Page 236 of 850
4–59
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatie Pagina
* Indicatielampje voor mistvoorlicht 4-88
* Indicatielampje voor mistachterlicht 4-89
Indicatie/indicatielampje elektrische handrem *1*2 7-41
* Rempedaalbediening vereist indicatielampje 4-102
TCS/DSC indicatielampje *1
(Knippert)
Anti-wielspin
regeling
(TCS)
4-111 ,
Dynamische
stabiliteitsregeling
(DSC)
4-112
(Gaat branden)
7-41
DSC OFF indicatielampje *1 4-112
Keuzemodusindicatie 4-124
(Groen) * Koplampregelsysteem (HBC) indicatielampje 4-135
(Groen) * Adaptieve LED koplampen (ALH) indicatielampje 4-139
* Dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje *1 Defect
7-41 ,
Behalve defect
4-155
(Wit) * Hoofdindicatie van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem 4-180
(Groen) * Instelindicatie van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem 4-180
Page 237 of 850
4–60
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatie Pagina
* Indicatielampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
OFF *1 Defect
7-41 ,
Behalve defect
4-146
(Wit/Groen) * Indicatie van rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) 4-194
(Rood) * Indicatielampje van stadsverkeer-remassistent (SCBS) Geavanceerde
stadsverkeer-
remassistent
(Advanced
SCBS)
4-214 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Vooruit]
(SCBS F)
4-219
* Indicatie van Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) Geavanceerde
stadsverkeer-
remassistent
(Advanced
SCBS)
4-214 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Vooruit]
(SCBS F)
4-219 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Achteruit]
(SCBS R)
4-226 ,
Smart Brake
Support
remhulpsysteem
(SBS)
4-230
Page 238 of 850

4–61
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatie Pagina
* Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/
SCBS) OFF indicatielampje *1 Geavanceerde
stadsverkeer-
remassistent
(Advanced
SCBS)
4-215 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Vooruit]
(SCBS F)
4-220 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Achteruit]
(SCBS R)
4-226 ,
Smart Brake
Support
remhulpsysteem
(SBS)
4-230
(Wit) * Indicatie vermoeidheid bestuurder (DAA) 4-170
(Groen) * i-ELOOP Indicatielampje 4-116
(Wit) * Hoofdindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-244
(Groen) * Instelindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-244
(Wit) * Hoofdindicatie van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-206
(Groen) * Instelindicatie van instelfunctie van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-206
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de elektrische handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.
Page 239 of 850

4–62
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Voorgloei-indicatielampje
(SKYACTIV-D 2.2)
Dit indicatielampje kan gaan branden
wanneer het contact op ON gezet wordt.
Het lampje gaat uit wanneer de
gloeibougies warm zijn. Als u nadat de
gloeibougies zijn opgewarmd het contact
gedurende langere tijd in de stand ON
laat staan zonder dat de motor draait,
worden de gloeibougies mogelijk opnieuw
opgewarmd en gaat het voorgloei-
indicatielampje branden.
Moersleutelindicatielampje
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het moersleutelindicatielampje
branden en vervolgens na enkele seconden
uit.
Wanneer het lampje brandt
Het moersleutelindicatielampje
gaat branden wanneer het tijd is
voor een vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt. Controleer de gegevens
en voer het onderhoud uit.
Zie Onderhoudsmonitor op pagina 6-17 .
Wanneer het lampje knippert
(SKYACTIV-D 2.2)
De opvanginrichting voor bezinksel
scheidt water van de brandstof.
Indien er zich water in dit ¿ lter heeft
verzameld, gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Als dit gebeurt, dient u
zo spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur te raadplegen.
Indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.
Als het indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Page 281 of 850

4–104
Tijdens het rijden
Remmen
Vrijzetten van de elektrische handrem
De elektrische handrem kan vrijgezet
worden terwijl het contact op ON staat of
de motor draait. Wanneer de elektrische
handrem wordt vrijgezet, gaan het
elektrische handremindicatielampje en
het indicatielampje van de elektrische
handremschakelaar uit.
Handmatig vrijzetten van de elektrische
handrem
Trap het rempedaal stevig in en druk de
elektrische handremschakelaar omlaag.
Trap het rempedaal stevig in en druk de
elektrische handremschakelaar in.
Als de elektrische handremschakelaar
wordt ingedrukt zonder het rempedaal in
te trappen, waarschuwt de display of het
indicatielampje in de instrumentengroep
de bestuurder dat het rempedaal niet is
ingetrapt. (Type A instrumentengroep)
Er wordt een bericht getoond in de multi-
informatiedisplay in de instrumentengroep.
Zie Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay op pagina 7-54 .
(Type B instrumentengroep)
Het rempedaalbediening vereist
indicatielampje in de instrumentengroep
gaat branden.
Automatisch vrijzetten van de
elektrische handrem
Als het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl
de elektrische handrem is aangetrokken
en aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan, wordt de handrem automatisch
vrijgezet.
Wanneer de motor draait.
Het bestuurdersportier is gesloten.
De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
(Handgeschakelde versnellingsbak)
De versnellingshendel staat in een
andere stand dan neutraal.
Het koppelingspedaal wordt halverwege
ingetrapt
(Automatische transmissie)
De keuzehendel staat in stand D, M of R
Page 293 of 850

4–116
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP Bedrijfstoestanddisplay
De bestuurder wordt op de hoogte
gesteld van de regeneratiestatus van het
i-ELOOP systeem en de bedrijfstoestand
van het voertuig door middel van de
bedrijfstoestanddisplay.
De regeneratiestatus van het i-ELOOP
systeem wordt getoond op de
middendisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina
4-119 .
i-ELOOP laaddisplay
Als de motor gestart wordt nadat er
gedurende langere tijd niet met de auto is
gereden, is het mogelijk dat een “i-ELOOP
laadt op” bericht op de display wordt
aangegeven.
Laat de motor stationair draaien en wacht
totdat het bericht verdwenen is.
OPMERKING
Als er met de auto wordt gereden terwijl
het bericht wordt getoond, klinkt er een
pieptoon.
Als u het stuurwiel draait terwijl
het bericht wordt getoond, voelt dit
zwaarder dan normaal. Dit duidt echter
niet op een afwijking. Parkeer de auto
met draaiende motor op een veilige
plaats en probeer het stuurwiel niet te
draaien. Wanneer het bericht niet langer
wordt getoond, zal het gebruik van het
stuur weer normaal worden.
Page 294 of 850

4–117
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Brandstofverbruikmonitor
Bij voertuigen met type C/type D audio, kan de bedrijfstoestand, het brandstofverbruik en
de energiebesparing *1 beurtelings worden getoond door bediening van de pictogrammen in
de display.
Bovendien kan wanneer de einddisplay is ingeschakeld na het voltooien van een rit de totale
energiebesparing tot op dat moment in de einddisplay worden getoond.
1. Selecteer het pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het toepassingen
scherm.
2. Selecteer “Brandstofverbruiks”.
3. Bedien de commanderschakelaar of raak het scherm aan voor het tonen van het menu.
OPMERKING
Wanneer het menu wordt getoond door aanraking van het scherm, wordt de display
automatisch na 6 seconden verborgen.
4. Selecteer het pictogram in het menu en voer de bediening uit. Het gebruik van de
pictogrammen is als volgt:
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Verbergt de menudisplay.
Toont het toepassingen scherm.
Schakelt de brandstofverbruikmonitor over in de
volgorde van bedrijfstoestand, brandstofverbruik en
energiezuinigheid
*1 .
Stelt de brandstofverbruikgegevens terug.
Toont het volgende instelscherm. Einddisplay in-/uitschakelen
In-/uitschakelen van de functie die het terugstellen
van de brandstofverbruikgegevens koppelt aan de
dagteller (Dagteller A)
*1 Met i-stop functie.
OPMERKING
Nadat het contact vanuit ON op OFF is gezet, verandert het
brandstofverbruikmonitorscherm naar het oorspronkelijke
brandstofverbruikmonitorscherm wanneer het contact de volgende keer op ON gezet
wordt.
Page 295 of 850

4–118
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Brandstofverbruikdisplay
Informatie betreffende het brandstofverbruik wordt getoond.
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Toont het brandstofverbruik gedurende de laatste 60
minuten.
Toont het brandstofverbruik elke minuut gedurende
de laatste 1 tot 10 minuten.
Toont het brandstofverbruik elke 10 minuten
gedurende de laatste 10 tot 60 minuten.
Toont het gemiddelde brandstofverbruik over de
laatste 5 terugstellingen en na de huidige
terugstelling.
Berekent het gemiddelde brandstofverbruik elke
minuut na het begin van een rit en toont dit op de
display.
OPMERKING
De brandstofverbruikgegevens kunnen worden teruggesteld aan de hand van de
volgende procedure:
Druk op de terugstelschakelaar op het menuscherm.
Wanneer de functie die de brandstofverbruikmonitor koppelt aan de dagteller is
ingeschakeld, dagteller A van de dagteller terugstellen.
Wis de informatie van het gemiddelde brandstofverbruik die wordt getoond in de
boordcomputer.
Na het terugstellen van de brandstofverbruikgegevens wordt “-- -” getoond terwijl het
gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend.