Page 81 of 104

Periodiek on derhoud en afstelling
6-32
6
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU59881
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het glas van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan de doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl ampl
ens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Verwijder de koplampunit door aan
beide zijden de bout en onderlegring
los te halen.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout en ring1
U1WSD3D0.book Page 32 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 82 of 104
Periodiek on derhou d en afstelling
6-33
6
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. 4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de koplampstekker aan.
6. Monteer de koplampunit zoals ge- toond en breng dan aan beide zijden
de bout en onderlegring aan. 7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.1. Bout en ring
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
11
2
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
2
1
U1WSD3D0.book Page 33 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 83 of 104
Periodiek on derhoud en afstelling
6-34
6
DAU46405
Parkeerlicht gloeilamp vervan genVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-32.)
2. Verwijder de fitting van de parkeer- lichtgloeilamp (samen met de gloei-
lamp) door deze linksom te draaien.
3. Verwijder de doorgebrande gloeilamp door deze uit de fitting te trekken. 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng de koplampunit aan.
DAU24182
Achterlicht/remlichtunitDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
1. Parkeerlichtgloeilamp
1
U1WSD3D0.book Page 34 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 84 of 104

Periodiek on derhou d en afstelling
6-35
6
DAU24205
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai d e
schroef niet te vast, hier door kan d e
lens breken.
[DCA11192] DAU59890
Gloeilamp in kentekenverlichtin
g
vervan gen1. Verwijder de kentekenverlichtingsunit
door de moeren, ringen en kragen te
verwijderen en verwijder vervolgens
de gloeilampfitting van de kenteken-
verlichting (samen met de gloeilamp)
door deze uit te trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Flensbus
3. Ring
4. Moer
5. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1
22
53
4
3
4
U1WSD3D0.book Page 35 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 85 of 104

Periodiek on derhoud en afstelling
6-36
6
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Monteer de fitting (samen met de
gloeilamp) door deze in te drukken en
monteer vervolgens de kentekenver-
lichtingsunit door de kragen, ringen en
moeren aan te brengen.
DAU24351
Ondersteunen van d e motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU44792
Voorwiel (voor mo dellen zon der
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU59931
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.1. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los.
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
U1WSD3D0.book Page 36 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 86 of 104

Periodiek on derhou d en afstelling
6-37
6
2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder de remslanghouder aan de linkerzijde door de bout los te halen. 4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet na-
d at de remklauwen zijn verwij der d,
hier door wor den de rem blokken te-
g en elkaar geknepen.
[DCA11052]
5. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
Aan bren gen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas in vanaf de rechterzij-
de. 3. Laat het voorwiel tot op de grond zak-
ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
4. Monteer de remklauwen door de bou- ten aan te brengen.
OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.5. Monteer de remslanghouder door de
bout aan te brengen.
6. Zet de remklauwbouten en de rem- slanghouderbout vast met de voorge-
schreven aanhaalmomenten.
7. Zet de wielas en vervolgens de wielas- klembout vast met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Remklauwbout23
1
1. Remslanghouder
2. Bout
3. Remklauw
4. Remklauwbout4
321
Aanhaalmomenten:Remklauwbout:
40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
Remslanghouderbout: 7 Nm (0.7 m·kgf, 5.1 ft·lbf)
Aanhaalmomenten: Wielas:65 Nm (6.5 m·kgf, 47 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
U1WSD3D0.book Page 37 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 87 of 104

Periodiek on derhoud en afstelling
6-38
6
8. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU44802
Achterwiel (voor mo dellen zon-
d er ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU59942
Verwij deren van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.1. Draai de borgmoer los en draai de
stelmoer voor kettingspanning los aan
beide zijden van de achterbrug.
2. Draai de wielasmoer los. 3. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-36.
4. Verwijder de wielasmoer, de onderle-
gring en de stelplaat van de spanning
van de aandrijfketting.
5. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
1. Stelplaat spanning aandrijfketting
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Wielasmoer
1
2
3
4
U1WSD3D0.book Page 38 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM
Page 88 of 104

Periodiek on derhou d en afstelling
6-39
6
OPMERKING Als het verwijderen van de aandrijfket-
ting problemen oplevert, verwijder
dan eerst de wielas en breng het wiel
voldoende omhoog om de ketting van
het achtertandwiel te kunnen halen.
De aandrijfketting hoeft niet te worden
gedemonteerd om het achterwiel te
verwijderen en aan te brengen.6. Trek terwijl u de remklauw onder-
steunt en het wiel iets optilt de wielas
uit en verwijder de stelplaat van de
aandrijfketting.
OPMERKINGEen rubber hamer is handig om de wielas
los te tikken.7. Verwijder het wiel. LET OP: Bekrach-
ti g d e rem niet terwijl het wiel en d e
remschijf zijn verwijd erd, an ders
wor den de rem blokken teg en el-
kaar geperst.
[DCA11073]
Om het achterwiel aan te b rengen
1. Monteer het wiel, de remklauwsteun en de stelplaat van de aandrijfketting
door de wielas vanaf de rechterzijde in
te steken.
OPMERKINGControleer of de sleuf in de remklauw-
steun over de aanslag op de achter-
brug is geplaatst.
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.
Zorg ervoor dat het pijlteken op elke
kettingspanner omhoog wijst wanneer
u de kettingspanner verwijdert.
1. Remklauw
2. Stelplaat spanning aandrijfketting
3. Wielas
13
2
1. Remklauwsteun
2. Sleuf
3. Borging
1
2
3
U1WSD3D0.book Page 39 Thursday, June 4, 2015 2:18 PM