
146Rijden en bedieningRijden en bedieningRijtips......................................... 147
Controle over de auto ..............147
Sturen ...................................... 147
Starten en bediening .................147
Nieuwe auto inrijden ................147
Contactslotstanden ..................147
Aan/Uit-knop ............................ 148
Vertraagde uitschakeling stroom .................................... 150
Motor starten ........................... 150
Uitrol-brandstofafsluiter ...........152
Stop/Start-systeem ..................152
Parkeren .................................. 155
Uitlaatgassen ............................. 157
Roetfilter .................................. 157
Katalysator .............................. 158
Automatische versnellingsbak ...158
Versnellingsbakdisplay ............158
Keuzehendel ........................... 159
Handmatige modus .................160
Elektronische rijprogramma's ..160
Storing ..................................... 161
Stroomonderbreking ................161
Handgeschakelde versnellings‐
bak ............................................. 162Geautomatiseerde versnellings‐
bak ............................................. 162
Versnellingsbakdisplay ............163
Keuzehendel ........................... 163
Handgeschakelde modus ........164
Elektronische rijprogramma's ..165
Storing ..................................... 165
Remmen .................................... 165
Antiblokkeersysteem ...............165
Handrem .................................. 166
Remassistentie ........................168
Hellingrem ............................... 168
Rijregelsystemen .......................168
Traction Control .......................168
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 169
Sportmodus ............................. 171
Bestuurdersondersteuningssys‐
temen ......................................... 171
Cruise control .......................... 171
Snelheidsbegrenzer ................173
Frontaanrijdingswaarschu‐ wing ........................................ 175
Indicatie afstand tot voorligger 177
Actieve noodrem .....................178
Parkeerhulp ............................. 180
Blindehoeksysteem .................187
Achteruitkijkcamera .................188Verkeersbordherkenning .........191
Lane keep assist .....................195
Brandstof ................................... 197
Brandstof voor benzinemotoren .....................197
Brandstof voor dieselmotoren . 197
Tanken .................................... 198
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot
........................... 199
Trekhaak .................................... 200
Algemene informatie ...............200
Rijgedrag en aanhangertips ....200
Aanhanger trekken ..................200
Aanhangerstabilisatie ..............204

Rijden en bediening195Laat u door dit speciale systeem
niet verleiden tot een roekeloze rij‐
stijl.
Pas uw snelheid altijd aan de staat van het wegdek aan.
De hulpsystemen ontnemen de
bestuurder niet zijn verantwoorde‐
lijkheid voor het besturen van de
auto.
Lane keep assist
Lane keep assist helpt bij het voorko‐ men van botsingen, doordat de rij‐
strook per ongeluk werd verlaten. De
frontcamera aan de voorkant regis‐
treert de markeringen op het wegdek. Wanneer de auto de markeringen na‐
dert, wordt het stuurwiel licht ver‐
draaid om de auto binnen de rijstrook
te houden. Verdraai het stuurwiel zelf om de handeling van het systeem op
te heffen.
Als een wegmarkering wordt over‐
schreden en u grijpt niet in bij de wer‐
king van de Lane keep assist, wordt
er een visuele en akoestische waar‐
schuwing gegeven.
In de volgende gevallen wordt aan‐ genomen dat u de rijstrook per onge‐
luk verlaat
● u gebruikt de richtingaanwijzer niet
● u gebruikt de richtingaanwijzer van de tegenovergestelde kant
dan dat u de rijstrook verlaat
● u remt niet
● u accelereert niet
● u stuurt niet actief.
Let op
Het systeem wordt uitgeschakeld als er onduidelijke markeringen zijn, bij‐
voorbeeld bij wegwerkzaamheden.
Let op
Het systeem kan worden uitgescha‐
keld als het wegen waarneemt die te
smal, te breed of te kronkelig zijn.Inschakelen
U activeert de Lane keep assist door
a in te drukken. De brandende led
in de knop geeft aan dat het systeem is ingeschakeld.
Wanneer de controlelamp a in de
instrumentengroep groen brandt, is
het systeem klaar voor ondersteu‐
ning.

196Rijden en bedieningHet systeem werkt bij snelheden tus‐
sen 60 km/u en 180 km/u en als er
wegmarkeringen zijn.
Het systeem verdraait het stuurwiel langzaam en het controlelampje a
wordt geel als de auto een waarge‐
nomen wegmarkering nadert en u de
richtingaanwijzer naar die kant niet
hebt ingeschakeld.
Het systeem waarschuwt de bestuur‐
der door a te laten knipperen en drie
waarschuwingstonen te laten horen
vanaf de kant waar u de wegmarke‐
ringen overschrijdt.
Het systeem kan niet werken als het
geen rijstrookmarkering waarneemt.
Als het systeem alleen wegmarkerin‐
gen aan één kant van de weg waar‐
neemt, is er alleen ondersteuning
voor die kant.
Lane keep assist neemt waar dat u de handen van het stuurwiel haalt. In dat
geval verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center en klinkt er
een geluidssignaal zo lang als de lane keep assist waarneemt dat u de han‐
den van het stuurwiel haalt.Uitschakelen
Het systeem wordt gedeactiveerd
door a in te drukken; de led in de
toets gaat uit.
Storing
De werking van het systeem kan wor‐
den beïnvloed door:
● Voorruit niet schoon of bedekt met vreemde voorwerpen, bijv.
stickers
● Voorliggers vlakbij
● Overhellende wegen
● Bochtige of heuvelachtige wegen
● Bermen
● Wegen met slechte wegmarke‐ ringen
● Plotselinge veranderingen in de lichtsterkte
● Ongunstige weersomstandighe‐ den, zoals zware regen- of
sneeuwval
● Wijzigingen aan de auto, bijv. banden.Schakel het systeem uit als dit niet
goed kan werken door sporen in het
teer, schaduwen, scheuren in het
wegdek, tijdelijke wegmarkeringen of
wegwerkzaamheden, of andere im‐
perfecties in het wegdek.9 Waarschuwing
Houd altijd uw aandacht op de
weg en rijd goed in het midden van de rijstrook, omdat anders schade
aan de auto, letsel of de dood het
gevolg zou kunnen zijn.
Lane keep assist bestuurt de auto
niet continu.
Het systeem houdt de auto wel‐
licht niet op de rijstrook of geeft
geen waarschuwing, zelfs als er
een rijstrookmarkering wordt ge‐
detecteerd.
Lane keep assist stuurt wellicht
onvoldoende bij om afwijken van
de rijstrook te voorkomen.
Het systeem neemt door invloe‐
den van buitenaf (staat van de
weg, type wegdek, het weer enz.)
wellicht niet waar dat u de handen

Verzorging van de auto225
Bevestig de adapter op de elektrici‐
teitsstekker.
Duw de schroevendraaier door de uit‐ sparing in de adapter. Verwijder de
afdekking door aan de schroeven‐
draaier te trekken.Nr.Stroomkring1–2Verwarming en ventilatie, venti‐
lator3Elektrisch bediende stoel
bestuurderskant4Aansteker, elektriciteitsaanslui‐
ting voor5–6Elektrisch bediende ruit, voor7ABS8Verwarmd stuurwiel9Carrosserieregelmodule10Elektrisch bediende ruit, achter11Zonnedak12Carrosserieregelmodule13Stoelverwarming (alleen bij
auto's zonder alarmclaxon)14Buitenspiegel/regensensor/
Lane keep assist/grootlichtas‐
sistentie15Carrosserieregelmodule16Carrosserieregelmodule

276Handmatige modus ...................160
Handmatige stoelverstelling .........44
Handrem ............................. 165, 166
Handschoenenkastje ...................68
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 168
Hoofdsteunen .............................. 42
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 143
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 64
Indicatie afstand tot voorligger ...177
Info-Display................................. 106
Info-Displays ............................... 100
Inhouden ................................... 264
Inklapbare spiegels .....................35
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 133
Instrumentengroep ......................87
Instrumentenverlichting .............221
Interieurverlichting ......................131
K
Katalysator ................................. 158 Kentekenverlichting ...................220
Keuzehendel ..................... 159, 163
Kilometerteller .............................. 91
Kindersloten ................................. 30
Kinderveiligheids-systemen ..........61Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................135
Klok............................................... 82
Koelvloeistof .............................. 209
Koelvloeistof en antivries ............252
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...92
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 125
Koplampverstelling ....................125
L
Laadsysteem ............................... 96
Lane keep assist ..................97, 195
LED-koplampen ....................99, 125
Leeslampen ............................... 132
Lekke band ................................. 239
Lichtschakelaar .......................... 123
Lichtsignaal ................................ 124
Luchtinlaat ................................. 144
Luchtroosters .............................. 143
M Massage ....................................... 51
Meters........................................... 90
Mistachterlicht ...................... 99, 130
Mistlamp ...................................... 99
Mistlampen ................................ 216
Mistlampen voor ........................130
Motorgegevens .......................... 259
Motor-ID...................................... 255
Motorkap .................................... 207Motorolie .................... 208, 252, 256
Motoroliedruk ............................... 98
Motor starten ............................. 150
N Nieuwe auto inrijden ..................147
O
Obstakeldetectiesystemen .........180
Olie, motor .......................... 252, 256
OnStar ........................................ 118
Ontlaadbeveiliging accu ............134
Opbergruimte................................ 68
Opbergruimte voor........................ 69
Opbergvakken .............................. 68
Opgeslagen instellingen ...............24
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 180
Parkeerlichten ............................ 131
Parkeren .............................. 18, 155
Park pilot met ultrasoonsensoren 180
Partikelfilter ................................. 157
Pech ........................................... 246
Persoonlijke instellingen ............110
Pollenfilter .................................. 144
Portieren ....................................... 30
Portier open ............................... 100
Prestaties ................................... 261
Profieldiepte ............................... 235