Page 25 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-10
3
DAU12832
Koppelin gshen delDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten. De koppelingshendel is voorzien van een
stelwiel voor het instellen van de stand van
de koppelingshendel. Verstel de afstand
tussen de koppelingshendel en de stuur-
greep door het stelwiel te verdraaien terwijl
de hendel van het stuur vandaan wordt ge-
houden. Controleer of het correcte instel-
punt op het stelwiel tegenover het pijlteken
op de koppelingshendel staat.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-21.)
DAU12872
Schakelped
aalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
1. Stelwiel voor afstelpositie koppelingshendel
2. Pijlteken
1. Schakelpedaal
1
U2PND1D0.book Page 10 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 26 of 98
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
DAU26825
Remhen delDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen. De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de hendel van de gasgreep
vandaan wordt gehouden. Controleer of
het correcte instelpunt op het stelwiel te-
genover het “ ” merkteken op de rem-
hendel staat.
DAU12944
Rempe
daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Remhendel
1. “ ”-merkteken
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
1. Rempedaal
U2PND1D0.book Page 11 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 27 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-12
3
DAU13075
Tank dopOpenen van de tankd op
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van d e tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankd op goe d
wor den aan ged raai d. Door b randstof-
lekka ge ontstaat b randgevaar.
DAU13213
Bran dstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om b rand en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft be-
reikt. Omdat brandstof uitzet als deze
warm wordt, kan de warmte van de
motor of de zon ervoor zorgen dat
brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
1. Ontgrendelen.
2. Slotplaatje tankdop
2
1
U2PND1D0.book Page 12 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 28 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-13
3
3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte doek, aan ge-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof d elen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is gifti g en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om b enzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzined amp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek d an andere kled ing aan.
DAUM3111
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Door loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
12
Voor
geschreven bran dstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
14.5 L (3.83 US gal, 3.19 Imp.gal)
Hoeveelhei d reserve bran dstof (als
d e waarschuwin gsin dicator bran d-
stofniveau knippert): 3.1 L (0.82 US gal, 0.68 Imp.gal)
U2PND1D0.book Page 13 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 29 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-14
3
DAU51172
Tank beluchtin gsslan g en over-
loopslan gAlvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer alle slangen op scheuren
of beschadiging en vervang indien no-
dig.
Controleer voor alle slangen of het uit-
einde ervan niet is verstopt en reinig
indien nodig.
DAU13447
Uitlaatkatalysatoren Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet na dat de mo-
tor heeft ged raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nab ij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhed en uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair draaien. Lan g
stationair draaien kan lei den tot
oververhitting .
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare scha de wor den toe ge-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
2
1
U2PND1D0.book Page 14 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 30 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-15
3
DAU13941
Za delVerwij deren van het za del
1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai rechtsom.
2. Houd de sleutel in deze stand vast, trek het zadel aan de achterzijde om-
hoog en trek dan het zadel los.
Aan bren gen van het za del
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van het zadel in de zadelbevestiging,
zoals getoond in de afbeelding. 2. Druk het zadel aan de achterzijde om-
laag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAU14744
Voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA10181
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijsta biliteit het g evolg
zijn.Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning, stelschroeven voor
uitgaande demping en stelschroeven voor
ingaande demping.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
1
2
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
12
U2PND1D0.book Page 15 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 31 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-16
3
Breng de gewenste groef op het stelme-
chanisme in lijn met het bovenvlak van de
vorkplug. Uit
gaan de dempin g
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de rich-
ting (a). Draai om de uitgaande demping te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelschroef op beide vorkpoten in de
richting (b). In
gaan de dempin g
Draai om de ingaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de rich-
ting (a). Draai om de ingaande demping te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelschroef op beide vorkpoten in de
richting (b).1. Stelbout veervoorspanning
1. Huidige instelling
2. Vorkplug
1(a)
(b)
2 1
1
2
3
4
5
6
7
8
Afstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
8
Standaard: 5
Maximum (hard): 1
1. Stelschroef uitgaande demping
1
(a)
(b)
Afstellin g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
10 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 5 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig
gedraaid in de richting (a)
1. Stelschroef voor inveerdemping
U2PND1D0.book Page 16 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM
Page 32 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-17
3
OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeen-
komen; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
DAU43257
Schok demperunit afstellen
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijsta biliteit het g evolg
zijn.Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning en met stel-
knoppen voor ingaande demping en voor
uitgaande demping.
Veervoorspanning
Stel de veervoorspanning als volgt af. 1. Draai de borgschroef een halve slag naar links. 2. Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b). Verricht de afstelling met de spe-
ciale sleutel in de boordgereed-
schapsset.
De afstelling voor veervoorspan-
ning wordt gecontroleerd door
de afstand A te meten, zoals ge-
toond in de afbeelding. Hoe lan-
ger de afstand A, hoe hoger de
veervoorspanning; hoe korter de
afstand A, hoe lager de veervoor-
spanning. Per volledige omwen-
teling van de stelring verandert
afstand A met 1.5 mm (0.06 in).
Draai de stelring zo dat de borg-
schroef naar buiten is gericht.
Afstellin
g in gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
13 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 6 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig
gedraaid in de richting (a) 1. Borgschroef
U2PND1D0.book Page 17 Tuesday, December 22, 2015 3:04 PM