Page 33 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-13
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Foutmodus “Err”
Wanneer een fout wordt gedetecteerd, wis-
selt het bovenste deel van het hoofdscherm
naar de foutmodus. De volgende foutgere-
lateerde waarschuwingspictogrammen en
foutcodes worden dan weergegeven.
Waarschuwingspictogram SCU-sto-
ring
SCU-foutcode
Waarschuwingspictogram motorsto-
ring
ECU-foutcode Waarschuwingspictog
ram SCU-storing
“ ” (YZF-R1M)
Het waarschuwingpictogr am voor SCU-sto-
ring wordt weergegeven als er een pro-
bleem is gedetecteerd door de
regeleenheid van de vering en er een
SCU-foutcode wordt weergegeven. Noteer
het nummer en laat de machine door een
Yamaha dealer controleren.
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Het waarschuwingpictogram voor motorsto-
ring wordt weergegeven als er een pro-
bleem is gedetecteerd door de
motorregeleenheid (ECU) en er een
ECU-foutcode wordt weergegeven. Noteer
het nummer en laat de machine door een
Yamaha dealer controleren.
OPMERKINGAls de weergave foutcode 52 aangeeft of
als u problemen hebt met het starten van de
motor met een standaardsleutel, kan dit
worden veroorzaakt door transponderinter-
ferentie. Als deze fout zich voordoet, pro-beer dan het volgende.
1. Zorg ervoor dat zich geen andere startblokkeringssleutels of andere ap-
paraten die elektrische signalen afge-
ven in de buurt van de hoofdschakelaar bevinden.
2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd ommotorschade te voorkomen.
1. Waarschuwingslampje SCU “ ”
2. SCU-foutcode
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
4. ECU-foutcode
5. Waarschuwingslampje foutmodus “Err”·1000 r/min
90
90
E r r
4
12
35
2CR-F8199-D1.book 13 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 34 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-14
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU67631
Scherm MENUHet scherm MENU bevat de volgende in-
stellingsmodules. Selecteer een module om
gerelateerde instellingswijzigingen aan te
brengen. Alhoewel sommige instellingen
kunnen worden gewijzigd of teruggesteld
via het hoofdscherm, biedt het scherm
MENU toegang tot alle weergave- en bedie-
ningsinstellingen. Toegang en gebruik van MENU
De volgende bedieningen van de wielscha-
kelaar zijn algemene bedieningen voor toe-
gang, selectie en verplaatsing binnen het
scherm MENU en de bijbehorende modu-
les.
Lang indrukken - houd de wielschakelaar
gedurende een seconde ingedrukt om toe-
gang te krijgen tot het scherm MENU of om
het scherm MENU volledig af te sluiten.
Selecteren - draai de wielschakelaar om- hoog of omlaag om de gewenste module of
het gewenste instellingsitem te markeren
en druk vervolgens kort op de wielschake-
laar (druk de wielschakelaar kort in) om de
selectie te bevestigen.
Driehoekssymbool
- bepaalde instellings-
schermen bevatten een item met een naar
boven of naar beneden wijzend driehoeks-
symbool. Selecteer het driehoekssymbool
om dat scherm af te sluiten en een scherm
terug te gaan (of druk langer op de wiel-
schakelaar om MENU volledig af te sluiten).
OPMERKINGAls er machinebeweging wordt gedetec-
teerd, zal het sche rm automatisch MENUafsluiten en naar het hoofdscherm gaan.
“Weergavemodus”
Er zijn twee weergavemodi voor het hoofd-
scherm, STREET MODE en TRACK MO-
DE.
Instellen van de weergavemodus voor hethoofdscherm1. Druk lang op de wielschakelaar om het
scherm MENU weer te geven.
Weergave Beschrijving
Weergavemodus Schakel de weergave van
het hoofdscherm tussen
street mode en track
mode.
YRC-instelling YRC-instellingen (alle
modellen) en
ERS-instellingen
(YZF-R1M) aanpassen.
Rondetijd Rondetijden weergeven en
terugstellen.
Registreren Schakel de
registratiefunctie voor
machine-informatie in/uit
(modellen met CCU).
Onderhoud Geef drie intervallen voor
het onderhoudsitem weer
en stel deze terug.
Eenheid Stel brandstofverbruik en
afstandseenheden in.
Achtergrond Stel achtergrondkleuren in.
Schakelindicator Schakel de
schakelindicator in/uit en
pas de instellingen van de
toerenteller aan.
Weergave-inste lling Stel de items in voor het
multifunctionele
weergavevenster.
Helderheid Pas de helderheid van het
scherm aan.
Klok Pas de klok aan.
Alles
terugstellen Zet alle instellingen terug
naar fabrieksinstellingen.
2CR-F8199-D1.book 14 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 35 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-15
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
2. Selecteer “Display Mode”.
3. Selecteer STREET MODE of TRACK MODE (of selecteer het driehoeksym-
bool om af te sluiten). 4. Druk lang op de wielschakelaar om het
scherm MENU af te sluiten of gebruik
de wielschakelaar om een andere mo-
dule te selecteren.
“YRC-instelling”
Met deze module kunt u de vier YRC-modi
MODE-A, MODE-B, MODE-C en MODE-D
op maat instellen door de instellingsniveaus
(of eventueel de aan/uitstatus) van de
YRC-items PWR, TCS, SCS, LCS, QSS en
LIF aan te passen. Voor YZF-R1M kunt u
de aan elke YRC-modus gekoppelde
ERS-modus selecteren en tevens de instel-
lingsniveaus van de ERS-modi aanpassen.
OPMERKING
TCS heeft 9 instellingsniveaus en ERS
heeft 6 modi.
Wanneer er meer selecties (instel-
lingsniveaus of modi) beschikbaar zijn dan in één keer op het scherm kunnen
worden weergegeven, verschijnt een
schuifbalk om aan te geven dat er ex-
tra selecties beschikbaar zijn door te
schuiven.
PWR
Selecteer PWR-1 voor de meest agressie-
ve gasrespons, PWR-2 en PWR-3 voor een
soepelere gasgreep/motorrespons en ge-
bruik PWR-4 op regenachtige dagen of
wanneer u minder motorvermogen wenst.
1. PWR 1
2. PWR 2
3. PWR 3
4. PWR 4
5. Gasklepopening
6. Bediening gasgreep
5
64
3 2
1
2CR-F8199-D1.book 15 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 36 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-16
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
TCS
Dit model gebruikt een variabel tractiecon-
trolesysteem. Voor elk instellingsniveau
geldt dat hoe meer de machine helt, hoe
meer tractiecontrole (systeeminterventie) er
wordt toegepast. Er zijn 9 instellingsniveaus
beschikbaar. Instellingsniveau 1 oefent de
minste algehele systeeminterventie uit, ter-
wijl instellingsniveau 9 de meeste algehele
tractiecontrole uitoefent.OPMERKING
TCS kan alleen worden in- of uitge-
schakeld via het hoofdscherm met be-
hulp van de modusschakelaar.
Wanneer TCS is uitgeschakeld, wor-
den TCS, SCS, LCS en LIF ingesteld
op OFF en kunnen niet worden aange-
past. Wanneer TCS weer wordt inge-
schakeld, keren deze gerelateerde
tractiecontrolefuncties terug naar deeerdere instellingsniveaus. SCS
SCS kan worden ingesteld op OFF, 1, 2 en
3. OFF schakelt de anti-uitbreekregeling uit,
instellingsniveau 1 oefent de minste sy-
steeminterventie uit en instellingsniveau 3
oefent de meeste systeeminterventie uit.
LCS
LCS kan worden ingesteld op 1, 2 of OFF.
Instellingsniveau 2 controleert de vermo-
gensafgifte van de motor sterker, terwijl in-
stellingsniveau 1 minder systeeminterventie
uitoefent. OFF schakelt de LCS-functie voor
de geselecteerde YRC-modus uit (het
LCS-pictogram wordt niet weergegeven en
de launchcontrolfunctie kan niet worden ge-
activeerd).
Wanneer LCS is ingesteld op niveau 1 of 2
voor de geselecteerde YRC-modus, wordt
de LCS-indicator op het hoofdscherm grijs
weergegeven om aan te geven dat LCS be-
schikbaar is. Wanneer
het launch con-
trol-systeem is geactiveerd (beschikbaar
gemaakt voor gebruik via de modusschake-
1. Systeeminterventie
2. Leunhoek
1
TCS
2
1 5
4 3
2 6 9
8 7
1. Systeeminterventie
2. Zijwaarts uitbreken
1 3
2
1
SCS
2
2CR-F8199-D1.book 16 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 37 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-17
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
laar), wordt de LCS-indicator wit.OPMERKINGLCS werkt samen met het LIF-systeem. Als
LIF is uitgeschakeld, kan LCS niet wordengebruikt.
QSS
QSS kan worden ingesteld op 1, 2 of OFF.
Instellingsniveau 1 biedt de snelste schake-
lingen, terwijl instellingsniveau 2 vloeiender
schakelingen biedt. OFF schakelt het sy-
steem volledig uit en de koppelingshendel
moet dan worden gebruikt om op te schake-
len.OPMERKINGHet in- of uitschakelen van QSS heeft geen
invloed op andere systemen, ook wordt
QSS zelf niet beïnvloed door de instellingenvan andere systemen.
LIF
LIF kan worden ingesteld op 1, 2, 3 of OFF.
Instellingsniveau 3 vermindert het sterkst
het omhoog komen van het wiel en instel-
lingsniveau 1 oefent de minste systeemin-
terventie uit. OFF schakelt LIF uit en LCS
wordt gedeactiveerd voor de geselecteerde
YRC-modus. Een YRC-modus op maat instellen of een
YRC-item aanpassen1. Selecteer “YRC Setting” op het
scherm MENU.
2. Het scherm “YRC Setting” wordt weer- gegeven en het vak voor YRC-modus
“YRC” wordt gemarkeerd. Druk kort op de wielschakelaar om toegang te krij-
gen tot het vak en selecteer vervol-
gens de YRC-modus A, B, C of D die
u wilt aanpassen.
3. Selecteer het YRC-item dat u wilt aan- passen: PWR, TCS, SCS, LCS, QSS,
LIF of ERS (YZF-R1M).1. Systeeminterventie
2. Wiellift
1 3
2
1
LIF
2
1. Driehoekmerkteken
2. YRC-modusvlak
3. YRC-item
4. ERS-modus (YZF-R1M)
5. Naar ERS-menu (YZF-R1M)
D C B
A1
2
3
41
2
3
41
2
1
2
33
5
OFF
1
2OFF
OFF
1
2OFF
A -
1
A -
2
M -
1
M -
2
A
-
3
YRC
PWRTCS SCS LCS QSS LIF ESC
YRC
PWRTCS SCS LCS QSS LIFERS
12:
00
YRC Setting
km/h
1345
2
2CR-F8199-D1.book 17 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 38 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-18
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKING
Als een YRC-item wordt geselecteerd,
wordt het huidige instellingsniveau
aangegeven met een vierkant met een
blauwe rand en de fabrieksinstelling in
een grijs vlak.
De fabrieksinstellingen variëren naar-gelang de geselecteerde YRC-modus.
4. Als u andere YRC-modi op maat wilt instellen of afzonderlijke YRC-items
wilt aanpassen, herhaalt u de proce-
dure vanaf stap 2. Als u klaar bent, se-
lecteert u het driehoeksymbool uiterst
links om terug te gaan naar het scherm
MENU. Voor YZF-R1M selecteert u het symbool “ ” voor fijnafstemming
van de ERS-modusinstellingen.
ERS (YZF-R1M)
Er zijn drie automatische instellingsmodi:
A-1, A-2 en A-3. A-3 ligt vast en kan niet
worden veranderd. A-1 en A-2 kunnen wor-
den aangepast binnen een verschuiving
van -5 tot +5 op basis van de fabrikieksin-
stellingen.
Er zijn drie handmatige instellingsmodi:
M-1, M-2 en M-3. Wanneer een handmatige
modus is geselecteerd, past de SCU niet
actief de veringscompressie en uitgaande
demping aan. In de handmatige modus kan
de vering op 32 niveaus worden ingesteld.
OPMERKING
A-1 en M-1 zijn vooringesteld voor ge-
bruik op het circuit met slicks.
A-2 en M-2 zijn vooringesteld voor ge-
bruik op het circuit met wegbanden.
A-3 en M-3 zijn vooringesteld voor ge-
bruik op de weg met wegbanden.
De veervoorspanning wordt handma-
tig aangepast. (Zie pagina’s 4-39 en4-41.) Instellingen van ERS-modus aanpassen
1. Selecteer de markering “ ” die zich
rechts van ERS bevindt.
2. De weergave wisselt naar het instel- scherm voor de voor- en achtervering
en het vlak met de ERS-instelling
“SETTING” wordt gemarkeerd. Druk
kort op de wielschakelaar om toegang
te krijgen tot het vlak en selecteer de
ERS-modus A-1, A-2, M-1, M-2 of M-3
die u wilt aanpassen.
1. YRC-item
2. Huidige niveau-instelling
3. YRC-modus
4. Door de fabriek ingesteld niveau
D C B
A 1
2
3
41
2
3
41
2
1
2
33
5
OFF
1
2OFF
OFF
1
2OFF
A -
1
A -
2
M -
1
M -
2
A
-
3
YRC
PWRTCS SCS LCS QSS LIF ESC
YRC
PWRTCS SCS LCS QSS LIFERS
12:
00
YRC Setting
km/h
1
3 4
2
1. Naar ERS-menu
D C B A
1
2
3
41
2
3
41
2
1
2
33
5
OFF
1
2OFF
OFF
1
2OFF
A -
1
A -
2
M -
1
M -
2
A
-
3
YRC
PWRTCS SCS LCS QSS LIF
YRC
PWRTCS SCS LCS QSS LIF
12 :
00
YRC Setting
km/h
ERS
1
2CR-F8199-D1.book 18 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 39 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-19
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
3. Selecteer het veringsitem Fr COM, Fr REB, Rr COM of Rr REB dat u wilt
aanpassen.OPMERKING
Verhoog het instellingsniveau om de
demping te verlagen en zo de vering
zachter te maken.
Verlaag het instellingsniveau om de
demping te verhogen en zo de vering
harder te maken.
Voor A-1 en A-2 geeft een nummer tussen ( ) aan hoeveel niveaus zijn ge-
wijzigd op basis van de vooringestelde
waarde.
Wannneer een instellingsitem voor de
vering in A-1 of A-2 een verschuiving
laat zien, is hetzelfde instellingsitem
voor de vering op dezelfde manier ver-
schoven in de andere automatische
modus (de verschuivingswaarden
voor hetzelfde item zijn automatisch
gekoppeld).
M-1, M-2 en M-3 zijn niet gekoppeld en
kunnen onafhankelijk worden inge-steld.
4. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om veringsinstellingen voor andere
ERS-modi aan te passen. Selecteer
na voltooiing het symbool “ ” links
om terug te keren naar het hoofdmenu
“YRC Setting”. “Rondetijd”
Met deze module kunt u de vastgelegde
rondetijdrecord weergeven en verwijderen.
De snelste rondetijd en de gemiddelde ron-
detijd die zijn opgeslagen in het rondetijden-
overzicht worden boven aan het scherm
weergegeven. Gebruik de wielschakelaar
om te schuiven en alle rondetijden te zien.
De drie snelste ronden worden in zilverkleur
gemarkeerd. Er kunnen maximaal 40 ron-
den worden opgeslagen in het geheugen.
Als er meer dan 40 ronden zijn geregi-
streerd, zullen de oudste ronden (vanaf ron-
de 1) worden overschreven.
Deze module heeft twee opties.
“Display” geeft de rondetijdrecord weer.
1. Selectievlak voor ERS-modus “SETTING”
2. Inveerdempingskracht voor
3. Uitveerdempingskracht voor
4. Inveerdempingskracht achter
5. Uitveerdempingskracht achter
6. Door de fabriek ingesteld niveau
7. Huidige niveau-instelling
8. Niveau-aanpassing
25
16 22
13
()
()
()
()
-
+
+
+ (- 5)
(+0)
(+0)
(
+0)
A -
2
M -
1
M -
2
M -
3
A
-
3
Fr COM Rr COM
Fr REB Rr REB
SETTING
YRC Setting
km/h
12:00
7
6
8
2345
1
1. Naar menu YRC Setting
2. Door de fabriek ingesteld niveau
3. Huidige niveau-instelling
16
16 27
13
(+0)
(+3)
(+2)
(+1)
Fr COM Rr COM
Fr REB Rr REB
SETTINGkm/h
12:00
M-
1
M -
2
M -
3
YRC Setting
A -
2
A -
3
2 3
1
2CR-F8199-D1.book 19 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 40 of 126
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-20
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
“Reset” verwijdert de rondetijdrecord.
Gebruik de wielschakelaar om “Display” te
selecteren en de ronderecord weer te ge-
ven.
Recordgegevens van rondetijd terugstellen1. Wanneer “Lap Time” is geselecteerd, worden zowel “Display” als “Reset”
weergegeven.
2. Selecteer “Reset”.
3. Selecteer YES om alle rondetijdgege- vens te verwijderen. (Selecteer NO om
af te sluiten en terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de ronderecord
terug te stellen.) “Logging” (voor modellen met CCU)
Voertuig- en rij-informatie kunnen worden
opgenomen (geregistreer
d) en deze gege-
vens kunnen worden bekeken met een slim
apparaat (zie “CCU” op pagina 4-37).
Starten en stoppen met registratie
1. Selecteer “Logging” op het scherm MENU.
1. Snelste ronde
2. Gemiddelde rondetijd
3. Ronderecord123
NO
Reset ?Lap Time
YES
km/h
GPGPS
12:
00
GPS
2CR-F8199-D1.book 20 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分