250
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
Zekeringen
dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F Open het uitklapbare paneel; u moet daarbij een zekere weerstand overwinnen. Zekering
n r. Ampère
(A) Functies
F6 A of B 15Autoradio.
F8 3Inbraakalarm.
F13 10A a n s t e ke r vó ó r.
F14 1012V-aansluiting vóór.
F16 3Plafonnier achter, kaartleeslampen achter.
F17 3Plafonnier vóór, make-upspiegel.
F28 A of B 15Autoradio.
F30 20Ruitenwisser achter.
F32 10Audioversterker.
Storingen verhelpen
257
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
Accu verwijderen - plaatsen*
* Uitsluitend voor de Berline, SW en
RXH BlueHDi .
Met deze procedure kunt u de accu veilig
verwijderen zodat u de gloeilampen van de
desbetreffende koplamp kunt vervangen.
U kunt het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats vragen
deze procedure uit te voeren.
Vóór het verwijderen van de accu
- Parkeer de auto in een vrij toegankelijke en geventileerde ruimte, bij voorkeur op een
vlakke ondergrond.
-
T
rek de parkeerrem aan.
-
Z
et de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N van de
automatische transmissie).
-
A
ls de auto is voorzien van een
inbraakalarm, laat de motorkap dan open
om te voorkomen dat het alarm afgaat.
-
L
aat als u de auto op een beveiligde plaats
hebt geparkeerd minimaal één ruit iets
open. Zo niet, vergrendel dan alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel. -
A ls uw auto is voorzien van een
elektrisch bedienbare achterklep, kan
deze niet geopend worden als de accu is
losgekoppeld.
-
Z
et het contact uit en haal de sleutel uit het
contactslot.
-
H
oud bij een auto met het Keyless entry
and start-systeem de afstandsbediening op
minimaal ongeveer 3 meter van de auto.
-
W
acht ongeveer 4 minuten (of 12 minuten
bij een auto met een automatische
transmissie) alvorens de accu los te
koppelen.
8
Storingen verhelpen
262
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
Slepen van uw autoU kunt uw auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog.
Slepen van uw autoToegang tot het gereedschap
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte:
F
o
pen de achterklep,
F
p
laats de vloerplaat rechtop,
F
p
ak het sleepoog. F
M aak het klepje in de voorbumper los door
op de onderkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van uw
auto in.Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij een
automatische transmissie).
Het niet opvolgen van dit voorschrift kan
er toe leiden dat bepaalde componenten
(remsysteem, transmissie...) beschadigd
raken en dat de rembekrachtiger na het
starten mogelijk niet meer werkt.
Storingen verhelpen
263
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.Er moet iemand achter het stuur van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet
beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en stuurbekrachtiging uitgeschakeld.Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een professioneel bergingsbedrijf:
- a ls de auto is gestrand op de autosnelweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de handrem los te zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op de grond,
-
bij
het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...
Slepen van een andere auto
F Maak het klepje in de achterbumper los door op de onderkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de te
slepen auto in.
8
Storingen verhelpen
274
508_nl_Chap10a_BTA_ed01-2016
Noodoproep of Pechhulp
Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
PEUGEOT Connect SOS
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
ledlampje en een geluidssignaal
bevestigen dat de oproep naar
de alarmcentrale "PEUGEOT
Connect SOS"* is verstuurd.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene ledlampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op
ieder willekeurig moment, de toets langer dan
8 seconden in te drukken.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale "PEUGEOT Connect SOS"
l okaliseert onmiddellijk uw auto, neemt in
uw landstaal contact met u op** en roept
indien nodig de hulp in van de bevoegde
hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. **
Afhankelijk van de geografische dekking van "PEUGEOT
Connect Assistance" en "PEUGEOT Connect SOS" en van
de officiële landstaal die door de eigenaar van de auto is
gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem werkzaam is en de
lijst van beschikbare diensten PEUGEOT CONNECT kunt u
bij uw verkooppunt opvragen of op www.peugeot.nl bekijken.
* Afhankelijk van de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem. Indien u gebruikmaakt van de dienst
PEUGEOT Connect Packs met SOS-
pakket en pechhulpservice, beschikt u
ook over aanvullende diensten via uw
persoonlijke pagina MyPEUGEOT op
de PEUGEOT-internetsite voor uw land.
Surf hiervoor naar www.peugeot.com.
Audio en telematica
353
508_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
Aanhanger............................................. 160, 205
Aanhangergewichten ........................... 26
5, 268
Aansluiting 12V
....................... 9
9, 101, 108, 111
ABS
........
....................................................... 13 3
Accessoires ................................................... 131
Accu
....................................... 221, 253 -257, 261
Accu laden
.................................................... 255
Achterruitverwarming
...............................80, 96
Achteruitrijcamera
......................................... 19 9
Achteruitrijlicht
...................................... 245, 246
Actieradius AdBlue
................................... 35, 36
AdBlue
® ............................... .....24, 32, 223, 224
AdBlue®-niveau ............................................. 223
AdBlue®-reservoir ................................. 223, 224
Additief AdBlue ........................ 24, 35, 223, 224
Afmetingen
.................................................... 2
71
Afstandsbediening
.....49, 50, 55, 56, 58, 59, 69
AFU
............................................................... 13 3
Afzetten van de motor
........................... 16
1, 166
Airbags
.................................................... 2 7, 1 3 9
Airbags vóór
...............................
...........13 9, 142
Airconditioning
...............................
...........11, 87
Airconditioning (handbediend)
........................................ 8
4-86
Airconditioning met gescheiden regeling
......................................................... 96
Airconditioning quadrizone
.................91, 94, 96
Alarmknipperlichten
.............................. 132, 2 27
Alarmsysteem
................................................. 70
Algemeen menu
...............................
.............340
Allesdragers
.................................................. 212
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 13
3
Antispinregeling (ASR)
.....................18, 22, 133
Apple
®-speler ................................................ 294
Armleuning ...................................................... 99
Armleuning achter
......................................... 111
A
rmleuning vóór
...............................
.............107
ASR
............................................................... 13 3
Audio-aansluitingen
.....................108, 345, 346
Audiokabel
.................................................... 292
Automatische airconditioning
............ 8
4, 85, 88
Automatische ruitenwissers
..................127, 129 Bagageafdekking
...............................
...........
114
Bagagenet voor hoge belading .....................115
Bagageruimte
.....................................
65, 66, 68
Bagageruimte (openen)
............................
50, 57
Banden
............................................................
11
Bandenreparatieset
......................................
229
Bandenspanning
.....................................
11, 2 7 3
Bandenspanningscontrole (met set)
...............
.......................................
229
Bandenspanning te laag (detectie)
...............
......................................
18 6
Batterij afstandsbediening
................. 5
4, 63, 69
Batterij afstandsbediening vervangen
...............................
................
54, 63
Bediening autoradio aan stuurkolom .........................................
280, 339
Bekerhouder ...................................................99
Beladen
...................................................11, 212
Benzinemotor
.......................202, 215, 264, 265
Bijvullen additief AdBlue
® ............................. 2 24
Binnenspiegel ................................................. 8
2
Blue HDi
........................................................ 175
BlueHDi
................................................... 35, 223
Bluetooth (handsfree set)
..................... 32
4, 325Bluetooth (telefoon)
...............................
324, 325
Bluetooth-verbinding
.............................
324, 325
Bochtverlichting, statisch
.............................. 12
3
Bodemvrijheid
...............................
................
272
Boordcomputer
...................................
39, 41, 42
Brandstof
.................................................
11, 2 0 2
Brandstofadditief
...................................
220, 221
Brandstofniveaumeter
................................... 20
0
Brandstoftank
................................................
200
Brandstof tanken
..................................
200, 202
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................
228
Brandstofverbruik
...........................................
11
Brandstofvuldop
............................................
200
Brandstofvulklep
........................................... 20
0
Buitenspiegels ................................... 80, 81, 19 6
A
B
Automatische transmissie ................11, 16, 176,
180, 183, 222, 253
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.................................... 132
Automatisch inschakelen verlichting
........................................... 118 , 12 1
Autoradio
....................................................... 337
AUX-aansluiting
................................... 292, 346
Aux-aansluitingen
...............................
..........108
Aux-ingang
...............................
.....................292
CD
........................................................292, 343
CD MP3
........................................292, 343, 344
CD-/MP3 -speler
..........................292, 343, 344
Centrale vergrendeling
.............................58, 59
Claxon
...........................................................132
Cockpit
.............................................................
.9
Configuratie van de auto
................................28
Controle motorolieniveau ................................31
Controles
................................215 -217, 221, 222
C
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio ....................................... 290, 291
D
.
Index