Page 137 of 173
Inleiding137Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 138 of 173
138InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 139 of 173

Inleiding1391X......................................... 141
Indien uitgeschakeld: kort
indrukken: inschakelen
Indien ingeschakeld: kort
indrukken: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 RADIO
Radio inschakelen of van
golfband wisselen ...............147
3 MEDIA
Media activeren of naar
andere mediabron gaan ......154
4 t v
Radio: kort indrukken:
naar vorige of volgende
station; indrukken en
vasthouden: omlaag of
omhoog zoeken ..................147
Externe apparaten: kort
indrukken: naar vorige of
volgende nummer;
indrukken en vasthouden:
snel terug of vooruit ............1545PHONE
Kort indrukken:
telefoonmenu openen .........157
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 156
6 BACK
Menu: een niveau terug ......143
Invoer: laatste teken of complete invoer wissen ......143
7 MENU ................................. 143
Draaien: schermtoetsen of
menuopties markeren;
numerieke waarden instellen
Druk op: een gemarkeerde
schermtoets of menuoptie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; schakel naar
andere insteloptie; open
toepassingsspecifiek
menu (indien beschikbaar)8 Softkeys
Favorieten: druk op:
selecteer favorieten;
indrukken en vasthouden:
zenders als favoriet
opslaan ............................... 148
Menu: indrukken:
desbetreffende
schermtoets selecteren .......143
9 FAV
Indrukken: favorietenbalk
weergeven .......................... 148
Page 140 of 173

140InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 157
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 160
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: kort indrukken:
omschakelen tussen
gesprekken ......................... 160
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 156
2 SRC (bron).......................... 141
Indrukken: audiobron
selecteren ........................... 141
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 147
Bij actieve telefoonportal
en geopende
gesprekslijst: omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst te selecteren ....................... 160
3 w
Volume verhogen ................1414─
Volume verlagen .................141
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........160
of gesprekslijst sluiten .........160
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 156
of mute in-/uitschakelen ......141
Page 141 of 173

Inleiding141GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU en menu's op het
display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het in‐ fotainmentsysteem 3 138
● audioknoppen op het stuurwiel 3 138
● de spraakherkenning 3 156
Het infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt in‐
geschakeld met X terwijl het contact
is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai aan m; de actuele instelling ver‐
schijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐ steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 144.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 144
wordt het volume automatisch zoda‐ nig aangepast dat er geen geluid van het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of tussen de ver‐
schillende golfbanden te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 147.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat (bijv. USB-apparaat
of Bluetooth-apparaat) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 152.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een ver‐ binding verschijnt het hoofdmenu van
de telefoonmodus.
Page 142 of 173
142InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 160.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bijbehorend menu. Voor een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het info‐
tainmentsysteem en een mobiele te‐
lefoon 3 158.
Page 143 of 173

Basisbediening143BasisbedieningBasisbediening.......................... 143
Geluidsinstellingen ....................143
Volume-instellingen ...................144
Systeeminstellingen ...................144Basisbediening
Bedieningspaneel
MENU-knop
De knop MENU is een van de centrale
bedieningselementen voor de me‐
nu's.Draaien: ● om een schermtoets of menu‐ optie selecteren
● om door een lijst met menuopties
te bladeren
● om een instelwaarde te wijzigenIndrukken: ● om een geselecteerde scherm‐ toets of menuoptie te activeren
● om een gewijzigde instelwaarde te bevestigen
● om naar een andere insteloptie over te schakelen
● om het toepassingsspecifieke submenu weer te geven
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het selecteren
en activeren van een schermtoets of
een menuoptie beschreven als
"...selecteer /
".
BACK-toets
Druk bij het navigeren door de menu's
op BACK om naar het naasthogere
menu terug te gaan.
Druk bij het invoeren van cijfers op
BACK om het laatst ingevoerde let‐
terteken te wissen.
Softkeys
Druk op een van de softkeys om de favoriet of functieschermtoets direct
boven de betreffende softkey te acti‐
veren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het selecteren
en activeren van een schermtoets of
een menuoptie beschreven als
"...selecteer /
".
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elke audiobron afzonderlijk de
geluidskarakteristieken instellen.
Page 144 of 173

144BasisbedieningDruk op MENU en selecteer Geluids‐
instellingen om het geluidsinstellin‐
genmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Wijzig en bevestig de instelling.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en selecteer Fade.
Wijzig en bevestig de instelling.
Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Wijzig en bevestig de instelling.
Een geluidsstijl selecteren
Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer).De EQ-opties bieden voor de desbe‐
treffende muziekstijl geoptimali‐
seerde voorkeursinstellingen voor de
lage, middelhoge en hoge tonen.
Draai aan MENU om tussen de ver‐
schillende opties te wisselen en druk vervolgens op MENU om de instelling
te bevestigen.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op MENU om het desbetref‐
fende audiomenu te openen.
Blader door de lijst en selecteer
Indstillinger (Settings) .
Selecteer Autom. volumeregeling .
In het getoonde menu kunt u de func‐
tie Autom. volumeregeling deactive‐
ren of de mate van volumeaanpas‐
sing selecteren.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste optie.Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op MENU om het desbetref‐
fende audiomenu te openen.
Blader door de lijst en selecteer
Indstillinger (Settings) .
Selecteer Maximaal startvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Volume van verkeersinformatie Stel het gewenste volume van de ver‐ keersinformatie in wanneer een ver‐
keersbericht door het systeem wordt
gegeven.
De desbetreffende instelling wordt
door het systeem opgeslagen.
Systeeminstellingen
Diverse instellingen en aanpassingen
voor het infotainmentsysteem kunnen in het instellingenmenu worden ge‐
configureerd.