Page 57 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-13
6
13. Monteer het deksel van het motorolie-
filter (samen met de veer, de onderle-
gring en het oliefilter) door het
uitsteeksel op het deksel uit te lijnen
met de gleuf in het carter en dan de
bout aan te draaien met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
14. Monteer de aftapschroef van het olie- filterelement met de nieuwe pakking
en draai de schroef aan met het voor-
geschreven aanhaalmoment. 15. Monteer de afdekking van het aan-
drijftandwiel door deze in de oor-
spronkelijke positie te plaatsen en de
bouten aan te brengen.
16. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
17. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook d e koppeling) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.18. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage . Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
1. Uitsteeksel
2. SleufAanhaalmoment: Bevestigingsbout oliefilterdeksel:15 Nm (1.5 m·kgf, 11 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Aftapschroef oliefilterelement:
7 Nm (0.7 m·kgf, 5.1 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
Zonder vervanging van het oliefilte-
relement:
2.80 L (2.96 US qt, 2.46 Imp.qt)
Met vervanging van het oliefilterele-
ment:
3.15 L (3.33 US qt, 2.77 Imp.qt)
U2PND1D0.book Page 13 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 58 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olieniveau knippert of blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.19. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
DAU65431
Vervan gen van het luchtfilterele-
ment en reini gen van de aftap-
slan gHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vervang het luchtfilterelement vaker als
u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
Verder moet de aftapslang van het luchtfil-
ter regelmatig worden gecontroleerd en ge-
reinigd.
Om het luchtfilterelement te vervan gen
1. Verwijder paneel A. (Zie pagina 6-9.)
2. Verwijder de afdekking rechts door de bout los te halen. 3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
4. Trek het luchtfilterelement uit.
5. Breng een nieuw luchtfilterelement aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.1. Bout
2. Afdekking rechts
1
2
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1. Luchtfilterelement
2
2
1
1
U2PND1D0.book Page 14 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 59 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-15
6
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
6. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
7. Monteer de afdekking rechts zoals ge-
toond en breng dan de bout aan.
8. Monteer het paneel.
Reini gen van de luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de aftapslang aan de voorkant van het luchtfilterhuis wa-
ter of vuil heeft verzameld. 2. Haal de slang los als er vuil of water in
zit, reinig hem grondig en breng op-
nieuw aan.
DAU21386
De vrije sla g van d e gas greep
controlerenMeet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
1. Aftapslang luchtfilter
1
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sla g van gas greep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)
1
U2PND1D0.book Page 15 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 60 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
DAU21402
Klepspelin gDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU2177A
Banden Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspannin g moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van d e ban den gelijk is aan
d e om gevin gstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d at
voor dit
mo del is vast gestel d.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar b elaste machine
kan lei den tot een on geval.Ban denspannin g (g emeten op kou-
d e ban den):
Bela din g tot 90 k g (198 l b):
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
90 k g (198 l b) tot maximum bela-
d in g:
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Maximale belastin g*:
210 kg (463 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas- sagier, bagage en accessoires
U2PND1D0.book Page 16 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 61 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-17
6
Inspectie van b anden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha dealer vervan gen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstab iliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief ban-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over de
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om dit te d oen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in gere den v oor
dat
het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10482
Monteer altij d voor- en achterb an-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de ban den kunnen het
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
U2PND1D0.book Page 17 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 62 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
we gge dra g van d e machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
Controleer altij d of de ventiel dopjes
stevi g zijn bevesti gd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om bij ho ge rijsnelhe den
een te lag e ban dspanning te voor-
komen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uit gerust met specia-
le ban den die geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen geb ruiken.
Gebruik bij vervan gin g uitsluiten d
het voor geschreven type ban den.
Bij an dere ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet d enkbeeldig .
Gloe dnieuwe ban den bie den op
sommi ge typen we gdek relatief
weini g g rip tot dat ze zijn “in
gere
-
d en”. Het is dan ook verstan dig d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een
nieuwe ban d is aan geb racht rusti g
te blijven rij den en pas daarna de
rijsnelhei d te verho gen.
Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ered en moeten de ban den zijn op-
g ewarm d.
Pas de ban dspanning steeds aan
vol gens de rijomstan dig he den.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
Voor
ban d:
Maat: 120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
DUNLOP/D252F L
Achter ban d:
Maat:
180/55 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model: DUNLOP/D252 L
VOOR en ACHTER: Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
U2PND1D0.book Page 18 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 63 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-19
6
DAU22074
Koppelin gshen delOmdat dit model is uitgerust met een hy-
draulische koppelingsbediening, hoeft de
vrije slag van de koppelingshendel niet te
worden afgesteld. Wel moeten voor elke rit
het niveau van de koppelingsvloeistof en
het hydraulisch systeem op lekkage wor-
den gecontroleerd. (Zie pagina 6-21.) Mis-
schien zit er lucht in het koppelingssysteem
als de koppelingshendel te veel vrije slag
heeft en schakelen moeizaam gaat, of als
de koppeling slipt en de machine slecht ac-
celereert. Als er lucht in het hydraulisch sy-
steem zit, moet het systeem door een
Yamaha dealer worden ontlucht voordat de motorfiets wordt gebruikt.
DAU37914
Vrije slag van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha d ea-
ler ontluchten voord at de machine word t
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een neg atief effect op de remwerkin
g, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als gevol g.1. Geen vrije slag remhendel
1
U2PND1D0.book Page 19 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 64 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-20
6
DAU22274
RemlichtschakelaarsHet remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Stel de remlichtschakelaar achter indien
nodig als volgt af. De remlichtschakelaar
voor dient te worden afgesteld door een
Yamaha dealer. Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de rem-
lichtschakelaar vast. Draai de stelmoer in
de richting (a) om het remlicht eerder te la-
ten branden. Draai de stelmoer in de rich-
ting (b) om het remlicht later te laten
branden.
DAU22322
Controleren van voor- en achter-
rem blokkenVoorrem
Achterrem
De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre- ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Elk remblok heeft een eigen
slijtage-indicatorgroef, zodat het remblok
kan worden gecontroleerd zonder de rem
te hoeven demonteren. Let op de slijtage-
indicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroef
vrijwel is verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te vervangen.
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
1
2(b)
(a)
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1. Slijtage-indicatorgroef remblok1
1
U2PND1D0.book Page 20 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM