Page 17 of 104

Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-2
3
DAU10474
Contactslot/stuurslotVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU38531
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKINGDe koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs
als de motor afslaat.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit
de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rij dt. Hier-
d oor wor den de elektrische systemen
uit geschakel d, wat mo gelijk kan lei den
tot verlies van d e controle of een on ge-
val.
DAU10686
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen. Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKINGAls het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
P
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.12
U1WSD3D0.book Page 2 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 18 of 104

Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelen1. Steek de sleutel in.
2. Druk de sleutel in de “LOCK”-stand in
en draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichtin g of de richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan dit de
accu ontla den.
DAU49398
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje ga at knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU59962
Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet weer gaan branden na-
dat het kort is uitgegaan, en dan blijven
branden totdat de motor is gestart.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, vraag dan een Yamaha-dealer om
het elektrische circuit te controleren.LET OP
DCA21210
Als het waarschuwin gslampje gaat
b ran den terwijl d e motor draait, zet de
motor d an onmi ddellijk uit en controleer
het olieniveau. Als het olieniveau b ene-
d en het minimumniveau staat, vul d an
vol doen de olie van de aan bevolen soort
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
2. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
3. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor modellen met ABS)
6. Controlelampje startblokkering “ ”
7. Controlelampje grootlicht “ ”
8. Vrijstandcontrolelampje “ ”
9. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
1
2
3
4
5
6
7
8
9
ABS
U1WSD3D0.book Page 3 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 19 of 104

Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-4
3
bij tot het correcte niveau. Als het waar-
schuwin gslampje olie druk blijft bran den
terwijl het olieniveau in or de is, zet d an
onmi ddellijk de motor af en laat het
voertui g controleren door een Yamaha-
d ealer.OPMERKINGAls het waarschuwingslampje niet uitgaat
nadat de motor is gestart, controleer dan
het motorolieniveau en vul indien nodig olie
bij. (Zie pagina 6-9.)
Als het waarschuwingslampje blijft branden
nadat u olie hebt bijgevuld, vraag dan een
Yamaha-dealer om het voertuig te contro- leren.
DAU11447
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan. Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
DCA10022
Laat
de motor niet d raaien terwijl deze
oververhit is.OPMERKING Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-42 nadere instructies ver-
meld.
DAU46443
Waarschuwin gslampje motorstorin g
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te contro-
leren. (Zie pagina 3-11 voor uitleg over de
werking van het zelfdiagnosesysteem.) Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
OPMERKINGDit waarschuwingslampje gaat branden als
de sleutel naar “ON” wordt gedraaid en de
startknop wordt ingedrukt. Dit wijst echter
niet op een storing.
DAU58530
ABS-waarschuwin
gslampje “ ” (voor
mo dellen met ABS)
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
ABS
U1WSD3D0.book Page 4 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 20 of 104

Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-5
3
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren. (Zie pagina 3-14 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ere den, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij dan extra voorzich-
ti g om te voorkomen dat de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha d ealer
controleren.
DAU26879
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden ge controleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het controlelampje niet meteen op
wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem. (Zie pagina 3-11 voor uitleg
over de werking van het zelfdiagnosesy-
steem.)
DAU59978
Multifunctionele meter1. Linker instelknop
2. Rechter instelknop
1. Brandstofniveaumeter
2. Klok
3. Aanduiding ingesc hakelde versnelling
4. Eco-controlelampje “ECO”
5. Snelheidsmeter
6. Toerenteller
7. Multifunctioneel display
1
2
6
72
1
3
4
5
U1WSD3D0.book Page 5 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 21 of 104

Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-6
3
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
snelheidsmeter
toerenteller
klok
brandstofniveaumeter
eco-controlelampje
aanduiding ingeschakelde versnelling
multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voord at u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.OPMERKING Draai de sleutel naar “ON” alvorens de
linker en rechter insteltoets te gebrui-
ken om de multifunctionele meter in te
stellen, behalve bij het wisselen naar
de helderheidsregeling of om de klok
weer te geven.
Voor Verenigd Koninkrijk: Om te wis-
selen tussen de kilometer- en mijlen-
weergave houdt u de linker insteltoets
drie seconden lang ingedrukt.
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in d e rode zone wijst.
Ro de zone: 10000 tpm en hog er
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem. Wanneer het contactslot niet in de
stand “ON” staat, kan de klok 10 seconden
worden weergegeven door op de linker in-
steltoets te drukken.
De klok instellen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de linker en rechter insteltoets
tegelijkertijd twee seconden lang in-
gedrukt. De urenaanduiding begint te
knipperen.
3. Gebruik de rechter insteltoets om de uren in te stellen.
4. Druk op de linker insteltoets en de mi-
nutenaanduiding begint te knipperen.
5. Gebruik de rechter insteltoets om de minuten in te stellen.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
12
1. Klok
1
U1WSD3D0.book Page 6 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 22 of 104

Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-7
3
6. Druk op de linker insteltoets en laat
deze dan los om de klok te starten.
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
segmenten van de brandstofniveaumeter
verdwijnen van “F” (vol) naar “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder daalt.
Ga zo snel mogelijk tanken als het laatste
segment van de brandstofniveaumeter en
de waarschuwingsindicator brandstofni-
veau gaan knipperen.OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosefunctie. Als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in het elektri- sche circuit van de meter, gaan de
brandstofniveaumeter en de waarschu-
wingsindicator brandstofniveau knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de machine te controleren.
Eco-controlelampje
Het eco-controlelampje gaat aan wanneer
de machine wordt gebruikt op een milieu-
vriendelijke, energiezuinige manier. Het
controlelampje gaat uit als u de machine
stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
De aanduiding ingeschakelde versnelling
geeft de geselecteerde versnelling aan. De
vrijstand wordt aangegeven door “–” en
door het vrijstandcontrolelampje.
1. Brandstofniveaumeter
2. Waarschuwingsindicator brandstofniveau “”
1
2
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
1. Aanduiding ingesc hakelde versnelling
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
1
2
U1WSD3D0.book Page 7 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 23 of 104

Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-8
3
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen: kilometerteller
twee rittellers
ritteller brandstofreserve
huidig brandstofverbruik
gemiddeld brandstofverbruik
koelvloeistoftemperatuur
luchttemperatuur
zelfdiagnosemodus
helderheidsregeling
Het multifunctionele d isplay geb ruiken
Druk op de linker insteltoets om te wisselen
tussen de weergaven voor kilometerteller
“ODO”, rittellers “TRIP 1” en “TRIP 2”, hui-
dig brandstofverbruik “km/L” of “L/100
km”, gemiddeld brandstofverbruik “AVE_ _._ km/L” of “AVE_ _._ L/100 km”, koel-
vloeistoftemperatuur “_ _ °C” en luchttem-
peratuur “Air_ _ °C”, in de onderstaande
volgorde:
ODO
→ TRIP 1 → TRIP 2 → km/L of
L/100 km → AVE_ _._ km/L of AVE_ _._
L/100 km → _ _ °C → Air_ _ °C → ODO
Voor Verenigd Koninkrijk:
Druk op de linker insteltoets om te wisselen
tussen de weergaven voor kilometerteller
“ODO”, rittellers “TRIP 1” en “TRIP 2”, hui-
dig brandstofverbruik “km/L”, “L/100 km”
of “MPG”, gemiddeld brandstofverbruik
“AVE_ _._ km/L”, “AVE_ _._ L/100 km” of
“AVE_ _._ MPG”, koelvloeistoftemperatuur
“_ _ °C” en luchttemperatuur “Air_ _ °C”, in
de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → km/L,
L/100 km of MPG → AVE_ _._ km/L, AVE_
_._ L/100 km of AVE_ _._ MPG → _ _ °C →
Air_ _ °C → ODO
OPMERKING Druk op de rechter insteltoets om in
omgekeerde volgorde te wisselen tus-
sen de weergaven.
De brandstofreserve-ritteller en zelfdi-
agnosemodus worden automatisch
weergegeven, maar de helderheidsre-
geling moet afzonderlijk worden gese-
lecteerd.
Kilometerteller en rittellers
De kilometerteller toon t de totale afstand
die door de machine is afgelegd.
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
Om een ritteller terug te stellen, selecteert u
met de linker insteltoets de ritteller die u wilt
terugstellen en houdt u vervolgens de rech-
ter insteltoets een seconde lang ingedrukt.OPMERKING De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999 en kan niet worden terug-
gesteld.
De rittellers worden vergrendeld bij
9999.9, maar kunnen handmatig wor-
den teruggesteld.Ritteller bran dstofreserve
Als het brandstofniveau laag wordt, gaan
het waarschuwingslampje brandstofniveau
en het laatste segment van de brandstof-
meter knipperen. De weergave wisselt naar
1. Multifunctioneel display
1
U1WSD3D0.book Page 8 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 24 of 104

Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-9
3
de brandstofreserve-ritteller “TRIP F” en
geeft de afgelegde afstand vanaf dat punt
aan. Druk in dat geval op de linker instel-
toets om de weergave te wisselen in de on-
derstaande volgorde:
TRIP F → km/L of L/100 km → AVE_ _._
km/L of AVE_ _._ L/100 km → _ _ °C →
Air_ _ °C → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 →
TRIP F
Voor Verenigd Koninkrijk:
TRIP F → km/L, L/100 km of MPG → AVE_
_._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._
MPG → _ _ °C → Air_ _ °C → ODO →
TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP FOPMERKINGDruk op de rechter insteltoets om in
omgekeerde volgorde te wisselen tus-
sen de weergaven.
U kunt de brandstofreserve-ritteller
handmatig terugstellen, maar deze
wordt ook automatisch teruggesteld
zodra u na het tanken 5 km (3 mi) hebt
gereden. De ritteller verdwijnt dan
vanzelf van het display.
Hui dig b ran dstofver bruik
Deze functie berekent het brandstofver-
bruik onder de huidige rijomstandigheden.
Het huidige brandstofverbruik kan worden
ingesteld op “km/L”, “L/100 km” of “MPG”
(voor Verenigd Koninkrijk). “km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof wordt
weergegeven.
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rij-
omstandigheden 100 km af te leggen
wordt weergegeven.
“MPG” (voor Verenigd Koninkrijk): De
afstand die onder de huidige rijom-
standigheden kan worden afgelegd
met 1.0 Imp.gal brandstof wordt
weergegeven. Houd de linker insteltoets een seconde
lang ingedrukt om te wisselen tussen de in-
stellingen voor het huidige brandstofver-
bruik.
OPMERKINGBij snelheden onder 20 km/h (12 mi/h)
wordt “_ _._” weergegeven.Gemi
ddeld b ran dstofverb ruik
Deze functie berekent het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggesteld.
Het gemiddelde brandstofverbruik kan
worden ingesteld op “AVE_ _._ km/L”,
“AVE_ _._ L/100 km” of “AVE_ _._ MPG”
(voor Verenigd Koninkrijk).
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
U1WSD3D0.book Page 9 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM