4–40
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Kilometerteller, dagteller en
dagtellerkeuzeschakelaar
Wanneer het contact op ON staat wordt
de kilometerteller constant op het scherm
getoond en door bediening van de INFO
schakelaar kan het TRIP A of TRIP B
scherm worden getoond.
Druk op de INFO toetsINFO schakelaar
Kilometerteller,
Dagteller A
Kilometerteller,
Dagteller B
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale door de
auto afgelegde afstand aan.
Dagteller
De rijafstand voor een opgegeven
tussenafstand wordt aangegeven. Voor elk
van beide kunnen twee typen (TRIP A,
TRIP B) tussenafstand en het gemiddelde
brandstofverbruik worden gemeten.
Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand
vanaf het punt van vertrek registreren en
dagteller B kan het punt registreren waar
de brandstoftank gevuld is.
Wanneer dagteller A wordt gekozen,
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer
dagteller B wordt gekozen, verschijnt
TRIP B.
De dagteller en het gemiddelde
brandstofverbruik kan gereset worden door
in elk van de standen de INFO schakelaar
gedurende 1,5 seconde of langer ingedrukt
te houden.
OPMERKING
Enkel door de dagtellers worden
tienden van kilometers geregistreerd.
De registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
De stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
De gereden afstand 1999 km
overschrijdt.
4–53
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Alle instellingen/afstellingen voor de Active Driving Display kunnen worden gemaakt op de
middendisplay.
1. Selecteer het pictogram op het thuisscherm en toon het Instellingen scherm.
2. Selecteer het AD-Disp tabblad.
3. Selecteer het gewenste item en maak de instelling/afstelling.
Methode voor het afstellen van de schermhelderheid (automatisch/handmatig)
Begin-instellingen schermhelderheid (bij selectie van automatische afstelling)
Afstelling van schermhelderheid (bij selectie van handmatige afstelling)
Displaypositie van Active Driving Display (displayhoogte)
Hoek afstellen van Active Driving Display (correctie displayhoek)
De combinatie van straatnaamweergave, rijstrookbegeleiding en stapsgewijze
weergave (TBT) kan gewijzigd worden. (navigatiebegeleiding)
Active Driving Display AAN/UIT (indicatie)
Instellingen resetten (reset)
OPMERKING
De gewenste rijpositie (displaypositie, helderheidsniveau, displayinformatie) kan na
het programmeren van de positie worden opgeroepen.
Zie Rijpositiegeheugen op pagina 2-10 . De straatnaam wordt wellicht niet weergegeven, afhankelijk van bestemming en regio.