26BasisbedieningOf verschuif de schuifbalk op de in‐
stelbalk.
Middenbereik
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Druk herhaald op ─ of  w om de in‐
stellingen te wijzigen.
Of verschuif de schuifbalk op de in‐
stelbalk.
Bass
Met deze instelling kunt u de lage fre‐ quenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Druk herhaald op ─ of  w om de in‐
stellingen te wijzigen.
Of verschuif de schuifbalk op de in‐
stelbalk.
Balance en fader instellen Selecteer in de illustratie rechts in hetmenu, het punt in de auto waarop het
geluid optimaal moet zijn.
Druk op  n, o , p  en  q om de instel‐
lingen te wijzigen.Selecteer  Voor of Achter  boven en
onder in het voertuigdiagram om snel
tussen de voor- en achterspeakers te
wisselen.
Surround
(indien voorzien van een Surround systeem)
Gebruik deze instelling om het sur‐ round-effect te versterken of te dem‐
pen.
Druk herhaald op ─ of  w om de in‐
stellingen te wijzigen.
Equalizermodi
(indien niet voorzien van een Sur‐
round systeem)
Selecteer een van de schermtoetsen in de interactieve selectiebalk om het
geluid voor specifieke muziekstijlen te optimaliseren.
Selecteer  EIG. PROFIEL  als u de ge‐
luidsinstellingen zelf wilt definiëren.
Surround-modi
(indien voorzien van een Surround
systeem)Selecteer een van de schermtoetsen in de interactieve selectiebalk op het
scherm om het geluid voor de ver‐
schillende stoelposities te optimalise‐ ren.
Selecteer  NORMAAL  als u de opti‐
male geluidsinstellingen voor alle
stoelposities wilt instellen.
Volume-instellingen
Maximaal inschakelvolume Druk op  HOME en selecteer
INSTELLINGEN  op het Startscherm.
Blader door de lijst en selecteer
Radio  en vervolgens  Maximaal
inschakelvolume .
Druk op ─ of  w om het gewenste vo‐
lume in te stellen.
Automatische volumeaanpassing
Druk op  HOME en selecteer vervol‐
gens  INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
Radio  en vervolgens  Auto volume.