7–63
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer *
Als de rijsnelheid de ingestelde
snelheid met ongeveer 3 km/h of
meer overschrijdt, klinkt er continu
een waarschuwingspieptoon. De
waarschuwingspieptoon klinkt totdat de
rijsnelheid tot aan de ingestelde snelheid
of lager vermindert.
Waarschuwing voor botsing *
Als er de kans bestaat op een botsing
met een voorliggend voertuig of
obstakel aan de achterzijde van de auto,
gaat het waarschuwingslampje in de
instrumentengroep branden en wordt
tegelijkertijd een waarschuwingsindicatie
weergegeven in de multi-informatiedisplay
of Active Driving Display en wordt met
tussenpozen een waarschuwingsgeluid
geactiveerd.
7–66
Als er zich een probleem voordoet
Active Driving Display functioneert niet
Als de Active Driving Display niet functioneert
Als de Active Driving Display niet functioneert, het contact uit zetten en vervolgens de
motor opnieuw starten. Als de Active Driving Display ook na het opnieuw starten van de
motor niet functioneert, de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur, laten inspecteren.
9–15
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Gebruikersinstellingen
De volgende gebruikersinstellingen kunnen ingesteld of gewijzigd worden door de klant of
een of ¿ ciële Mazda reparateur. Raadpleeg een of ¿ ciële Mazda reparateur voor details.
Sommige van de gebruikersinstellingen kunnen ook door de klant gewijzigd worden,
afhankelijk van de instelling.
Gebruikersinstellingen en overige instellingen die gewijzigd kunnen worden verschillen
afhankelijk van de bestemming en de speci ¿ catie.
Methode voor wijzigen van instellingen
Instellingen kunnen worden gewijzigd door bediening van het
middendisplayscherm.
A: Zie Instellingen op pagina 5-69 .
B: Zie Brandstofverbruikmonitor op pagina 4-117 .
C: Zie Active Driving Display op pagina 4-50 .
Instellingen kunnen worden gewijzigd door bediening van de schakelaars van het
voertuig.
D: Zie Automatische vergrendel-/ontgrendelfunctie op pagina 3-22 .
E: Zie Zender op pagina 3-5 .
F: Zie voor Vergrendelen, ontgrendelen met de verzoekschakelaar (Met geavanceerde
afstandbediende portiervergrendelingsfunctie) op pagina 3-18 .
Instellingen kunnen gewijzigd worden door een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Veiligheid
Geavanceerde
stadsverkeer-remassistent
(Advanced SCBS)
(Behalve Indonesië,
Maleisië en Taiwan)
(pagina 4-211 )
Stadsverkeer-
remassistent [Vooruit]
(SCBS F) (Indonesië,
Maleisië en Taiwan)
(pagina 4-216 )
Stadsverkeer-
remassistent achteruit
(SCBS R) (pagina
4-221 )
Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
(pagina 4-228 ) Het systeem kan zodanig worden
gewijzigd dat de stadsverkeer-
remassistent (SCBS)/Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) niet
functioneert.
*1 Aan Aan/Uit A —
De afstand waarbij de
botsingwaarschuwing wordt geactiveerd
kan worden veranderd. MiddenVlakbij/
Midden/Ver A —
Het volume van de botsingwaarschuwing
kan veranderd worden. Hoog Hoog/Laag/
Uit A —
9–17
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) (pagina 4-190 )
Het type waarschuwing van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) kan worden gewijzigd.
Trilling Trilling/
Pieptoon/
Ribbel A —
De intensiteit/volume van
de waarschuwing van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) kan worden gewijzigd. Trilling Laag Hoog/Laag A —
Ribbel Laag Hoog/
Midden/
Laag A —
Pieptoon Laag Hoog/Laag A —
Dodehoekmonitor
(BSM) (pagina 4-148 ) Het systeem kan zodanig worden
gewijzigd dat de dodehoekmonitor
(BSM) does niet functioneert.
*1 Aan Aan/Uit A —
Volume van waarschuwingszoemer
*3 Hoog Hoog/
Laag/
Uit A —
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) (pagina 4-164 )
Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat het
Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)
niet functioneert.
*1 Aan Aan/Uit A —
De afstand waarbij het voorliggend
voertuig aangegeven in de display oranje
oplicht kan gewijzigd worden. Dicht Veraf/Mid./
Dicht A —
Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA) (pagina 4-168 ) Het systeem kan zodanig
gewijzigd worden dat de
vermoeidheidswaarschuwing (DAA) niet
werkt.
*1 Aan Aan/Uit A —
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR) *4 (pagina 4-156 )
Het verkeersbordherkenningsysteem
(TSR) kan op buiten werking ingesteld
worden.
*1 Aan Aan/Uit A —
Het waarschuwingspatroon voor de
waarschuwing te hoge snelheid kan
worden gewijzigd. Uit Uit/
Visueel/
Audio en
visueel A —
Het activeringstijdstip voor de
waarschuwing te hoge snelheid kan
worden gewijzigd.
0 0/ 5/ 10 A —
9–20
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Systeem
Taal Taal aangegeven op display Engels
Afhankelijk van
bestemmingsgebied *9 A —
Temperatuur Temperatuureenheid aangegeven op
display °F of °C °F/°C A —
Afstand Afstandeenheid aangegeven op display mi of km mi/km A —
Brandstofverbruiks (pagina 4-117 )
Einddisplay Weergave/geen weergave Uit Aan/Uit B —
Terugstelprocedure
brandstofverbruik Koppeling/geen koppeling aan
terugstelling brandstofverbruik en
terugstelling dagteller A Uit Aan/Uit B —
9–21
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Active Driving Display (pagina 4-50 )
Display Instelling kan zodanig worden gewijzigd
dat de Active Driving Display niet wordt
getoond. Aan Aan/Uit C —
De displayhoogte (omhoog/omlaag
positie) kan worden gewijzigd. 0 13 stappen
omhoog/
omlaag
vanuit de
begin-
instelling
(totaal: 27
stappen) C —
De methode voor het afstellen van
de displayhelderheid (automatisch/
handmatig) kan worden gewijzigd. Auto
Auto/Hand. C —
De standaard helderheid bij de
automatische afstelling van de helderheid
kan worden gewijzigd. 0 2 stappen
omhoog/
omlaag
vanuit de
begin-
instelling
(totaal: 5
stappen) C —
De standaard helderheid bij de
handmatige afstelling van de helderheid
kan worden gewijzigd. 0 20 stappen
omhoog/
omlaag
vanuit de
begin-
instelling
(totaal: 41
stappen) C —
Navigatiebegeleiding De displayinformatie kan worden
gewijzigd.
Rijstrookbegeleiding
en stapsgewijze Bij manoeuvre/
Rijstrookbegeleiding
en stapsgewijze/
Straatnaam en
stapsgewijze/
U I T C —
9–22
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
*1 Hoewel deze systemen kunnen worden uitgeschakeld, is dit tegenstrijdig met het doel van het systeem en het
wordt dan ook door Mazda aanbevolen deze systemen ingeschakeld te laten.
*2 Bij voertuigen met een andere audio-installatie dan het type met schermtoetsbediening, kan het
waarschuwingsgeluid niet veranderd worden. Het waarschuwingsgeluid is enkel een pieptoon.
*3 Enkel het volume van de waarschuwingszoemer tijdens de werking van de dodehoekmonitor
(BSM) kan gewijzigd worden. Het volume van de waarschuwingszoemer tijdens de werking van het
achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) kan niet gewijzigd worden.
*4 Dit systeem functioneert alleen wanneer het navigatiesysteem in werking is.
*5 Als de automatische ruitenwisserregeling op Uit wordt gezet, verandert de stand van de ruitenwisserhendel
naar intervalwerking.
*6 Ook als de werkingstijd van de achterruitverwarming is veranderd naar Continu, is het mogelijk dat als gevolg
van het effect van de buitentemperatuur de werking na 15 minuten stopt.
*7 Verander de lichtsterkte van de omgevingsverlichting terwijl de positielampen of de koplampen zijn
ingeschakeld.
*8 Wanneer ingesteld op OFF, blijft de omgevingsverlichting uit, ongeacht of de positielampen of koplampen aan
of uit zijn. Deze zullen echter aan of uit gaan in samenhang met het instapverlichtingssysteem.
*9 Weergave alleen beschikbaar vanaf de middendisplay.
10–2
Index
1
120 km/h waarschuwingszoemer ........ 7-61
A
Aanbevolen olie .................................. 6-25
Aanbevolen smeermiddelen .................. 9-7
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS)................................................. 4-132
Accu .................................................... 6-40
Inspectie van het niveau van het accu-
elektroliet....................................... 6-42
Laden ............................................. 6-43
Onderhoudspunt ............................ 6-42
Technische gegevens ....................... 9-6
Vernieuwen .................................... 6-43
Accu is uitgeput .................................. 7-25
Starten met een hulpaccu .............. 7-25
Achterklep ........................................... 3-26
Afdekking bagageruimte ............... 3-31
Bagageruimte ................................ 3-30
Bagageruimtenet ........................... 3-34
Wanneer de achterklep/het
kofferdeksel niet geopend kan
worden ........................................... 7-64
Achtermistlicht .................................... 4-89
Achterruit
Achterruitverwarming ................... 4-97
Achterruitensproeier ........................... 4-96
Achterruitenwisser .............................. 4-96
Achterruitverwarming ......................... 4-97
Achterruit ...................................... 4-97
Spiegel ........................................... 4-98
Achterste kledinghaken ..................... 5-169
Achterste zonnescherm ..................... 5-170 Achteruitkijkmonitor ......................... 4-254
Afstelling van de beeldkwaliteit ... 4-268
Afwijking tussen de werkelijke
wegsituatie en het weergegeven
beeld ............................................ 4-266
Gebruik van de
achteruitkijkmonitor .................... 4-260
Gebruik van de display................ 4-258
Overschakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay ........ 4-256
Plaats van
achteruitparkeercamera ............... 4-255
Weergavebereik op het scherm ... 4-256
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA).............................................. 4-171
Achterzitting ....................................... 2-12
Active Driving Display ....................... 4-50
Adaptieve LED koplampen (ALH) ... 4-136
Afmetingen ........................................... 9-9
Afstandbediende portiervergrendeling ... 3-4
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) .............................................. 4-164
Indicatie op display ..................... 4-165
Afstelbare snelheidsbegrenzer ... 4-35, 4-204
Activering/deactivering ............... 4-208
Afstelbare
snelheidsbegrenzerdisplay........... 4-205
Hoofdindicatie van afstelbare
snelheidsbegrenzer (wit) ............. 4-206
Instelindicatie van instelfunctie van
afstelbare snelheidsbegrenzer
(groen) ......................................... 4-206
Instellen van het systeem ............ 4-209
Tijdelijk annuleren van het
systeem ........................................ 4-210
Waarschuwingspieptoon
snelheidsbegrenzer ...................... 4-207
Airbagsystemen ................................... 2-48
Als de Active Driving Display niet
functioneert ......................................... 7-66
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen .......................... 7-37