Page 201 of 249
Verzorging van de auto199Bij versies met opbergvak in de baga‐
geruimte bevindt de kist met de
bandenreparatieset zich in een
compartiment van het vak 3 67.
Bij versies met subwooferbox zit de
bandenreparatieset in de kist onder
de vloerafdekplaat in de bagage‐
ruimte. Bandenreparatieset gebrui‐ ken: verwijder eerst de vloerafdek‐
plaat: klap het achtergedeelte naar
voren en trek de afdekplaat naar
achteren eruit 3 68.
1. Haal de bandenreparatieset uit
het opbergvak.
2. Verwijder de compressor.
3. Verwijder de aansluitkabel en de luchtslang uit de opbergvakken
aan de onderkant van de compressor.
4. Schroef de compressorluchtslang
op de koppeling van de fles
afdichtmiddel.
5. Zet de fles afdichtmiddel in de houder op de compressor.
Plaats de compressor dichtbij de band, zodanig dat de fles afdicht‐
middel rechtop staat.
Page 202 of 249

200Verzorging van de auto
6. Ventieldop van defecte bandlosschroeven.
7. Schroef de vulslang op het ventiel.
8. De schakelaar van de compres‐ sor moet op J staan.
9. Steek de compressorstekker in de
12V stekkerdoos of de aansteke‐
raansluiting.
Om te voorkomen dat de accu
leegraakt, is het raadzaam de
motor te laten draaien.10. Zet de wipschakelaar van de compressor op I. De band wordt
nu met afdichtmiddel gevuld.
11. De manometer van de compres‐ sor geeft even max. zes bar aan
wanneer de fles afdichtmiddel
wordt geleegd (ca. 30 seconden).
Daarna begint de druk te dalen.
12. Al het afdichtmiddel wordt in de band gepompt. Daarna wordt de
band opgepompt.
13. De voorgeschreven bandenspan‐ ning moet binnen tien minuten
worden bereikt. Bandenspanning
3 233 . Schakel de compressor uit
wanneer de juiste bandenspan‐
ning is bereikt.Wordt de voorgeschreven
bandenspanning niet binnen tien
minuten bereikt, verwijder dan de
bandenreparatieset. De auto één
wielomwenteling verplaatsen.
Sluit de bandenreparatieset weer
aan en zet de vulprocedure tien
minuten lang door. Wordt de voor‐ geschreven bandenspanning dan
nog niet bereikt, dan is de band te
ernstig beschadigd. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Laat eventueel de te hoge
bandenspanning af via de knop
boven op de manometer.
De compressor niet langer dan
tien minuten laten werken.
Page 203 of 249

Verzorging van de auto20114. Maak de bandenreparatieset los.Borglipje op houder indrukken omfles met afdichtmiddel uit houder
te verwijderen. De bandenvul‐
slang op de vrije aansluiting van
de fles met afdichtmiddel schroe‐
ven. Hierdoor wordt voorkomen
dat er afdichtmiddel uit de fles
stroomt. Bandenreparatieset in de
bagageruimte opbergen.
15. Eventueel vrijgekomen afdicht‐ middel met een doek verwijderen.
16. Het op de fles met afdichtmiddel aanwezige etiket met de maxi‐
maal toelaatbare snelheid in het
gezichtsveld van de bestuurder
aanbrengen.
17. De rit onmiddellijk voortzetten, zodat het afdichtmiddel zich
gelijkmatig in de band kan
verspreiden. Stop na ca. 10 km
(uiterlijk na tien minuten) en
controleer de bandenspanning.
Hiervoor de luchtslang van de
compressor rechtstreeks op
bandventiel en compressor
schroeven.
Bij een bandenspanning hoger
dan 1,3 bar, de bandenspanning
op de voorgeschreven waarde
brengen. Procedure herhalen
totdat de bandenspanning niet
meer afneemt.
Bij een bandenspanning lager
dan 1,3 bar, de auto niet meer
gebruiken. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
18. Bandenreparatieset in de baga‐ geruimte opbergen.
Breng de vloerafdekplaat weer
aan. Vloerafdekking bagage‐
ruimte 3 68.
Let op
De rijeigenschappen van de
herstelde band zijn veel minder
goed, daarom deze band laten
vervangen.
Bij abnormale geluiden of sterke
verhitting van de compressor, deze
minimaal 30 minuten lang uitscha‐
kelen.
Het ingebouwde veiligheidsventiel
opent bij een druk van zeven bar.
Let op de vervaldatum van de set.
Na deze datum is niet meer gega‐
randeerd dat het middel nog goed
afdicht. Let op de bewaarinstructies op de fles met afdichtmiddel.
Gebruikte fles met afdichtmiddel
vervangen. Afvoeren volgens de
desbetreffende wettelijke voorschrif‐ ten.
De compressor en het afdichtmiddel zijn vanaf ca. -30 °C te gebruiken.
De bijgeleverde adapters kunnen
worden gebruikt om andere voor‐
werpen, bijv. voetballen, luchtbed‐
den, opblaasbare bootjes enz., op te pompen. Ze bevinden zich aan de
Page 204 of 249

202Verzorging van de autoonderkant van de compressor. Om
deze te verwijderen, schroeft u de
compressorluchtslang erop en trekt
u de adapter eruit.
Wiel verwisselen De onderstaande voorbereidingen
treffen en de instructies opvolgen:
● Auto op een vlakke, stevige en slipvrije ondergrond parkeren.
Voorwielen in de rechtuitstand
draaien.
● Handrem aantrekken, eerste versnelling of achteruitversnel‐
ling inschakelen.
● Nooit meerdere wielen tegelijker‐
tijd vervangen.
● Gebruik de krik alleen om een wiel te wisselen in geval van
bandenpech en niet voor de jaar‐
lijkse montage van winter- of
zomerbanden.
● De krik is onderhoudsvrij.
● Bij een zachte ondergrond, een stevige plank (max. 1 cm dik)
onder de krik leggen.● Haal vóór het opkrikken van de auto altijd eventuele zware objec‐
ten eruit.
● In de op te krikken auto mogen zich geen personen of dieren
bevinden.
● Nooit onder een opgekrikte auto kruipen.
● Opgekrikte auto niet starten. ● Voor het indraaien de wielbouten
schoonvegen en de buitenkant
van elke wielbout licht invetten
met in de handel verkrijgbaar
smeervet.9 Waarschuwing
Breng geen smeervet aan op de
schroefdraad van de wielbout.
1. Stalen velgen:
Wieldop verwijderen.
Lichtmetalen velgen met
boutkappen
Wielboutdoppen met een schroe‐ vendraaier losklikken en verwijde‐ ren. Ter bescherming een zachte
doek tussen de schroevendraaier
en de lichtmetalen velg aanbren‐ gen.
Lichtmetalen velgen met
wieldoppen
Er zijn twee versies leverbaar:
1.1. Steek de trekker in de open
sleuf van de wieldop en trek de
dop van de velg af. Boordgereed‐
schap 3 189.
Page 205 of 249
Verzorging van de auto203
1.2. Steek de trekker in het gat
van de wieldop en trek de dop van de velg af. Boordgereedschap
3 189.
2. Plaats de wielsleutel stevig op de
wielbouten en draai elke bout een
halve slag los.
De wielen kunnen met wielborg‐
bouten beschermd zijn. Zet voor
het losdraaien van deze speci‐
fieke bouten eerst de adapter voor de wielborgbouten op de boutkop
voordat u de wielsleutel erop zet.
De adapter ligt in het handschoe‐
nenkastje.
3. Zorg ervoor dat de krik correct onder het juiste kriksteunpunt
staat.
Sommige versies zijn uitgevoerd
met dorpelplaten met afgedekte
krikpunten: trek eerst de afdek‐
king van het betreffende krikpunt
eruit voordat u de krik plaatst.
Page 206 of 249

204Verzorging van de auto4.Zet de krik op de vereiste hoogte.
Zet deze zodanig onder het
hefpunt dat deze niet kan
losschieten.
Zwengel bevestigen en met de
krik recht onder het kriksteunpunt
aan de zwengel draaien totdat het wiel van de grond komt.
5. Wielbouten losdraaien.
6. Wiel verwisselen.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Auto laten zakken.
9. Wielsleutel aanbrengen, let er hierbij op dat deze stevig vastzit
en de wielbouten kruislings
aanhalen. Het aanhaalkoppel
bedraagt 110 Nm.
10. Wieldop van de stalen velg vóór het aanbrengen zo verdraaien dat
de ventielopening over het band‐
ventiel valt.
Monteer de wielboutkappen of de wieldop op de lichtmetalen velg.
11. Berg het vervangen wiel, het boordgereedschap 3 189 en de
adapter voor de wielborgbouten
3 54 op en zet ze vast.
12. Bandenspanning en het aanhaal‐ koppel van de wielbouten van het
gemonteerde wiel zo spoedig
mogelijk controleren.
Defecte band zo spoedig mogelijk
laten vervangen of repareren.Krikpositie voor liftplatform
De positie van de achterste arm van
het hefplatform, centraal onder de uitsparing van de dorpel.
Page 207 of 249

Verzorging van de auto205Voorarmpositie van het liftplatorm op
de carrosserie onderaan.
Reservewiel
Bij het aanbrengen van een reserve‐
wiel met een andere maat dan de
andere wielen kan het wiel worden
beschouwd als een tijdelijk reserve‐
wiel en gelden de betreffende maxi‐
mumsnelheden, zelfs als dit niet door
een label wordt aangegeven. Raad‐
pleeg een werkplaats voor informatie
over de geldende maximumsnelheid.
Het reservewiel heeft een stalen velg.Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Het reservewiel bevindt zich in een
houder onder de vloerplaat.
1. Vloer bagageruimte openen 3 68.
Verwijder het opbergvak indien
aanwezig 3 67.
2. Haal de wielsleutel uit de gereed‐ schapskist.
3. Plaats de wielsleutel op dezeskantige bout bij de gereed‐
schapskist en draai linksom totdat
er een weerstand voelbaar is.
4. Til de reservewielhouder met de hand iets op en haak de vergren‐
deling los.
5. Laat de reservewielhouder zakken.
Page 208 of 249

206Verzorging van de auto6. Til de reservewielhouder met dehand iets op en maak de veilig‐
heidskabel los.
7. Houder volledig laten zakken en reservewiel verwijderen.
8. Wiel verwisselen 3 202.
Het beschadigde wiel moet in de bagageruimte worden vastge‐
maakt, zie onderstaand.
9. Til de lege houder voor het reser‐ vewiel op en haak de veiligheids‐
kabel in.
10. Til de reservewielhouder verder op en haak de vergrendeling vast.De geopende zijde van de haak
moet hierbij naar de voorkant van
de auto wijzen.
11. Sluit de lege reservewielhouder door de zeskantige bout met de
wielsleutel rechtsom te draaien.
12. Berg de wielsleutel en de krik op in de gereedschapskist in de vloer
van de auto.
13. Vloer bagageruimte sluiten.
Een beschadigd wiel in de
bagageruimte opbergen
De reservewielhouder is niet gemaakt voor bandenmaten die afwijken vandie van het reservewiel.
Een beschadigd wiel anders dan het
reservewiel in de bagageruimte plaat‐ sen en vastmaken met een band.
Boordgereedschap 3 189.Wielen met een bandenmaat tot
195/55 R 16 1. Verwijder de bagageruimte- afdekking en til de vloer van de
bagageruimte op. Berg beide opachter de omhoog gezette rugleu‐
ningen van de zitplaatsen
achterin.
2. Draai de vleugelmoer los en neem
de gereedschapskist weg.
3. Zet het beschadigde wiel rechtsop in de uitsparing voor de
gereedschapskist, en laat het
naar voren wijzen.