Page 343 of 850
4–16 6
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Richtlijnen voor afstand-tussen-voertuigen *1
Indicatie op display Richtlijnen voor
afstand-tussen-
voertuigen
(Bij een rijsnelheid
van ongeveer 40
km/h) Richtlijnen voor
afstand-tussen-
voertuigen
(Bij een rijsnelheid
van ongeveer 80
km/h) Multi-informatiedisplay Active Driving Display
— Ongeveer 25 m Ongeveer 50 m
— Ongeveer 20 m Ongeveer 40 m
— Ongeveer 15 m Ongeveer 30 m
— Ongeveer 10 m Ongeveer 20 m
Page 344 of 850
4–167
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Indicatie op display Richtlijnen voor
afstand-tussen-
voertuigen
(Bij een rijsnelheid
van ongeveer 40
km/h) Richtlijnen voor
afstand-tussen-
voertuigen
(Bij een rijsnelheid
van ongeveer 80
km/h) Multi-informatiedisplay Active Driving Display
Knippert in wit *2
Licht oranje op
Ongeveer 10 m of
minder Ongeveer 20 m of
minder
*1 De afstand tussen voertuigen verschilt al naargelang de rijsnelheid.
*2 Indicatie wanneer de afstandinstelling voor het waarschuwen van de bestuurder dat de auto een voorligger
nadert Nabij is.
Page 345 of 850

4–16 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Vermoeidheidswaarschuwing (DAA) *
De vermoeidheidswaarschuwing (DAA) is een systeem dat vermoeidheid en verminderde
aandacht van de bestuurder bespeurt en raadt de bestuurder aan een rustpauze te nemen.
Wanneer de auto binnen rijstrookstrepen rijdt met een snelheid tussen ongeveer 65 en
140 km/h, schat de vermoeidheidswaarschuwing (DAA) de mate van geaccumuleerde
vermoeidheid en verminderde oplettendheid van de bestuurder op basis van de informatie
van de vooruitrijcamera (FSC) en overige voertuiginformatie en wordt de bestuurder
aangeraden een rustpauze te nemen door middel van een indicatie op de multi-
informatiedisplay en de Active Driving Display en een waarschuwingsgeluid.
Gebruik de vermoeidheidswaarschuwing (DAA) op snelwegen of hoofdwegen.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina 4-231 .
WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op de vermoeidheidswaarschuwing (DAA) en rijd altijd
voorzichtig:
De vermoeidheidswaarschuwing (DAA) bespeurt de vermoeidheid en verminderde
oplettendheid van de bestuurder en raadt de bestuurder aan een rustpauze te nemen,
echter het is niet bedoeld om van de weg afwijken van de auto te voorkomen. Teveel
vertrouwen op de vermoeidheidswaarschuwing (DAA) kan ongelukken veroorzaken.
Rijd voorzichtig en bedien het stuurwiel op de juiste wijze.
Ook is het mogelijk dat het systeem de vermoeidheid en verminderde oplettendheid
van de bestuurder niet correct bespeurt, afhankelijk van de verkeerssituatie en
rijomstandigheden. De bestuurder dient met het oog op veiliger rijden steeds voldoende
rust te nemen.
Page 347 of 850
4–170
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Display van
vermoeidheidswaarschuwing
(DAA)
Wanneer het systeem vermoeidheid
of verminderde oplettendheid van
de bestuurder bespeurt, wordt het
waarschuwingsgeluid geactiveerd en
verschijnt er een alarmmelding in de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display.
Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
Uitschakelen van de
vermoeidheidswaarschuwing
(DAA)
De vermoeidheidswaarschuwing (DAA)
kan ingesteld worden zodat deze niet
wordt geactiveerd.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
Page 352 of 850

4–175
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem *
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand *1 al naargelang
de rijsnelheid met behulp van een radarsensor (voor) die de afstand ten opzichte van een
voorliggend voertuig meet, zodat de bestuurder het gaspedaal of het rempedaal niet constant
hoeft te gebruiken.
*1 Volgafstandregeling: Regeling van de afstand tussen uw voertuig en het voorliggende
voertuig dat door het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bespeurd.
Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat bijvoorbeeld het
voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een waarschuwingsgeluid en
een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd om u te waarschuwen voldoende
afstand tussen de voertuigen te bewaren.
De volgende rijsnelheden kunnen ingesteld worden:
(Europees model)
Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h
(Behalve Europese modellen)
Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op snelwegen en overige
autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is.
Page 356 of 850

4–17 9
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Displayindicatie van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
De status van de instelling en de bedrijfstoestanden van het Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem worden aangegeven in de multi-informatiedisplay en de Active Driving
Display.
MRCC
Afstand-tussen-voertuigen
display
MRCC Ingestelde
rijsnelheid
Voorliggend-voertuig display
Voorliggend-voertuig
displayMRCC
Afstand-tussen-voertuigen
display
MRCC
Ingestelde
rijsnelheid
Waarschuwing voor korte volgafstand
Als uw auto het voorliggende voertuig snel nadert omdat het voertuig plotseling afremt
terwijl u met volgafstandregeling rijdt, wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd en
wordt de remwaarschuwing aangegeven in de display. Controleer altijd de veiligheid van
de omgeving en trap het rempedaal in terwijl u een veiliger afstand ten opzichte van het
voorliggende voertuig aanhoudt. Houd ook altijd een veiliger afstand aan ten opzichte van
achteropkomende voertuigen.
Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
Page 358 of 850

4–181
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de snelheid
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de SET
of SET schakelaar wordt ingedrukt. De
ingestelde snelheid en de afstand-tussen-voertuigen display gevuld met witte lijnen wordt
getoond. De instelindicatie (groen) van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem wordt tegelijkertijd getoond.
Rijstatus Multi-informatiedisplay Active Driving Display
Tijdens het rijden met constante
snelheid
Tijdens het rijden met
volgafstandregeling
OPMERKING
Als een voorliggend voertuig wordt bespeurd tijdens het rijden met constante snelheid, wordt
de voorliggend-voertuig indicatie getoond en wordt de volgafstandregeling uitgevoerd.
Wanneer een voorliggend voertuig niet langer wordt bespeurd, wordt de voorliggend-voertuig
indicatie uitgeschakeld en schakelt het systeem terug naar rijden met constante snelheid.
Volgafstandregeling is niet mogelijk als het voorliggende voertuig sneller rijdt dan de
ingestelde snelheid. Stel het systeem af op de gewenste rijsnelheid met behulp van het
gaspedaal.
(Europees model) Bij verandering naar een inhaalrijstrook en gebruik van de richtingaanwijzer, levert het
systeem automatisch meer acceleratie als dit bepaalt dat meer acceleratie vereist is. Let
tijdens het rijden goed op de weg vóór u omdat u het voorliggende voertuig te dicht
zou kunnen naderen.
Page 359 of 850
4–182
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de afstand tussen voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter ingesteld telkens wanneer de
schakelaar wordt
ingedrukt. De afstand tussen voertuigen wordt langer ingesteld door het indrukken van de
schakelaar. De afstand-tussen-voertuigen kan ingesteld worden op 4 niveaus; lang, midden,
kort en extreem korte afstand.
Richtlijn voor afstand-tussen-
voertuigen
(bij een rijsnelheid van 80 km/h) Indicatie op multi-
informatiedisplay Indicatie op Active Driving
Display
Lang (ongeveer 50 m)
Midden (ongeveer 40 m)
Kort (ongeveer 30 m)
Extreem kort (ongeveer 25 m)
OPMERKING
De afstand tussen voertuigen is verschillend afhankelijk van de rijsnelheid en naarmate
de rijsnelheid lager is wordt de afstand korter.
Wanneer het contact op ACC of OFF wordt gezet en de motor vervolgens opnieuw
gestart wordt, stelt het systeem automatisch de afstand tussen voertuigen in op de
eerder gemaakte instelling.