Page 75 of 384
73
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Ventilatie
A. Zonnesensor.
B.
r
o
oster voor de zachte luchtstroom.
H
et rooster voor de zachte luchtstroom in
het midden van het dashboard zorgt voor
een optimale luchtverdeling vóór in de auto.
D
it systeem voorkomt tocht en zorgt voor
een optimale temperatuur in het interieur.
D
raai het wieltje naar boven om het rooster
voor de zachte luchtstroom te openen.
D
raai het wieltje naar beneden om het
rooster voor de zachte luchtstroom te
sluiten.
A
ls het erg warm weer is, kan het rooster
voor de zachte luchtstroom beter gesloten
worden. Hierdoor is de uitstroom via de
roosters midden op en aan de zijkanten
van het dashboard groter.
C.
G
ekoeld dashboardkastje.
D.
V
entilatieroosters achterpassagiers.
3
ergonomie en comfort
Page 88 of 384
86
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Zonnekleppen
F open, als het contact aan is, het klepje. Het lampje gaat automatisch branden.
kl
ap de zonneklep neer om te voorkomen dat u
verblind wordt door de zon.
sc
hijnt de zon van opzij via de portierruiten
naar binnen, maak dan de zonneklep bij de
binnenspiegel los en klap hem naar de zijruit
toe om.
Gekoeld dashboardkastje
F trek aan de handgreep om het dashboardkastje te openen.
Het dashboardkastje is voorzien van
automatische verlichting.
Het dashboardkastje wordt gekoeld door een
handmatig afsluitbaar ventilatiekanaal A .
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar B voor het uitschakelen van de
airbag vóór aan passagierszijde.
Tijdens het rijden dient het
dashboardkastje gesloten te blijven.
Voorzieningen voorin
F trek de handgreep naar u toe om het te openen.
Opbergvak aan bestuurderszijde
ergonomie en comfort
Page 134 of 384

132
C5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Activeren
Deactiveren
Het systeem zal automatisch worden
uitgeschakeld bij het trekken van een
aanhangwagen of de montage van een
fietsendrager (bij een door CI
t
ro
Ën
a
anbevolen trekhaak of fietsendrager).
Met de knop op het dashboard
F Druk op de knop A om het systeem uit te schakelen.
Dit wordt bevestigd door het branden van het
lampje van de knop.
Via het touchscreen
F Druk op de toets MENU .
F se lecteer in het hoofdmenu het menu
" Rijden ".
F
G
a naar de secundaire pagina en selecteer
" Configuratie auto ".
F
V
ink de regel " Parkeerhulp " uit om het
systeem uit te schakelen.
F
D
ruk op " Bevestigen " om de wijziging op
te slaan en het menu af te sluiten.
Met de knop op het dashboard
F Druk nogmaals op de knop A om het systeem weer in te schakelen.
Dit wordt bevestigd door het doven van het
lampje van de knop.
Via het touchscreen
F Druk nogmaals op de toets MENU .
F se lecteer in het hoofdmenu het menu
"
Rijden ".
F
G
a naar de secundaire pagina en selecteer
" Configuratie auto ".
F
V
ink de regel " Parkeerhulp " aan om het
systeem weer in te schakelen.
F
D
ruk op " Bevestigen " om de wijziging op
te slaan en het menu af te sluiten.
rijden
Page 160 of 384

158
C5_nl_Chap06_securite_ed01-2015
Frontairbags
Activering
De beide airbags worden geactiveerd - behalve
de frontairbag aan passagierszijde wanneer
deze is uitgeschakeld - bij een krachtige
frontale aanrijding binnen de zone voor frontale
aanrijdingen (A), waarbij de botsingsenergie de
hartlijn van de auto in het horizontale vlak volgt
richting de achterzijde van de auto.
De frontairbag wordt opgeblazen tussen de
borst en het hoofd van de inzittende voorin
en het stuur wiel (bestuurderszijde) of het
dashboard (passagierszijde), om de inzittende
op te vangen bij het naar voren bewegen. Dit controlelampje brandt op het
display van de dakconsole bij
aangezet contact, zolang de airbag is
uitgeschakeld.
Uitschakelen
u kunt alleen de frontairbag aan
pa ssagierszijde uitschakelen:
F
z
et het contact af , steek de sleutel in de
schakelaar voor uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde 1 ,
F
d
raai deze in de stand "OFF" ,
F
v
er wijder de sleutel zonder de stand van
de schakelaar te veranderen.
sc
hakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd uit
als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" hebt ver wijderd, zet dan de
schakelaar 1
weer op "ON" om de airbag
opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid van
uw passagier te garanderen.
De frontairbags verbeteren de veiligheid van de
bestuurder en de voorpassagier bij een frontale
aanrijding door de kans op letsel aan hoofd en
borst te beperken.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in
het stuur wiel en de passagiersairbag in het
dashboard boven het dashboardkastje.
Veiligheid
Page 163 of 384

161
C5_nl_Chap06_securite_ed01-2015
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuur wielkussen
rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op het dashboard laten rusten.
ro
ok niet in de auto. Als de airbag afgaat, kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
be
vestig geen voor werpen of stickers op het stuur wiel of op het dashboard. Deze kunnen bij
het afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
Zijairbags
bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie met
actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt
zijn voor uw auto kunt u zich wenden tot het CI
t
ro
Ën-
netwerk.
ra
adpleeg de rubriek "Accessoires".
be
vestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Window-airbags
bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak (indien aanwezig); deze maken deel uit van de
bevestiging van de window-airbags.
Adviezen
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag
en de inzittenden (kinderen, huisdieren,
objecten...) en bevestig niets in de buurt van
de airbags of in het gebied waar de airbags
afgaan. Dit kan de inzittende bij het afgaan van
de airbag verwonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke
uitvoering van uw auto, voer met name geen
wijzigingen door aan de onderdelen in de
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen
uitsluitend door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan op
letsel of lichte brandwonden aan het hoofd,
de borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer
snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden)
en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij
de warme gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.
6
Veiligheid
Page 205 of 384
203
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Dorpelverlichting
Lamp: W5W
F W ip het glaasje los om de lamp te kunnen
bereiken.
Beenruimteverlichting
Lamp: W5W
F W ip het glaasje los om de lamp te kunnen
bereiken.
Dashboardkastje
Lamp: W5W
F W ip het glaasje los om de lamp te kunnen
bereiken.
8
Praktische informatie
Page 206 of 384

204
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Zekeringen vervangen
De twee zekeringkasten bevinden zich onder het dashboard en in het motorcompartiment.
Zekering vervangen
Voordat u een defecte zekering vervangt, moet u:
- d e oorzaak van de storing opsporen en
verhelpen,
-
a
lle stroomgebruikers uitschakelen,
-
d
e auto stilzetten en het contact afzetten,
-
d
e defecte zekering lokaliseren met behulp
van de overzichten en schema's op de
volgende pagina's. Goed
Defect
Tang
Als de storing zich kort na het vervangen van
de zekering nogmaals voordoet, laat dan de
elektrische installatie controleren door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
bi
j het vervangen van een zekering moet u:
-
d
e speciale tang gebruiken die is bevestigd
aan de klep dicht bij de zekeringkasten.
Hiermee kunt u een zekering verwijderen
waarna u de staat van de smeltdraad kunt
controleren,
-
d
e defecte zekering altijd vervangen door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(met dezelfde kleur): vervangt u de
zekering door een zekering met een andere
stroomsterkte, dan kunnen storingen
optreden (kans op brand). Het vervangen van een zekering die
niet in deze overzichten is opgenomen
kan leiden tot ernstige storingen
aan uw auto.
n
e
em contact op
met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. CI
tro
Ën i
s niet aansprakelijk
voor de kosten die voortvloeien uit
herstelwerkzaamheden of storingen
als gevolg van de installatie van extra
accessoires die door CI
t
ro
Ën
noch
geleverd noch aanbevolen worden
en die niet zijn geïnstalleerd volgens
de voorschriften. Dit geldt in het
bijzonder voor situaties waarbij het
stroomverbruik van alle aanvullende
apparatuur meer dan 10
milliampère
bedraagt.Inbouwen van elektrische
accessoires
Het elektrische circuit van uw auto
is geschikt voor zowel standaard als
optionele voorzieningen.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
alvorens u elektrische voorzieningen of
accessoires in uw auto inbouwt.
Praktische informatie
Page 207 of 384
205
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Zekeringen onder het dashboard
Toegang tot de zekeringen
F open het kastje zo ver mogelijk en trek er vervolgens stevig aan, zodat het in
horizontale stand komt te staan.
F
V
er wijder de bekleding door kort maar
stevig aan het onderste gedeelte te trekken.
Zekeringkast CZekeringkast A
t
a n g
Houd u bij het terugplaatsen van het kastje aan
de volgende voorzorgsmaatregelen:
-
H
oud het kastje horizontaal, plaats het
onderste deel met de inkepingen aan de
onderkant tegenover de asjes.
-
G
eef een tik tegen het geheel.
-
s
l
uit het kastje en let erop dat de veren aan
de achterkant eroverheen vallen.
Zekeringkast B
8
Praktische informatie