME, selecteer
Instellingen en vervolgens Navigatie-
instellingen .
Selecteer Gesproken instructie om
het betreffende submenu weer te
geven.
Als u wilt dat het systeem de volgende
afslagmanoeuvre hoorbaar aangeeft,
activeer dan Gesproken instructies
navigatiesysteem .
Als u wilt dat verkeerswaarschuwin‐
gen worden voorgelezen, activeer
dan Waarschuwingen verkeersinfor‐
matie .
Selecteer Navigatievolume om het
volume tijdens gesproken instructies
bij te stellen. Het betreffende
submenu verschijnt.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van gesproken instructies Bekendmaking en pas de instelling
naar wens aan.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de mogelijke audio‐
bron op de achtergrond Achtergr. en
pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Volumetest voor een audi‐
ovoorbeeld van de instellingen.Activeer indien gewenst Gesproken
instructies tijdens oproepen
onderdrukken .
Begeleidingswaarschuwingen
Begeleidingswaarschuwingen
melden in een uitvergroting van het
betreffende kaartgedeelte bij het
naderen van een kruising waarop u
moet afslaan te te volgen richting.
Druk op HOME, selecteer
Instellingen en vervolgens Navigatie-
instellingen .
Selecteer Waarschuwingen routebe‐
geleiding om het betreffende
submenu weer te geven.
Als u wilt dat het systeem bij het nade‐
ren van de volgende afslagma‐
noeuvre automatisch de kaart weer‐
geeft, activeer dan Waarschuw.
routebeg. op voorgrond .
Als u wilt dat afslagmanoeuvres in
een uitvergroting worden weergege‐ ven, activeer dan Waarschuw. route‐
begeleiding op kaart .Route terugvinden
Met de broodkruimelsfunctie kunt u
reeds genomen wegen in een route
terugvinden.
Traject
Druk op HOME, selecteer
Instellingen om het instellingenmenu
weer te geven. Selecteer Navigatie-
instellingen en vervolgens Traject‐
markering .
Activeer Opnemen om een terug‐
vindsessie te starten. De genomen
route wordt geregistreerd en als stip‐
pellijn op de kaart weergegeven.
Spraakherkenning51In dat geval moet u een andere
taal selecteren voor het display
als u het Infotainmentsysteem via spraakcommando's wilt bedie‐
nen. Taal van display wijzigen, zie "Taal" in het hoofdstuk
"Systeeminstellingen" 3 18.
Adresinvoer voor bestemmingen in het buitenland
Als u het adres van een bestemming in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van het Infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.
Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van een stad in Frankrijk wilt invoeren,moet u de displaytaal in Frans wijzi‐
gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de
displaytaal naar keuze in Frans of Nederlands wijzigen. Voor het invoe‐
ren van adressen in Zwitserland kunt
u de displaytaal naar keuze in Frans,
Duits of Italiaans wijzigen.Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐
instellingen" 3 18.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐
systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de
bestemming ligt.
Het systeem geeft een voorbeeld van de betreffende invoervolgorde.
Spraakdoorschakel-toepassing Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om na te
gaan of uw smartphone deze functie
ondersteunt.Gebruik
Geïntegreerde spraakherkenning Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op w rechts op het stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem
wordt onderdrukt, w op het display
wordt gemarkeerd en een gesproken
bericht vraagt u om een commando
uit te spreken.
Zodra de spraakherkenning gereed is voor gesproken commando's, klinkt
er een pieptoon.
U kunt nu een spraakcommando geven om een systeemfunctie direct te starten (bijv. een voorkeuzezender
afspelen) of om een dialoogreeks te
starten met een aantal dialoogstap‐
pen (bijv. het invoeren van een
bestemmingsadres); zie "Bediening via spraakcommando's" verderop.
52SpraakherkenningNadat een dialoogreeks voltooid is,
wordt de spraakherkenning automa‐ tisch gedeactiveerd. Om een andere
dialoogreeks te starten moet u de
spraakherkenning weer activeren.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk op w of ─ rechts op het stuur‐
wiel.
Een gesproken vraag onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een
gesproken vraag onderbreken door
even op w op het stuurwiel te drukken.
Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een
commando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse mogelijkheden om een dialoogreeks te annuleren en de
spraakherkenning te deactiveren:
● Zeg " Annuleren " of "Afsluiten ".
● Druk op n rechts op het stuur‐
wiel.In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
● Als u enige tijd geen commando's
zegt (standaard wordt u driemaal gevraagd een commando te
zeggen).
● Als u commando's zegt die niet door het systeem worden
herkend (standaard wordt u drie‐
maal gevraagd een juist
commando te zeggen).
Bediening via spraakcommando's
De spraakherkenning kan comman‐
do's in de vorm van natuurlijke zinnen of directe commando's met de appli‐
catie en de taak begrijpen.
Voor de beste resultaten: ● Luister naar de gesproken vraag en wacht op de pieptoon voordatu een commando uitspreekt of
antwoordt.
● Zeg " Help" als de helpvraag voor
de huidige dialoogstap nog eens
wilt horen.● U kunt de gesproken vraag onderbreken door nogmaals op
w te drukken. Druk als u uw
commando rechtstreeks wilt
inspreken twee keer op w.
● Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke
wijze uit. Meestal werkt de
herkenning beter als pauzes tot
een minimum beperkt blijven. Gebruik korte en directe
commando's.
Meestal kunnen telefoon- en audio‐
commando's in één keer worden
uitgesproken. Bijvoorbeeld "Bel Jan
Jansen", "Speel af" gevolgd door de naam van de artiest of song of "Stem
af op" gevolgd door de radiofrequen‐
tie en het golfbereik.
Navigatiebestemmingen zijn echter
te complex voor één commando. Zeg eerst "Navigatie" en dan bijv. "Adres"
of "Markant punt". Het systeem
reageert hierop door naar meer
details te vragen.
Na het commando "Markant punt"
kunt u alleen grote ketens op naam
selecteren. Ketens zijn bedrijven met
Spraakherkenning55MenuActieSpraakcommando'sRadiomenuEen frequentie
selecteren" F M radio | Kies F M "
" A M radio | Kies A M "
" D A B radio | Kies D A B "Een zender
selecteren" Afstemmen op F M … "
" Afstemmen op A M … "
" Kies D A B ... | DAB ... inschakelen "Media-menuEen mediabron
selecteren" C D afspelen "
" U S B afspelen "
" Bluetooth afspelen | Bluetooth-geluid afspelen | Bluetooth-audio afspelen "Een zoekcategorie
selecteren" Artiest ... afspelen "
" Album ... door ... afspelen "
" Genre ... afspelen "
" Map ... afspelen "
" Afspeellijst ... afspelen "
" Componist ... afspelen "
" Audioboek ... afspelen "Een song
selecteren" Liedje ... afspelen | Liedje ... afspelen door … "