7–47
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Waarschuwingslampje van Smart
Brake Support remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent
(SBS/SCBS)
*
Het lampje gaat branden als de voorruit of
de radarsensor vuil zijn of als er een defect
is in het systeem. Controleer de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt op de
middendisplay.
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen.
Als het waarschuwingslampje brandt
vanwege een vuile radarsensor, het
voorembleem reinigen.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur controleren als er andere
redenen zijn.
Waarschuwingslampje
voor laag brandstofpeil Het lampje gaat branden wanneer de
resterende brandstof ongeveer 9,0 liter
bedraagt.
OPMERKING
De momenten waarop het lampje gaat
branden kunnen variëren, aangezien de
brandstof in de tank overeenkomstig de
rijomstandigheden en de stand van de
auto in beweging is. Brandstof bijtanken.
120km/h
waarschuwingslampje*
Het 120 km/h waarschuwingslampje gaat
branden wanneer de rijsnelheid hoger
wordt dan 120 km/h. Verminder de rijsnelheid.
7–48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Voorzitting)
Met waarschuwingslampje voor voorpassagierszitting
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel of
voorpassagierszitting bezet is en de veiligheidsgordel
niet vastgemaakt is terwijl het contact op ON staat.
Zonder waarschuwingslampje voor voorpassagierszitting
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje gaat branden
als de bestuurdersstoel bezet is en de veiligheidsgordel
niet vastgemaakt is terwijl het contact op ON staat.
Veiligheidsgordelwaarschuwing
Als er met de auto wordt gereden terwijl de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier niet is vastgemaakt, gaat
het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje branden en klinkt
er een waarschuwingszoemer.
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of de
voorpassagier niet aangegespt is (alleen wanneer
de voorpassagierszitting bezet is) en de snelheid
van de auto hoger is dan ongeveer 20 km/h, gaat
het waarschuwingslampje knipperen en wordt er
een zoemtoon gegeven. Na een korte tijd stopt
het waarschuwingslampje met knipperen. Dit
blijft echter branden en de zoemtoon stopt. Als
een veiligheidsgordel niet aangegespt blijft, gaat
het waarschuwingslampje knipperen en wordt de
zoemtoon weer voor een bepaalde tijd geactiveerd.
De zoemtoon stopt niet totdat de veiligheidsgordel
wordt aangegespt of een bepaalde tijd is verstreken, ook
niet als de rijsnelheid afneemt tot minder dan 20 km/h.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of
de voorpassagier niet aangegespt wordt nadat
de zoemtoon gestopt is (waarschuwingslampje
blijft branden) en de rijsnelheid hoger is dan 20
km/h, gaat het waarschuwingslampje knipperen
en wordt de zoemtoon opnieuw geactiveerd.
Door het plaatsen van zware voorwerpen
op de voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie van
de voorpassagierszitting geactiveerd worden,
afhankelijk van het gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat de
voorpassagiergewichtsensor juist kan
functioneren. De kans bestaat dat de sensor niet
goed functioneert omdat het extra zitkussen de
werking van de sensor zou kunnen hinderen.
Wanneer een klein kind op de
voorpassagierszitting zit, is het mogelijk
dat het waarschuwingslampje niet werkt.
Maak de veiligheidsgordels vast.
7–55
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel
V o o r z i t t i n g
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier
niet is vastgemaakt, klinkt continu
een waarschuwingspieptoon. Als
de veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer
90 seconden doorgaan. De pieptoon
stopt nadat de veiligheidsgordel van
de bestuurder of voorpassagier is
vastgemaakt.
OPMERKING
Bepaalde modellen zijn
niet voorzien van de
veiligheidsgordelwaarschuwingspieptoon
voor de voorpassagierszitting.
Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat
dat de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
Wanneer een klein kind op
de voorpassagierszitting
zit, is het mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
Achterzitting
De waarschuwingszoemer klinkt enkel als
een veiligheidsgordel wordt losgemaakt
nadat deze is vastgemaakt.
Waarschuwingszoemtoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
continu een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon
Voertuigen met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Als de sleutel uit het voertuig wordt
verwijderd terwijl het contact niet op OFF
is gezet en alle portieren gesloten zijn,
klinkt de pieptoon die buiten het voertuig
hoorbaar is 6 maal, klinkt de pieptoon die
binnen het voertuig hoorbaar is 6 maal
en gaat het KEY waarschuwingslampje
(rood) in de instrumentengroep continu
knipperen om de bestuurder op de hoogte
te stellen dat het contact niet op OFF is
gezet.
10–2
Index
1
120 km/h waarschuwingszoemer ........ 7-60
A
Aanbevolen olie .................................. 6-26
Aanbevolen smeermiddelen .................. 9-7
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS)................................................. 4-122
Accu .................................................... 6-44
Inspectie van het niveau van het accu-
elektroliet....................................... 6-46
Laden ............................................. 6-47
Onderhoudspunt ............................ 6-46
Technische gegevens ....................... 9-6
Vernieuwen .................................... 6-47
Accu is uitgeput .................................. 7-25
Starten met een hulpaccu .............. 7-25
Achterklep ........................................... 3-25
Achterruitensproeier ........................... 4-89
Achterruitenwisser .............................. 4-88
Achterruitverwarming ......................... 4-90
Achterruit ...................................... 4-90
Achterste kledinghaken ..................... 5-175
Achteruitkijkmonitor ......................... 4-243
Afstelling van de beeldkwaliteit ... 4-252
Afwijking tussen de werkelijke
wegsituatie en het weergegeven
beeld ............................................ 4-251
Gebruik van de
achteruitkijkmonitor .................... 4-248
Gebruik van de display................ 4-247
Overschakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay ........ 4-244
Plaats van
achteruitparkeercamera ............... 4-244
Weergavebereik op het scherm ... 4-245
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA).............................................. 4-155
Achterzitting ......................................... 2-9
Active Driving Display ....................... 4-43
Adaptieve LED koplampen (ALH) ... 4-123 Afmetingen ......................................... 9-11
Afstandbediende portiervergrendeling ... 3-4
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) .............................................. 4-149
Indicatie op display ..................... 4-150
Afstelbare snelheidsbegrenzer .......... 4-189
Activering/deactivering ............... 4-193
Afstelbare
snelheidsbegrenzerdisplay........... 4-190
Hoofdindicatie van afstelbare
snelheidsbegrenzer (wit) ............. 4-191
Indicatie (wit)/indicatielampje (groen)
van instelfunctie van afstelbare
snelheidsbegrenzer ...................... 4-191
Instellen van het systeem ............ 4-194
Tijdelijk annuleren van het
systeem ........................................ 4-195
Waarschuwingspieptoon
snelheidsbegrenzer ...................... 4-192
Airbagsystemen ................................... 2-45
Als de Active Driving Display niet
functioneert ......................................... 7-63
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen .......................... 7-36
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ..... 4-102
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) ............................ 3-57
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) ....................... 3-62
Anti-wielspin regeling (TCS) ........... 4-103
TCS/DSC indicatielampje ........... 4-104
Asbak ................................................ 5-175
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume .............. 5-78
Audio-uit toets ............................... 5-79
Zoektoets ....................................... 5-78
10–3
Index
Audio-installatie .................................. 5-20
Antenne ......................................... 5-20
Audiobedieningsschakelaar........... 5-77
Audioset [Type A/
Type B (niet-aanraakscherm)] ....... 5-36
Audioset [Type C/
Type D (aanraakscherm)] .............. 5-53
AUX/USB modus.......................... 5-79
Bedieningstips voor
audio-installatie ............................. 5-21
Automatische transmissie ................... 4-58
Actieve Aangepaste Overschakeling
(AAS) ............................................ 4-62
Bedieningsorganen van de
automatische transmissie ............... 4-58
Directe modus ............................... 4-70
Modus voor handbediende
overschakeling............................... 4-62
Rijtips ............................................ 4-71
Schakelblokkeersysteem ............... 4-59
Schakelstanden .............................. 4-60
B
Bagageruimteverlichting ................... 5-165
Banden ................................................ 6-50
Bandenspanning ............................ 6-50
Lekke band ...................................... 7-4
Noodreservewiel ........................... 6-53
Onderling verwisselen van de
banden ........................................... 6-51
Sneeuwbanden............................... 3-70
Sneeuwkettingen ........................... 3-70
Technische gegevens ..................... 9-14
Vernieuwen van een band.............. 6-52
Vernieuwen van een velg .............. 6-53
Bandenspanningcontrolesysteem ...... 4-238
Bedrijfstoestanddisplay ..................... 4-112
Bekerhouder ...................................... 5-170
Berichten die verschijnen op de
multi-informatiedisplay ....................... 7-50 Beveiligingssysteem
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) ...................... 3-57
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) ................. 3-62
Start-blokkeersysteem ................... 3-55
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek .................................... 7-3
Binnenspiegel ...................................... 3-44
Bluetooth
® ......................................... 5-101
Bluetooth® Audio
(Type A/Type B) .......................... 5-147
Bluetooth
® Audio
(Type C/Type D).......................... 5-150
Bluetooth
® handsfree
(Type A/Type B) .......................... 5-129
Bluetooth
® handsfree
(Type C/Type D).......................... 5-137
Oplossen van problemen ............. 5-161
Boordcomputer ................................... 4-34
Brandstof
Meter ............................................. 4-31
Tankinhoud ...................................... 9-8
Tankklep en -dop ........................... 3-37
Vereisten (MZR 1.6, SKYACTIV-G
1.5, SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5) ................................................ 3-32
Vereisten (SKYACTIV-D 1.5,
SKYACTIV-D 2.2) ........................ 3-33
Brandstofbesparing en
milieubescherming .............................. 3-65
Brandstofverbruikdisplay .................. 4-111
Brandstofverbruikmonitor ................. 4-110
Bedrijfstoestanddisplay ............... 4-112
Brandstofverbruikdisplay ............ 4-111
Einddisplay .................................. 4-115
Energiebesparingsdisplay ............ 4-115
Buitenspiegels ..................................... 3-41
Buitentemperatuurdisplay ................... 4-32
10–5
Index
I
i-ACTIVSENSE ................................ 4-119
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) ........................................... 4-122
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) ........................................ 4-155
Actieve
rijondersteuningstechnologie ...... 4-119
Adaptieve LED koplampen
(ALH) .......................................... 4-123
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) ........................................ 4-149
Afstelbare snelheidsbegrenzer .... 4-189
Anti-botsingtechnologie .............. 4-120
Camera en sensoren..................... 4-120
Dodehoekmonitor (BSM)............ 4-134
Geavanceerde stadsverkeer-
remassistent (Advanced SCBS)
... 4-196
Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem ......................... 4-160
Radarsensoren (achter) ................ 4-229
Radarsensor (voor) ...................... 4-226
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ....................................... 4-127
Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ....................................... 4-174
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................... 4-216
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) ..................................... 4-209
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) ..................................... 4-202
Ultrasonische sensor (achter) ...... 4-231
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR) ........................................... 4-141
Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA) ......................................... 4-152
Vooruitrijcamera (FSC) ............... 4-219 i-ELOOP ........................................... 4-107
Bedrijfstoestanddisplay ............... 4-109
i-ELOOP indicatielampje ............ 4-109
i-ELOOP waarschuwingspieptoon ...... 7-57
i-stop ................................................... 4-15
Hellingstopfunctie ......................... 4-25
i-stop OFF schakelaar ................... 4-24
Indicatielampje (Groen) ................ 4-21
Waarschuwingslampje (Oranje) .... 4-21
i-stop waarschuwingszoemer .............. 7-57
In de volgende gevallen wordt een
waarschuwingszoemer geactiveerd ..... 7-54
120 km/h waarschuwingszoemer ... 7-60
Dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer .................. 7-58
i-ELOOP waarschuwingspieptoon ... 7-57
i-stop waarschuwingszoemer ........ 7-57
Rijsnelheidsalarm .......................... 7-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid ... 7-58
Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-56
Sleutel-in-bagageruimte-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-56
Sleutel-uit-auto-verwijderd
waarschuwingspieptoon ................ 7-55
Verzoekschakelaar-buiten-werking
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-56
Waarschuwingen van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
... 7-59
Waarschuwingspieptoon
buitentemperatuur ......................... 7-57
Waarschuwingspieptoon elektronische
stuurvergrendeling ......................... 7-59
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer ........................ 7-59
Waarschuwingspieptoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) ....... 7-55
10–8
Index
P
Parkeersensorsysteem ....................... 4-253
Gebruik van het
parkeerhulpsensorsysteem........... 4-257
Sensordetectiebereik ................... 4-255
Periodieke onderhoudsbeurten .............. 6-3
Plafondlampen .................................. 5-165
Portiersloten ........................................ 3-13
Probleem
Accu is uitgeput............................. 7-25
Lekke band ...................................... 7-4
Oververhitting ............................... 7-30
Parkeren in noodgevallen ................ 7-2
Slepen in noodgevallen ................. 7-32
Starten in noodgevallen ................. 7-28
Wanneer de achterklep/het
kofferdeksel niet geopend kan
worden ........................................... 7-61
R
Radarsensor (Voor) ........................... 4-226
Radarsensoren (Achter) .................... 4-229
Registratie van de auto in het
buitenland .............................................. 8-2
Registratie van voertuiggegevens ......... 8-5
Remmen
Elektrische handrem ...................... 4-96
Handrem ............................... 4-95, 4-96
Pro ¿ elslijtage-indicator ................. 4-99
Rembekrachtiging ......................... 4-99
Voetrem ......................................... 4-94
Waarschuwingslampje ................... 4-98
Reservewiel ........................................... 7-8
Richtingaanwijzers .............................. 4-82
Rijden in de winter .............................. 3-69
Rijsnelheidsalarm ................................ 7-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid ... 7-58
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-127
LDWS OFF schakelaar ............... 4-130 Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-174
Rijtips
Automatische transmissie.............. 4-71
Brandstofbesparing en
milieubescherming ........................ 3-65
Doorwaden van water ................... 3-72
Inrijden .......................................... 3-65
Modellen met turbolader
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D
2.2) ................................................ 3-73
Moeilijke rijomstandigheden ........ 3-66
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ................................................ 3-68
Rijden in de winter ........................ 3-69
Vloermat ........................................ 3-67
Ruiten
Elektrische ruitbediening .............. 3-46
Ruitenwisser
Vernieuwen van de ruitenwisserbladen
van de voorruit .............................. 6-40
Vernieuwen van het ruitenwisserblad
van de achterruit (Hatchback) ....... 6-42
S
Schuifdak ............................................ 3-52
Signalen voor rijbaanverandering ....... 4-83
Sleepmethoden .................................... 7-32
Slepen
Haak .............................................. 7-33
Trekken van caravans en aanhangers
(Europa/Rusland/Turkije/Israël/Zuid-
Afrika) ........................................... 3-74
Slepen in noodgevallen
Sleephaken .................................... 7-33
Sleepmethoden .............................. 7-32
10–10
Index
U
Uitlaatgasreinigingssysteem (MZR 1.6,
SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G 2.5) .............................. 3-34
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-D 1.5,
SKYACTIV-D 2.2) .............................. 3-35
Ultrasonische sensor (Achter) ........... 4-231
V
Veiligheidsgordelsysteem
3-punts type ................................... 2-20
Noodblokkering............................. 2-19
Zwangere vrouwen ........................ 2-18
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR)................................................. 4-141
Verlichtingsregelaar ............................ 4-72
Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA) ............................................... 4-152
Vernieuwen
Banden........................................... 6-52
Gloeilampen .................................. 6-56
Ruitenwisser .................................. 6-40
Sleutelbatterij ................................ 6-47
Wiel ............................................... 6-53
Zekering ........................................ 6-74
Vertrekverlichting ............................... 4-77
Verzoekschakelaar-buiten-werking
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-56
Verzorging van de carrosserie ............. 6-79
Bescherming van holle ruimten .... 6-84
Bijwerken van lakbeschadigingen ... 6-84
Chassiscoating ............................... 6-85
Onderhoud van aluminium velgen ... 6-85
Onderhoud van de lak ................... 6-81
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-86
Onderhoud van verchroomde en
aluminium onderdelen ................... 6-84 Verzorging van het interieur ................ 6-86
Onderhoud van bekleding ............. 6-87
Onderhoud van de Active Driving
Display .......................................... 6-89
Onderhoud van de bovenkant van het
instrumentenpaneel
(zachte bekleding) ......................... 6-89
Onderhoud van de
veiligheidsgordels ......................... 6-87
Onderhoud van het paneel ............. 6-89
Onderhoud van kunststof
bekleding ....................................... 6-87
Onderhoud van lederen bekleding ... 6-87
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-89
Reinigen van de binnenzijde van de
ruiten ............................................. 6-90
Vloeistof
Automatische transmissie
(4-versnellingsbak) ........................ 6-37
Rem/koppeling .............................. 6-36
Ruitensproeier ............................... 6-38
Vloeistoffen
Classi ¿ catie ..................................... 9-7
Vloermat ............................................. 3-67
Voertuiginformatielabels ....................... 9-2
Voetrem ............................................... 4-94
Voorruitensproeier ............................... 4-88
Voorruitenwissers ................................ 4-84
Vooruitrijcamera (FSC) ..................... 4-219
Voorzitting ............................................. 2-6