De keuzehendel wordt bediend terwijl de motor is gestopt (automatische transmissie)
Als de motor gestopt is en de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus
voor tweede versnelling) verplaatst wordt naar de stand N of P, herstart de motor niet
wanneer het rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart als het rempedaal nogmaals
wordt ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer de motor
gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal ingetrapt.)
l(Europees model)
Als de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) naar de stand N of P wordt verplaatst en de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend, herstart de motor
niet. Start de motor met behulp van de normale methode.
l(Behalve Europees model)
Als de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) naar de stand N of P wordt verplaatst en de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend, herstart de
motor.
De accupolen zijn losgekoppeld
Het is mogelijk dat vlak na het loskoppelen van de accupolen de motor niet meteen wordt
gestopt. Ook als de accu wordt vernieuwd moeten de i-stop functies gecontroleerd worden.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-19
qi-stop waarschuwingslampje, zoemer
Als er zich een defect in het systeem voordoet of bij waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem, wordt de bestuurder op de hoogte gesteld door de
waarschuwingszoemer en het waarschuwingslampje in de instrumentengroep.
Waarschuwingslampje/zoemer Controle
Wanneer de i-stop functie in werking is klinkt de
waarschuwingszoemer en gaan het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) en de overige
waarschuwingslampjes branden.(Handgeschakelde versnellingsbak)
Wanneer de versnellingshendel in een andere stand dan
neutraal staat, de veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt
geopend.
(Automatische transmissie)
Wanneer de keuzehendel in de stand D of M
(niet in blokkeermodus voor tweede versnelling) staat,
de veiligheidsgordel van de bestuurder wordt
losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend.
Als dit het geval is, zal de motor om veiligheidsredenen
niet automatisch opnieuw gestart worden. Start de motor
met behulp van de normale methode.
Het i-stop waarschuwingslampje (oranje) knippert.Er is mogelijk een of ander defect in het i-stop systeem.
Laat uw auto zo spoedig mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
inspecteren.
Wanneer de i-stop functie in werking is, knippert het
i-stop indikatielampje (groen) tweemaal per seconde.(Handgeschakelde versnellingsbak)
Controleer of de keuzehendel in de neutraalstand staat.
(Europees model)
Wanneer de i-stop functie in werking is, klinkt de
waarschuwingspieptoon en knippert het i-stop
indikatielampje (groen) tweemaal per seconde.
Controleer of het bestuurdersportier gesloten is.
(Behalve Europees model)
Terwijl de i-stop functie in werking is, klinkt de
waarschuwingspieptoon en brandt het i-stop
indikatielampje (groen).
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-23
i-stop waarschuwingslampje (oranje)
Wanneer het lampje brandt
lHet lampje gaat branden wanneer het
contact op ON wordt gezet en gaat uit
wanneer de motor gestart wordt.
lHet lampje gaat branden wanneer de i-
stop OFF schakelaar wordt ingedrukt
en het systeem wordt uitgeschakeld.
lHet lampje gaat branden als de motor
gestopt is en de volgende handelingen
worden uitgevoerd. In dergelijke
gevallen herstart de motor om
veiligheidsredenen niet automatisch.
Start de motor met behulp van de
normale methode.
lDe motorkap geopend wordt.l(Europees model)
De veiligheidsgordel van de
bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
l(Behalve Europees model)
(Handgeschakelde
versnellingsbak)
Wanneer de versnellingshendel in
een andere stand dan neutraal staat,
de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
(Automatische transmissie)
Wanneer de keuzehendel in de stand
D of M (niet in blokkeermodus voor
tweede versnelling) staat, de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
lDe volgende gevallen kunnen duiden
op een storing in het systeem. Laat uw
auto bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur controleren.
lHet lampje gaat niet branden
wanneer het contact op ON wordt
gezet.
lHet lampje blijft branden ook al is
tijdens het draaien van de motor de
i-stop OFF schakelaar ingedrukt.
Wanneer het lampje knippert
Het lampje blijft knipperen als er een
defect in het systeem is. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
i-stop indikatielampje (groen)
Wanneer het lampje brandt
lHet lampje gaat branden wanneer de
motor gestopt is en gaat uit wanneer de
motor herstart.
l(Behalve Europees model)
Het lampje gaat branden wanneer
tijdens het rijden aan de voorwaarden
voor het stoppen van de motor is
voldaan.
Wanneer het lampje knippert
l(Handgeschakelde versnellingsbak)
Het lampje knippert wanneer de motor
gestopt is en de keuzehendel naar een
andere stand dan neutraal wordt
verplaatst om de bestuurder erop te
attenderen dat de motor gestopt is.
Door het intrappen van het
koppelingspedaal herstart de motor
automatisch en het lampje gaat uit.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-53
l(Europees model)
Het lampje knippert wanneer de motor
gestopt is en het bestuurdersportier
wordt geopend om de bestuurder erop
te attenderen dat de motor gestopt is.
Het lampje gaat uit wanneer het
bestuurdersportier gesloten wordt.
l(Behalve Europees model)
(Automatische transmissie)
Het lampje knippert als de auto tot
stilstand wordt gebracht maar het
rempedaal niet met voldoende kracht
wordt ingetrapt. Trap het rempedaal
wat krachtiger in aangezien de
pedaalkracht mogelijk onvoldoende is.
qRijstrookassistentindikatie (Type
A)í
Rijd met het systeem op standby naar het
midden van de rijstrook. Wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan,
wordt de rijstrookassistentdisplay
aangegeven in de multi-informatiedisplay
en wordt het systeem bedrijfsklaar.
De display van de rijstrookassistent
(standby status) wordt aangegeven in de
multi-informatiedisplay en het systeem
gaat over op standby.
OPMERKING
Wanneer de instelling voor
besturingsassistentie op niet-
bedrijfsklaar is ingesteld, wordt de
rijstrookassistentdisplay niet
aangegeven.
qRijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) indikatie (Type A)í
Wanneer het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) wordt ingeschakeld, wordt de
LDWS indikatie getoond.
qWaarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) (Type B)
í
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden branden.
Het indikatielampje gaat knipperen
wanneer het systeem bepaalt dat de auto
van zijn rijstrook afwijkt.
4-54
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
OPMERKING
Als er met de auto wordt gereden
terwijl het bericht wordt getoond, klinkt
er een pieptoon. Als u het stuurwiel
draait terwijl het bericht wordt getoond,
voelt dit zwaarder dan normaal. Dit
duidt echter niet op een afwijking.
Parkeer de auto met draaiende motor op
een veilige plaats en probeer het
stuurwiel niet te draaien. Wanneer het
bericht niet langer wordt getoond, zal
het gebruik van het stuur weer normaal
worden.
qIndikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.
Als het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
qSchakelstandindikatie
De stand van de keuzehendel wordt
aangegeven wanneer het contact op ON
wordt gezet.
OPMERKING
(Bepaalde modellen)
Als een van de onderstaande
handelingen wordt uitgevoerd, wordt de
stand van de keuzehendel gedurende 5
minuten getoond ook als de
contactschakelaar in een andere stand
dan ON staat.
lHet contact is op OFF gezet.
lHet bestuurdersportier wordt
geopend.
Versnellingspositie-indikatielampje
In de handbediende overschakelfunctie
gaat de“M”van het
schakelstandindikatielampje branden en
wordt het nummer van de gekozen
versnelling getoond.
4-72
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
qKeuzemodusindikatieí
Wanneer de sportstand wordt
geselecteerd, gaat de keuzemodusindikatie
in de instrumentengroep branden.
OPMERKING
Als de modus niet overgeschakeld kan
worden naar de drive-stand, gaat de
keuzemodusindikatie knipperen om de
bestuurder te attenderen.
qGrootlichtindikatielampje
Dit lampje geeft een van beide volgende
functies aan:
lHet grootlicht van de koplampen is
ingeschakeld.
lDe richtingaanwijzerhendel staat in de
lichtsignaal-stand.
qRichtingaanwijzers/
Waarschuwingsknipperlichten
indikatielampjes
Bij het inschakelen van de
richtingaanwijzerlampen, gaat het linker
of rechter
richtingaanwijzerindikatielampje
knipperen om aan te geven welke
richtingaanwijzerlamp ingeschakeld is
(pagina 4-101).
Bij het inschakelen van de
waarschuwingsknipperlichtengaan beide
richtingaanwijzerindikatielampjes
knipperen (pagina 4-111).
Als een indikatielampje abnormaal gaat
knipperen, bestaat de kans dat één van de
richtingaanwijzergloeilampen is
doorgebrand. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-73íBepaalde modellen.
Schakelaarstand
Contactstand ONACC of
OFFONACC of
OFFONACC of
OFF
Dagverlichting
í×*1―――――
Achterlichten
Positielampen
Kentekenplaatlampen
Instrumentenpaneelverlichting――×××―/×
*2
×: Aan
―: Uit
*1 Wanneer dit tijdens het rijden gaat branden.
*2 Wanneer de verlichting is ingeschakeld, zal deze blijven branden ook als het contact in een andere stand dan
ON wordt gezet.
Als de verlichting brandt en het bestuurdersportier wordt geopend of 30 sec. zijn verstreken, wordt de
verlichting uitgeschakeld.
Met automatische verlichtingsregeling
Schakelaarstand
Contactstand ONACC of
OFFONACC of
OFFONACC of
OFFONACC of
OFF
Koplampen――
Automa-
tisch*1―――×―
4-92
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Schakelaars en regelaars
Schakelaarstand
Contactstand ONACC of
OFFONACC of
OFFONACC of
OFFONACC of
OFF
Dagverlichting
í×*2―Automa-
tisch*1―――――
Achterlichten
Positielampen
Kentekenplaatlampen
Instrumentenpaneelverlichting――
Automa-
tisch*1―/×*3×××―/×*3
×: Aan
―: Uit
*1 De koplampen en overige verlichting worden automatisch ingeschakeld afhankelijk van de helderheid van de
omgeving zoals afgetast door de sensor.
*2 Wanneer dit tijdens het rijden gaat branden.
*3 Wanneer de verlichting is ingeschakeld, zal deze blijven branden ook als het contact in een andere stand dan
ON wordt gezet.
Als de verlichting brandt en het bestuurdersportier wordt geopend of 30 sec. zijn verstreken, wordt de
verlichting uitgeschakeld.
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
4-93íBepaalde modellen.