Page 89 of 127

Inleiding891Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang indrukken: zender
opslaan ................................. 98
Kort indrukken: zender
selecteren ............................. 98
2 s
Radio: achteruit zoeken ........97
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............107
3 m VOL
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 91
Draaien: volume
aanpassen ............................ 91
4 u
Radio: vooruit zoeken ...........97
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................107
5 FAV 1-2-3
Radiofavorieten .....................98
6 AS 1-2
Autostorelijsten .....................987 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............102
8 d
Disc uitwerpen ....................107
9 CONFIG
Systeeminstellingen ..............91
10 INFO
Radio: Informatie over de
huidige zender
Cd/mp3/wma: informatie
over de huidige track
11 Cd-sleuf
12 Multifunctionele knop
Centraal
bedieningselement voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 92
13 TONE
Geluidsinstellingen ................9514P BACK
Menu: een niveau terug ........92
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 92
15 7 / i
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 115
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 91
16 AUX
Media activeren of naar
andere audiobron gaan .........91
17 CD
CD-geluidsbron activeren ...106
18 RADIO BAND
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....97
Page 90 of 127

90InleidingAudioknoppen op stuurwiel
1q
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 115
of functie Opnieuw kiezen
activeren ............................. 119
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 119
Lang indrukken:
gesprekslijst openen ...........119
of handsfreemodus in-/
uitschakelen ........................ 119
2 SRC (bron)............................ 91
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 91
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 97
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 107
Bij een actief
telefoonportal en open
bellijst (zie optie 1):
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige
vermelding in bellijst te
selecteren ........................... 119
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....1193 + en -
Volume verhogen of verlagen
4 xn
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........119
of gesprekslijst sluiten .........119
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 91
Page 91 of 127

Inleiding91GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een multifunctionele knop en menu's
op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● het bedieningspaneel op het In‐ fotainmentsysteem 3 88
● audioknoppen op het stuurwiel 3 88
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐ teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X VOL om het sys‐
teem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen Draai m VOL . De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐
schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
● het maximale inschakelvolume 3 95
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 95
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid gecompenseerd volume 3 95 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Stiltefunctie
Druk op 7/i (als de telefoonportal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken) om het geluid van audio‐
bronnen te onderdrukken.
Mutefunctie annuleren: draai m VOL
of druk opnieuw op 7 / i (indien te‐
lefoonportaal beschikbaar: enkele se‐ conden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO BAND om het radio‐
hoofdmenu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebe‐
reiken.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Page 92 of 127

92InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 97.
Audiospelers
Druk één of meerdere keren op AUX
om naar het hoofdmenu USB, iPod of AUX (indien beschikbaar) te gaan of
om tussen deze menu's te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● CD-spelerfuncties 3 106
● AUX-functies 3 109
● USB-poortfuncties 3 110
● Bluetooth-muziekfuncties 3 113
Telefoon
Druk kort op 7 / i om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 115.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐
teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 92.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Basisbediening Multifunctionele knop De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.Draai aan de multifunctionele knop:
● een menuoptie markeren
● een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ● de gemarkeerde optie selecteren
of inschakelen
● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uit‐ schakelen
Knop P BACK
Druk kortstondig op P BACK om:
● een menu te verlaten
● van een submenu naar het vol‐ gende, hogere menuniveau tegaan
● het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen
Houd P BACK enkele seconden in‐
gedrukt om de hele invoer te wissen.
Page 93 of 127
Inleiding93Voorbeelden van de
menubediening
Een optie selecteren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te ver‐ plaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde optie te selecteren.
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het menu geeft aan dat na er na het se‐
lecteren van die optie een submenu met verdere opties verschijnt.
Een instelling activeren
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te activeren.
Een waarde instellen
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐
ling te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om de ingestelde waarde te bevestigen.
De cursor gaat daarna naar de vol‐
gende waarde. Als alle waarden zijn
ingesteld, gaat u automatisch terug
naar het naasthogere menuniveau.
Page 94 of 127
94InleidingEen instelling aanpassen
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling aan te passen.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Draai aan de multifunctionele knop
om de functie die u in of uit wilt scha‐
kelen te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om
tussen de instellingen Aan en Uit te
wisselen.
Een tekenreeks invoeren
Tekenreeksen invoeren, bijv. pinco‐
des of telefoonnummers:
Draai aan de multifunctionele knop
om het gewenste teken te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om het gemarkeerde teken te bevesti‐
gen.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist door k op het
display te selecteren of door op
P BACK op het instrumentenpaneel
te drukken. Door P BACK ingedrukt
te houden wordt de complete invoer verwijderd.
Page 95 of 127

Inleiding95Wijzig de positie van de cursor in de
al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audioplayerbron afzonder‐
lijk de geluidskarakteristieken instel‐
len.
Druk op TONE om het geluidsinstel‐
lingenmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Fader .
Stel de gewenste waarde in.Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Stel de gewenste waarde in.
Een geluidsstijl selecteren Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer). Het EQ-instellingen -
menu verschijnt.
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeursinstellingen voor
de lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Eén instelling op "0" zetten
Selecteer de gewenste optie en druk
enkele seconden op de multifunctio‐
nele knop.
De waarde wordt teruggezet op "0".
Alle instellingen op "0" of "UIT"
zetten
Druk enkele seconden op TONE.
Alle waarden worden op "0" terugge‐
zet, de EQ-voorkeuzeinstelling wordt
op " UIT" gezet.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Autom. volumeregeling .
De functie Autom. volumeregeling
kan worden gedeactiveerd of de mate
van volumeaanpassing kan worden
geselecteerd in het getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.
Page 96 of 127
96InleidingMaximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Maximaal startvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Volume van verkeersberichten
aanpassen
Het volume van verkeersberichten
kan zodanig vooraf worden ingesteld dat het met het normale audiovolume toe- of afneemt.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen , RDS-
opties en vervolgens TA-volume.
Stel de gewenste waarde in.
Volume van de beltoon
aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Belvolume .Stel de gewenste waarde in.