Page 65 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-21
6
DAU22682
Niveaus van rem- en koppeling s-
vloeistof controlerenControleer alvorens te gaan rijden of de
rem- en koppelingsvloeistof zich boven de
merkstreep voor het minimumniveau bevin-
den. Zorg bij het controleren van de ni-
veaus van de rem- en koppelingsvloeistof
dat de bovenzijden van de reservoirs hori-
zontaal staan. Vul indien nodig de rem- en
koppelingsvloeistof bij.
Voorrem Achterrem
Koppelin
g
OPMERKINGHet remvloeistofreservoir voor de achter-
rem bevindt zich achter paneel A. (Zie pagi-
na 6-9.)
WAARSCHUWING
DWA16001
Onjuist uit gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen of ver-
min der de werkin g van d e koppelin g.
Neem de vol gen de voorzor gsmaatre ge-
len in acht:
Bij een te laa g rem- of koppelin gs-
vloeistofniveau kan lucht binnen-
d rin gen in het rem- of
koppelin gssysteem, waar door de
rem- of koppelin gsprestaties afne-
men.
Reini g d e reservoir doppen alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen de
ru bberaf dich tin
gen
bescha digd ra-
ken met lekka ge tot g evolg.
Vul bij met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoe gin g van een and er
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
1. Merkstreep minimumniveau
1
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
UPPER
LOWER
1
1
Aan bevolen rem- en koppelin gs-
vloeistof:
DOT 4 remvloeistof
U2PND1D0.book Page 21 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 66 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-22
6
Pas op en zor g d at tij dens bijvullen
g een water het reservoir voor rem-
of koppelin gsvloeistof kan b innen-
d rin gen. Water zal het kookpunt
van de remvloeistof aanzienlijk ver-
la gen zo dat damp belvormin g kan
optred en.LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen beschad ig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.Als het vloeistofniveau te ver daalt, raakt
het vloeistofmembraan vervormd door de
toenemende onderdruk. Breng het mem-
braan terug in de oorspronkelijke vorm al-
vorens aan te brengen in het reservoir voor
rem- of koppelingsvloeistof.
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en /of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Een laag koppelingsvloeistofni-
veau kan duiden op lekkage in het koppe-
lingssysteem. Controleer daarom het
koppelingssysteem op lekkage. Als het
rem- of koppelingsvloeistofniveau plotse- ling sterk daalt, moet u een controle laten
uitvoeren door een Yamaha-dealer alvo-
rens verder te rijden.
DAU22754
Rem- en koppelin
gsvloeistof ver-
versenVraag een Yamaha dealer de rem- en de
koppelingsvloeistof te verversen volgens
de intervalperioden voorgeschreven in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Laat bovendien de oliekeerringen van de
hoofdremcilinder en de koppelingshoofdci-
linder, de remklauwen en de rem- en kop-
pelingsslangen vervangen volgens de
hierna vermelde intervalperioden of wan-
neer ze lekken of zijn beschadigd.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Rem- en koppelingsslangen: Vervang
elke vier jaar.
U2PND1D0.book Page 22 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 67 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-23
6
DAU22762
Spannin g aan drijfkettin gDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU51444
Aandrijfkettin g controleren op spannin g
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.OPMERKINGBij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-
wicht op de motorfiets rusten.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket- ting zoals getoond. 4. Stel de spanning van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAU3431A
Om de spannin g van de aan drijfkettin g
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt. 1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken. LET
OP: Een onjuiste kettin gspanning
lei dt tot over belastin g van d e motor
en an dere essentiële on der delen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van d e ketting.
Hou d om d it te voorkomen de ket-
tin gspannin g b innen de gespecifi-
ceer de waar den.
[DCA10572]
OPMERKINGGebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
achterbrug om zeker te zijn dat beide ket-
tingspanners dezelfde positie hebben.3. Trek de asmoer en daarna de borg-
moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
1. Spanning aandrijfketting
1
Spannin g aan drijfkettin g:
5.0–15.0 mm (0.20–0.59 in)
1. Borgmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Wielasmoer
4. Uitlijnmerktekens
5. Aandrijfkettingspanner
Aanhaalmomenten: Wielasmoer:
150 Nm (15 m·kgf, 108 ft·lbf)
Borgmoer: 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
U2PND1D0.book Page 23 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 68 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-24
6
4. Zorg ervoor dat de kettingspanners in
dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
DAU23026
Aan drijfkettin g reini gen en sme-
renDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10584
De aan drijfkettin g moet wor den ge-
smeer d na dat de motorfiets is g ewassen
of ermee in de re gen of in vochti ge ge-
b ie den is gere den.1. Reinig de aandrijfketting met petrole-
um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reini g d e aan drijfkettin g niet met
stoomreini gers, ho ged rukreini gers
of on geschikte oplosmi ddelen om
scha de aan d e O-ringen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met speciale smering voor o-ringkettin-
gen. LET OP: Bren g g een motorolie
of an dere smeermi ddelen aan op de aan
drijfkettin g, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-rin gen kun-
nen bescha dig en.
[DCA11112]
U2PND1D0.book Page 24 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 69 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-25
6
DAU23098
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Scha de aan d e buiten behuizing van ka-
b els kan lei den tot interne roestvormin g
en storin g veroorzaken met de bewe-
g in g van kab els. Vervan g b eschad igde
ka bels zo snel mo gelijk om onveili ge
omstan dig he den te voorkomen.
[DWA10712] DAU23115
Controleren en smeren van
gas-
g reep en gaska belDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber af-
dekking. Zorg ervoor dat de afdekking ste-
vig is aangebracht. Zelfs als de afdekking
correct is aangebracht, is de kabel niet vol-
ledig beschermd tegen binnendringend
water. Let er daarom op dat er geen water
direct op de afdekking of kabel komt bij het
wassen van de machine. Als de kabel of de
afdekking vies wordt, wrijf deze dan
schoon met een vochtige doek.
DAU44276
Controleren en smeren van rem-
en schakelpe dalenDe werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Rempe daal
Schakelped aal
Aan
bevolen smeermi ddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
U2PND1D0.book Page 25 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 70 of 98
Periodiek on derhou d en afstelling
6-26
6
DAU43602
Rem- en koppelin gshen dels con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhen del
Koppelin gshen del
Aan
bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Siliconenvet
U2PND1D0.book Page 26 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 71 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-27
6
DAU23203
Zijstandaar d controleren en
smerenDe werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als de zijstan daar d niet soepel omhoo g
en omlaa g beweeg t, vraa g dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functioneren de
zijstan daar d kan het wegdek raken en u
aflei den, waar door u d e controle over de
machine kunt verliezen.
DAUM1653
Achter bru gscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U2PND1D0.book Page 27 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 72 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-28
6
LET OP
DCA10591
Als scha de wor dt gevon den of de voor-
vork niet soepel beweeg t, vraag d an een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU23285
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-35.) WAARSCHUWING!
On dersteun de machine zor gvul dig
om omvallen en mo gelijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on- derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
U2PND1D0.book Page 28 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM