Page 25 of 27
Onderhoud en verzorging
24
Reservoir van voorruitensproeiervloeistof
Rem/koppelingsvloeistofreservoir
MotoroliepeilstokAccu
Zekeringenblok
Dop van koelsysteemMotorkoelvloeistofreservoir
Motorolievuldop
Reservoir van
voorruitensproeiervloeistofMotoroliepeilstok
AccuZekeringenblok
MotorolievuldopRem/koppelingsvloeistofreservoir
Dop van koelsysteem Motorkoelvloeistofreservoir
Voorzorgsmaatregelen betreffende onderhoudswerkzaamheden
Routine-onderhoud
Het wordt ten zeerste aangeraden de volgende punten dagelijks of tenminste
wekelijks te controleren.
• Motoroliepeil
• Motorkoelvloeistofniveau
• Niveau van remvloeistof en koppelingsvloeistof
• Niveau van sproeiervloeistof
• Onderhoud van de accu
• Bandenspanning
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 6, “Zelf uit te voeren onderhoud”.
SKYACTIV-G 2.0
SKYACTIV-D 1.5
Page 26 of 27

Onderhoud en verzorging
25
Inspectie en motorolie bijvullen
Vervang de motorolie als het motoroliepeil hoger is dan het “X” merkteken op de
peilstok.
Bij het inspecteren van het motoroliepeil de peilstok recht naar buiten trekken,
zonder deze te draaien.
Bij het weer insteken van de peilstok deze steeds insteken zonder te draaien, zodat
het “X” merkteken in de richting van de voorzijde van de auto wijst.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 6, “Zelf uit te voeren onderhoud”.
Keuzeschakelaar
OPMERKING
Het initialiseren (terugstellen van de motoroliegegevens) van de geregistreerde
waarde kan als volgt worden uitgevoerd:
1. Zet het contact op OFF.
2. Zet het contact op ON terwijl u de keuzeschakelaar ingedrukt houdt en blijf
de keuzeschakelaar gedurende ongeveer 5 seconden ingedrukt houden
totdat het hoofdwaarschuwingslampje gaat knipperen.
3. Nadat het hoofdwaarschuwingslampje enkele seconden heeft
geknipperd, is de initialisatie voltooid
Telkens wanneer de motorolie ververst wordt, dient de motorstuureenheid van de
auto zo spoedig mogelijk teruggesteld te worden. Anders bestaat de kans dat het
moersleutelindicatielampje of motoroliewaarschuwingslampje gaat branden. Neem
voor het terugstellen van de motorstuureenheid contact op met een deskundige
reparateur of een officiële Mazda reparateur of zie de procedure voor het
terugstellen van de motorstuureenheid.
X merkteken MAX MIN
Page 27 of 27

Als er zich een probleem voordoet
26
Als er zich een probleem voordoet
• Lekke band
Als u een lekke band heeft, langzaam naar een vlak gedeelte rijden en de band op
een plaats buiten het verkeer en op voldoende afstand van de rijbaan verwisselen.
Gebruik in het geval van een lekke band de lekke band noodreparatieset om de
band tijdelijk te repareren of gebruik het noodreservewiel.
• Oververhitting
1. Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Controleer of er koelvloeistof of stoom uit de motorruimte ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte komt:
Niet te dicht in de buurt van de voorzijde van de auto komen. Zet de motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer naar buiten komt, open vervolgens de motorkap
en start de motor.
Indien er geen kokende koelvloeistof of stoom naar buiten komt:
De motorkap openen en de motor stationair laten draaien om deze geleidelijk te
laten afkoelen.
• Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt het aanbevolen dit aan een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur of aan een erkend
sleepbedrijf over te laten.
• Waarschuwingslampje en waarschuwingszoemer
Controleer op bijzonderheden betreffende het waarschuwingslampje of -geluid
in deze handleiding als een waarschuwingslampje brandt of knippert of een
waarschuwingsgeluid klinkt. Neem contact op met een officiële Mazda
reparateur als het probleem niet opgelost kan worden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 7, “Lekke band”, “Oververhitting”, “Slepen in noodgevallen” of
“Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers”.