TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lakwerk
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende functie
van het plaatwerk.
Werk beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te
voorkomen. Voor het bijwerken mogen
uitsluitend originele lakproducten
worden gebruikt (zie “Plaatje met
informatie over de carrosserielak” in het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van de auto en van de
omgeving.
Zo is het bijvoorbeeld raadzaam de
auto vaker te wassen in gebieden met
sterke luchtverontreiniging of bij het
rijden over wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen:
❒maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
❒was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit;❒spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen in een wastunnel:
❒verwijder de antenne van het dak om
beschadiging ervan te voorkomen;
❒het voertuig moet gewassen worden
met water toegevoegd aan een
reinigingsoplossing;
❒spoel goed af met schoon water om
zeepresten op de carrosserie en de
minder zichtbare delen te
verwijderen.
55)
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. Laat het voertuig na het
wassen een tijdje buiten staan zodat
waterresten kunnen verdampen.
Was het voertuig nooit als het in de zon
heeft gestaan of als de motorkap nog
warm is: de glans van de lak kan
afnemen.De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van het
voertuig gewassen worden. Parkeer het
voertuig zo min mogelijk onder bomen:
de hars die uit de bomen druppelt,
maakt de lak mat en vergroot de kans
op roestvorming.
BELANGRIJK Vogelpoep moet zo snel
en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve
zuren aanwezig zijn.
5)
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen voor ruiten.
Gebruik tevens schone doeken om
krassen en beschadigingen te
voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het
binnenoppervlak van de achterruit
voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de
achterruitverwarming niet te
beschadigen.
262
ONDERHOUD EN ZORG
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de
elektronische regeleenheden en het
kastje met zekeringen en relais aan de
linkerzijde van de motorruimte
(rijrichting) worden gericht. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic
lampglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK
55) Sommige wastunnels met
borstels van de oude generatie
en/of in slechte toestand kunnen
het lakwerk beschadigen,
waardoor strepen kunnen
ontstaan die de lak dof/mat
kunnen maken, vooral bij donkere
kleuren. Als dit mocht gebeuren,
is een lichte poetsbeurt met
speciale producten voldoende.
BELANGRIJK
5) Schoonmaakmiddelen
veroorzaken waterverontreiniging.
Om die reden mag het voertuig
alleen gewassen worden op
plaatsen waar het afvalwater
opgevangen en gezuiverd wordt.
INTERIEUR
Controleer af en toe of er geen water
onder de matten is blijven staan
(wegens water dat van schoenen,
paraplu's, enz.. druppelt), waardoor het
plaatwerk kan gaan roesten.
203) 204)
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Gebruik een vochtige
borstel voor velours bekleding.
Reinig de stoelen met een spons
bevochtigd met een oplossing van
water en neutrale zeep.
KUNSTSTOF
INTERIEURDELEN
Reinig kunststof interieurdelen met een
vochtige doek en een oplossing van
water en een neutraal niet-schurend
reinigingsmiddel. Gebruik voor het
verwijderen van olieachtige of
hardnekkige vlekken speciale
producten zonder oplosmiddelen die
het originele voorkomen en de kleur van
de kunststof interieurdelen niet
veranderen.
263
115
MultiJet (°)110 (°)/130
MultiJet150
MultiJet180
MultiJet
PowerVoorgeschreven brandstof
en originele smeermiddelen
Carterpan (liter): 4.9 5.3 5.3 8
SELENIA WR P.E.
Carterpan en filters (liter): 5.7 5.9 5.9 9
Versnellingsbak-/
differentieelhuis (liter):-2,7 (MLGU
versnellingsbak)2.7 -TUTELA TRANSMISSION
EXPERYA
Versnellingsbak-/
differentieelhuis (liter):2,92,9 (M38
versnellingsbak)2.9TUTELA TRANSMISSION
GEARTECH
Hydraulisch remsysteem met
ABS (kg):0.6 0.6 0.6 0.6
TUTELA TOP 4
Hydraulisch remsysteem met
ASR/ESP (kg):0.62 0.62 0.62 0.62
Hydraulische
stuurbekrachtiging:1.5 1.5 1.5 1.5 TUTELA TRANSMISSION GI/E
Ruitenwisser-/
koplampsproeierreservoir:5.5 5.5 5.5 5.5Mengsel van water en TUTELA
PROFESSIONAL SC35
(°) Versie voor specifieke markten
332
TECHNISCHE GEGEVENS
WAT TE DOEN ALS
Storing Mogelijke oplossing
... EEN BAND LEK IS.Gebruik de Fix&Go bandenreparatiekit. Zie pag. 213.
Vervang de band. Zie pag. 207
... EEN BAND LEEG IS. Herstel de bandenspanning. Zie pag. 277.
... DE PLAFONDVERLICHTING NIET
INSCHAKELT.Vervang het lampje.Zie pag. 227 of neem
contact op met het Fiat
servicenetwerk.
... EEN EXTERNE LAMP (grootlicht,
dimlicht...) NIET INSCHAKELT.Vervang het lampje.Zie pag. 221 of neem
contact op met het Fiat
servicenetwerk.
... DE AFSTANDSBEDIENING NIET WERKT. Vervang de batterijen in de afstandsbediening.Zie pag. 12 of neem contact
op met het Fiat
servicenetwerk.
... EEN ELEKTRISCHE RUIT NIET WERKT.Controleer de betreffende veiligheidszekering.Zie pag. 228 of neem
contact op met het Fiat
servicenetwerk.
Laat de betreffende motor voor het openen/
sluiten van de ruit controleren.Wendt u zich tot het Fiat
servicenetwerk.
... DE MOTOR NIET START OF AFSLAAT
TIJDENS HET RIJDEN.Controleer of er genoeg brandstof in de tank
is; tank zo nodig bij.Zie pag. 110.
...DE DIESELOLIE BEVROREN IS.Gebruik winterdiesel of een geschikt additief. Zie pag. 336
In geval van stilstand van het voertuig, indien
mogelijk de zone van het dieselfilter en de
circuits ervoor en erachter verwarmen.-
ALFABETISCH
REGISTER
A
anhangers trekken ...................... 195
Aansteker....................................... 66
ABS ............................................... 81
Accu
– Vervangen ................................. 256
Accu (opladen) ............................... 237
Accu (schakelaar) ........................... 61
Accuschakelaar.............................. 61
Achterruitverwarming ..................... 61
Achterste opstaptrede.................... 76
Achteruitkijkspiegels ....................... 25
Advies voor verlengen
levensduur accu ........................... 256
Afmetingen..................................... 278
Afsluiter brandstoftoevoer ............. 62
Alarmknipperlichten........................ 60
Asbak ............................................ 66
ASR-systeem ................................. 83
ASR (systeem) ............................... 83
Automatische klimaatregeling ......... 35
Autoradio ....................................... 107
Banden ......................................... 274
Bandenspanning ............................ 277
Batterij vervangen .......................... 256
Bedieningselementen ..................... 60
Bedieningselementen
verwarming en ventilatie ............... 29Bovenste opbergvak ...................... 63
Brandstofbesparing........................ 193
Brandstofmeter .............................. 120
Brandstoftoevoer ........................... 271
Brandstofverbruik........................... 338
Buitenverlichting ............................. 48
Busje vervangen............................. 215
Camera achter .............................. 96
Carrosserie
– Bescherming tegen
atmosferische invloeden ............ 261
– Carrosseriegarantie ................... 261
– Tips voor het behoud van de
carrosserie ................................ 262
Carrosserieversie............................ 268
Centrale portiervergrendeling ......... 62
Chassisnummer ............................. 266
CO2-emissie .................................. 350
Contactslot .................................... 14
Cruise-control ................................ 54
Dagrijlichten .................................. 48
Dashboardkastje ........................ 63-64
Dashboardkastje met slot............... 64
Dead lock ...................................... 73
De frontairbag en zijairbag aan
passagierszijde handmatig
uitschakelen ................................. 180
De gestarte motor opwarmen ........ 188
De motor uitzetten ......................... 188
derde remlicht ................................ 226Diefstalalarm .................................. 13
Dieselroetfilter (DPF) ....................... 115
Dimlicht .................................... 48-223
Display
– Standaardscherm...................... 122
DPF (roetfilter) ................................ 115
Draaibare stoel met ingebouwde
gordel .......................................... 17
Driving Advisor (systeem) ............... 91
Dubbele achterdeur ....................... 74
Een lamp vervangen ..................... 217
Een wiel vervangen ........................ 207
Elektrische ruitbediening ................ 77
EOBD-systeem .............................. 100
ESC (systeem) ............................... 82
Extra klimaatregeling achter
(Panorama- en Combiversies) ...... 47
Extra verwarming achter
(Panorama- en Combiversies) ...... 46
Extra verwarming ........................... 41
Fiat CODE systeem....................... 10
Flex Floor achterbank ..................... 20
Follow me home ............................ 50
"Follow me home" systeem ........... 50
Frontairbags.................................. 179
– De frontairbag en zijairbag
aan passagierszijde
handmatig uitschakelen............. 180
– Frontairbag bestuurderszijde .... 180
– Frontairbag passagierszijde ....... 180
Gear Shift Indicator ....................... 122
Gebruikscondities .......................... 194
Geveerde stoel ............................... 16
Gewichten...................................... 290
Gordelspanners ............................. 166
Grootlicht ................................. 49-222
Grootlichtsignaal ............................ 49
Handbediende klimaatregeling ...... 32
HBA (Hydraulic Brake Assist)
systeem ....................................... 84
HBA (systeem) ............................... 84
Het voertuig opkrikken ................... 238
Hill Descent Control systeem.......... 85
Hill Descent .................................... 85
Hill Holder-systeem ........................ 83
Hill Holder (systeem)....................... 83
Hoofdsteunen
– Voor .......................................... 23
Hoogteregeling koplampen ............ 80
Identificatiegegevens ..................... 266
identificatieplaatje carrosserielak..... 267
Imperiaal ........................................ 79
Inbouwvoorbereiding voor Isofix
kinderzitje..................................... 173
Instrumenten .................................. 118
Instrumentenpaneel........................ 118
Interieur.......................................... 263
Interieuruitrusting ........................... 63
"Isofix" kinderzitje
(inbouwvoorbereiding)
– Montagemogelijkheden voor
kinderzitjes op de
verschillende plaatsen in het
voertuig ..................................... 175
Kentekenverlichting ...................... 226
Kinderen veilig vervoeren
– Kinderzitjes................................ 168
– Plaatsingsmogelijkheden voor
kinderzitjes ................................ 171
Klep op zitbank .......................... 18-68
Koelvak .......................................... 63
Koelvloeistoftemperatuurmeter ....... 120
Koplampen
– Hoogteregeling koplampen ....... 80
– Lichtbundel afstellen.................. 80
Koplampsproeiers .................... 53-261
Koppeling ...................................... 272
Kunststof deksels op de
stoelvoet ...................................... 19
Lamp binnenverlichting
vervangen .................................... 227
Lamp buitenverlichting
vervangen .................................... 221
Lampen
– typen lampen ............................ 219
Lampjes en berichten ..................... 134
Langdurige stilstand ....................... 204
Lessenaar ...................................... 67
Lichtbundel afstellen ...................... 80Luchtfilter ....................................... 255
Luchtroosters ................................. 29
Luchtvering .................................... 70
Milieubescherming ....................... 115
Mistachterlichten ............................ 60
Mistlampen voor ....................... 60-224
Montagemogelijkheden voor
Universele Isofix kinderzitjes op
de verschillende plaatsen in het
voertuig ........................................ 175
Motorcode ..................................... 267
Motorcodes ................................... 268
Motorkap ....................................... 78
Motorkoelvloeistof .......................... 251
Motor ............................................. 270
Motorolie ........................................ 251
Motorolieniveaumeter ..................... 121
Motor starten.......................... 188-206
MSR-systeem ................................ 81
MSR (systeem) ............................... 81
Multifunctioneel display
– Bedieningsknoppen .................. 123
– Setup-menu .............................. 123
Niveaus controleren ...................... 247
Onafhankelijke extra
verwarming .................................. 42
Onderhoud en zorg -
Geprogrammeerd Onderhoud ...... 242
ALFABETISCH REGISTER
Onderhoud en zorg -
Geprogrammeerd
Onderhoudsschema .................... 243
Onderhoud en zorg - periodieke
controles ...................................... 246
Opbergvak boven de cabine .......... 68
Opbergvak boven zonnekleppen .... 68
Opbergvak onder de stoel.............. 18
Opbergvak onder voorste
passagiersstoel ............................ 65
Oppompen .................................... 214
Opstaptrede................................... 74
Parkeerlichten ........................... 50-61
Parkeersensoren ............................ 100
Parkeren ........................................ 189
Plafondverlichting achter (een
lamp vervangen)........................... 227
Plafondverlichting ........................... 58
Plafondverlichting voor (een lamp
vervangen) ................................... 227
Pollenfilter ...................................... 255
Portieren ........................................ 71
Portiervakken ................................. 65
Prestaties ....................................... 288
Regensensor ................................ 53
Remmen
– kenmerken ................................ 273
Remvloeistof .................................. 253
Reservewiel.................................... 274
Richtingaanwijzers .................... 50-223Richtlijnen voor de behandeling
van het voertuig aan het einde
van de levensduur ........................ 365
Rijstijl.............................................. 194
Rollend starten ............................... 206
Rubber slangen.............................. 259
Ruiten reinigen ............................... 52
Ruitensproeiers .............................. 260
Ruitenwisser ............................. 52-260
SBR-systeem................................ 165
Scheidingswand............................. 65
Schuifdeur ..................................... 73
Sensor automatische
inschakeling koplampen ............... 51
Skidrager ....................................... 79
Slepen van het voertuig .................. 238
Sneeuwkettingen ........................... 203
Snelheidsbegrenzer........................ 56
Snelheidsmeter .............................. 120
Snelle bandenreparatiekit
Fix&Go Automatic ......... 213-214-215
Spanning controleren en
herstellen ..................................... 215
Speed block................................... 69
Stadslicht .......................... 48-222-226
Starten met hulpaccu ..................... 206
Start&Stop systeem ....................... 103
Stoelen (Combiversies) ................... 19
Stoelen .......................................... 15
Stoelen met verstelbare
armsteunen .................................. 16Stoelen (Panoramaversies) ............. 19
Stoel met draaivoet ........................ 16
Stopcontact ................................... 67
Stuurbekrachtigingsolie .................. 252
Stuurinrichting ................................ 273
Stuurwiel ........................................ 24
Symbolen....................................... 10
Tablethouder ................................ 67
Tachograaf ..................................... 69
Tankdop ......................................... 110
Tanken ........................................... 110
Tips voor het laden ........................ 192
Toerenteller .................................... 120
TPMS............................................. 88
Traction Plus systeem .................... 87
Transmissie .................................... 272
Trip Computer ................................ 131
Typeplaatje met
identificatiegegevens .................... 266
Veiligheidsgordels
– Gebruik ..................................... 164
Veilig kinderen vervoeren
– Veiligheidsvoorschriften ............. 172
Velgbescherming............................ 275
Velgen en banden .......................... 274
Verlichting uit.................................. 48
Versnellingsbak .............................. 191
Versnellingspook ............................ 191
Verwarming en ventilatie ................. 28