4–115
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Energiebesparingsdisplay
De actuele prestaties van de energiebesparing worden getoond.
Indicatie op display Bedrijfstoestand
De bladgra ¿ ek groeit al naargelang de hoeveelheid
CO 2 uitstoot die door de werking van het systeem
wordt gereduceerd. De totaal verzamelde
hoeveelheid bladgroei wordt aangegeven in termen
van het aantal boomgra ¿ eken.
Toont de totale rijafstand die door de werking van de
i-stop functie verlengd kon worden.
Toont het percentage van tijd dat de auto door de
werking van de i-stop functie is stopgezet in
vergelijking tot de totale hoeveelheid tijd dat de auto
is stopgezet.
Toont de hoeveelheid tijd dat de i-stop functie heeft
gefunctioneerd.
Toont de totale hoeveelheid tijd dat de auto is
stopgezet.
Eindscherm
Als de einddisplay op de brandstofverbruikmonitor aan is wanneer het contact vanuit de
stand ON op OFF wordt gezet, wordt de werkelijke energiebesparing (met i-stop functie) of
de informatie over het brandstofverbruik (zonder i-stop functie) getoond.
4–116
Tijdens het rijden
Drive-selectie
*Bepaalde modellen.
Drive-selectie *
Drive-selectie is een systeem dat de drive-stand van de auto overschakelt. Wanneer de
sportstand is geselecteerd, geeft de auto bij de bediening van het gaspedaal een krachtigere
respons. Dit zorgt voor een extra snelle acceleratie, wat nodig kan zijn voor het veilig
uitvoeren van manoeuvres zoals het wisselen van rijbaan, het oprijden van snelwegen of het
inhalen van andere voertuigen.
OPGELET
Gebruik de sportstand niet bij het rijden op gladde wegen zoals natte of met sneeuw
bedekte wegen. Dit kan slippen van de banden veroorzaken.
OPMERKING
Wanneer de sportstand wordt geselecteerd, wordt er met hogere motortoerentallen
gereden wat kan leiden tot een hoger brandstofverbruik. Mazda raadt aan dat u bij
normaal rijden de sportstand uitschakelt.
Onder de volgende omstandigheden kan de drive-stand niet worden overgeschakeld:
ABS/TCS/DSC is in bedrijf
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem/kruissnelheidsregelaar is
ingeschakeld.
Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.
4–120
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Rijstrookafwijking
Rijstrookassistent (LAS) ................................................................................................... 4-174
Snelheidsregeling
Afstelbare snelheidsbegrenzer .......................................................................................... 4-189
Anti-botsingtechnologie
De anti-botsingtechnologie is ontworpen om de bestuurder te helpen botsingen te
voorkomen of de ernst daarvan te verminderen in situaties waar deze niet voorkomen
kunnen worden.
Vermindering van de ernst van een botsing bij lage snelheden
Vooruit rijden
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F) ................................................................. 4-202
Geavanceerde stadsverkeer-remassistent (Advanced SCBS) ........................................... 4-196
Achteruit rijden
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) ............................................................. 4-209
Vermindering van de ernst van een botsing bij gemiddelde/hoge snelheden
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) ................................................................... 4-216
Camera en Sensoren
V o o r u i t r i j c a m e r a ( F S C )
De vooruitrijcamera (FSC) bespeurt rijstrookaanwijzingen en herkent koplampen,
achterlichten en stadsverlichting tijdens het rijden in het donker. Bovendien worden ook
voorliggers, voetgangers of obstakels bespeurd. De volgende systemen maken ook gebruik
van de vooruitrijcamera (FSC).
Adaptieve LED koplampen (ALH)
Vermoeidheidswaarschuwing (DAA)
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
Rijstrookassistent (LAS) en rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
Verkeersbordherkenningsysteem (TSR)
Geavanceerde stadsverkeer-remassistent (Advanced SCBS)
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De vooruitrijcamera (FSC) is ingebouwd aan de bovenzijde van de voorruit nabij de
achteruitkijkspiegel.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina 4-219 .
4–128
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Gebruik het LDWS niet onder de volgende omstandigheden:
De kans bestaat dat het systeem niet adequaat reageert op de werkelijke
rijomstandigheden, waardoor ongelukken veroorzaakt kunnen worden.
Bij het rijden op wegen met scherpe bochten.
Bij het rijden onder slechte weersomstandigheden (regen, mist en sneeuw).
De functies van het LDWS hebben beperkingen:
Blijf altijd uw baan aanhouden met behulp van het stuurwiel en rijd voorzichtig. Het
systeem is niet bestemd is om compensatie te geven voor onvoldoende voorzichtigheid
van de bestuurder en als u teveel op het LDWS vertrouwt kan dit tot ongelukken leiden.
De bestuurder is verantwoordelijk voor het veilig uitvoeren van rijbaanveranderingen
en overige manoeuvres. Let altijd nauwkeurig op de richting waarin de auto rijdt en de
directe omgeving ervan.
OPGELET
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen. Als de hoogte van de auto of de
dempingskracht van de vering wordt gewijzigd, kan het LDWS niet juist functioneren.
OPMERKING
Als uw auto van zijn rijstrook afwijkt, wordt het LDWS in werking gesteld
(waarschuwingsgeluid en indicatielampje). Stuur de auto adequaat bij om de auto weer
naar het midden van de rijstrook te brengen.
Wanneer de richtingaanwijzerhendel wordt bediend om van rijstrook te veranderen,
wordt de LDWS waarschuwing automatisch uitgeschakeld. De LDWS waarschuwing
wordt werkzaam wanneer de richtingaanwijzerhendel teruggezet wordt en het systeem
de witte of gele strepen bespeurt.
Als het stuurwiel, het gaspedaal of het rempedaal abrupt worden bediend en de
auto dicht in de buurt van een witte of gele streep komt, bepaalt het systeen dat de
bestuurder van rijbaan verandert en wordt de LDWS waarschuwing automatisch
uitgeschakeld.
Het is mogelijk dat het LDWS niet functioneert tijdens de periode onmiddellijk
nadat de auto van zijn rijstrook is afgeweken en het LDWS in werking is getreden, of
wanneer de auto binnen een korte periode van tijd herhaalde malen van de rijstrook is
afgeweken.