2624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
Nadat een verkeersbord door de camerasensor is herkend, wordt het
op het multi-informatiedisplay weergegeven wanneer de auto het ver-
keersbord passeert.
● Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maxi-
maal 3 verkeersborden worden
weergegeven. ( →Blz. 106)
●
Wanneer andere informatie dan
van het ondersteunende sys-
teem wordt geselecteerd, wordt
een verkeersbord met de snel-
heidslimiet of een verkeersbord
voor einde van alle verboden
weergegeven. (
→Blz. 106)
Er wordt geen verkeersbord
voor een inhaalverbod of met de
snelheidslimiet met een aanvul-
lend teken weergegeven. Als er
echter andere verkeersborden
dan die met de maximaal toege-
stane snelheid worden herkend,
worden deze trapsgewijs weer-
gegeven onder het verkeers-
bord met de maximaal toege-
stane snelheid.
Weergave op het multi-informatiedisplay
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 262 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
2644-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
In de volgende situaties waarschuwt het RSA-systeem de bestuurder
m.b.v. een waarschuwingsdisplay.
● Wanneer de rijsnelheid de drempelwaarde voor de snelheidswaar-
schuwing in relatie tot de maximumsnelheid op het op het multi-
informatiedisplay weergegeven verkeersbord overschrijdt, veran-
dert de kleur van het verkeersbord.
● Als wordt gesignaleerd dat uw auto een ander voertuig inhaalt ter-
wijl er een verkeersbord voor een inhaalverbod wo rdt weergegeven
op het multi-informatiedisplay, gaat het verkeersbord knipperen.
■ Automatisch uitschakelen van weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer verkeersborden automatisch uit-
geschakeld.
● Een nieuw verkeersbord wordt over een bepaalde afstand niet herkend.
● De weg verandert als gevolg van een afslag naar links of rechts, enz.
■ Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt of niet
goed signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden verkeersbor-
den mogelijk niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weergegeven,
enz. Dit duidt echter niet op een storing.
● De camerasensor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken.
● Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de buurt van de
camerasensor.
● Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
● Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt de camerasensor binnen.
● Het verkeersbord is vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in geval van een
elektronisch verkeersbord, het contrast is slecht.
● Het verkeersbord gaat helemaal of gedeeltelijk verscholen achter boombla-
deren, een paal, o.i.d.
● Het verkeersbord is alleen korte tijd zichtbaar voor de camerasensor.
● De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
● Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar
op dat moment op wordt gereden, staat dit bord wel direct na een vertakking
van de snelweg of bij een aangrenzende rijstrook net voordat rijstroken
samenkomen.
● Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
Waarschuwingsscherm
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 264 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
2654-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)●
Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat com-
patibel is met het systeem.
● Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere
kant rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor parallelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de camera-
sensor staan) terwijl de auto op de hoofdweg rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de maximaal toegestane snelheid
voor afslagen van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camerasensor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
● De snelheidsinformatie die op het instrumentenpaneel wordt weergegeven
verschilt mogelijk met de informatie die wordt weergegeven op het naviga-
tiesysteem (indien aanwezig) als gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem.
■ Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid
Aangezien de RSA verkeersborden herkent aan de hand van de ingestelde
eenheid voor snelheid, is het noodzakelijk om de ingestelde eenheid van het
instrumentenpaneel te wijzigen. Stel de ingestelde eenheid van het instru-
mentenpaneel in op de eenheid van snelheid van de verkeersborden op de
actuele locatie. ( →Blz. 108)
■ In-/uitschakelen van het systeem
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer op het multi-informatiedisplay.
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel,
selecteer en druk vervolgens op .
Selecteer “Road Sign Assist” en druk vervolgens op .
■ Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een verkeersbord
met de maximaal toegestane snelheid op het multi-informatiedisplay werd
weergegeven, wordt datzelfde verkeersbord weer weergegeven wanneer het
contact AAN wordt gezet.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de drempelwaarde voor de waarschu-
wing voor te hard rijden) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 522)
1
2
3
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 265 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
2684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
WAARSCHUWING
■Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de Dynamic Radar
Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, waardoor
een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende
wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogrammeerde
snelheid overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste signalering
door de sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zand-
storm, zware regenval, enz.)
● Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radarsensor of de
camerasensor zit
● In verkeersomstandigheden waarbij her haaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
● Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodge-
val
● Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 268 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
2694-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 120
meter voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om
de afstand tussen uw auto en de voorligger te berekenen en een
geschikte afstand tussen uw auto en de voorligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kleiner wordt als u een lange hel-
ling afrijdt.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De
gewenste tussenafstand kan ook worden ingesteld door de toets voor de
tussenafstand te bedienen.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automa-
tisch de snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden
gereduceerd, schakelt het systeem het remsysteem in (de remlichten gaan
dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo dat de
afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger gehandhaafd
blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige
afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswaarschuwing.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de inge-
stelde snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt
wordt. Het systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met con-
stante snelheid.
Rijden in de afstandsregelmodus
1
2
3
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 269 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
2744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
Wanneer de constante-snelheidsregeling is geselecteerd, blijft de
auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te
regelen. Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregel-
modus niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.
Houd bij uitgeschakelde cruise
control de toets ON-OFF gedu-
rende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt.
Direct nadat op de toets ON-OFF
is gedrukt, gaat het controlelampje
Dynamic Radar Cruise Control
branden. Vervolgens gaat het con-
trolelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-
snelheidsregelmodus is alleen
mogelijk als de hendel wordt
bediend terwijl de cruise control uit
staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 271
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 272
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 274 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
2754-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
■De Dynamic Radar Cruise Control kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 50 km/h.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus is inge-
schakeld, neemt de rijsnelheid echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger gehandhaafd blijft.
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situ-
aties:
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF
in te drukken.
● De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
● Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem
aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de
volgende situaties:
● Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde
rijsnelheid.
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF
in te drukken.
● Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
Als de constante-snelheidsregelm odus om een andere dan de hierboven
genoemde redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in
het systeem aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 275 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
2764-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)■
Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor Dynamic Radar
Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systeemsto-
ring aan te geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden
extra moet opletten. Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven
waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■ Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het
rempedaal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gas-
pedaal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 273) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
● Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens zonder
lading, enz.)
● Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
● Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signalering
door de sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver inge-
zakt is (omdat er zware lading in de
bagageruimte vervoerd wordt, enz.)
● De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid.
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 276 Friday, October 30, 2015 12:02 PM