329
C5_nl_Chap11c_rD45_ed01-2015
In de volgende tabel vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over uw autoradio.VR A AG ANTWOORD OPLOSSING
na h
et afzetten
van de motor wordt
de radio na enkele
minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de
laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt.
st
art de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is
oververhit" verschijnt op
het display.
om h
et audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-
speler uitschakelt.
sc
hakel het audiosysteem enkele minuten uit om
het systeem te laten afkoelen.
Veelgestelde vragen
VR A AG ANTWOORD OPLOSSING
er i
s een verschil in
geluidskwaliteit tussen
de verschillende
geluidsbronnen (radio,
CD...). Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een
andere geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit
hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen.
Het is raadzaam de audiofuncties (bassen,
hoge tonen, balans V-A, balans L-
r) i
n de
middelste stand te zetten, de geluidssfeer
"Geen" te selecteren en de functie Loudness in
de stand "Actief " te zetten als de CD-speler is
geselecteerd en in de stand "Inactief " te zetten
als de radio is geselecteerd.
Radio
.
Audio en telematica
331
C5_nl_Chap11c_rD45_ed01-2015
Media
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
op het display wordt de
melding "s
toring usb-
ra
ndapparatuur" weergegeven.
De
b
l
uetooth-verbinding wordt
onderbroken.De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
De usb
-
stick wordt niet herkend.
De
usb
-
stick is misschien defect. Formateer de
usb
-
stick opnieuw.
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden
gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend. -
C
ontroleer of de CD met de juiste zijde boven
in de speler is geplaatst.
-
C
ontroleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
-
C
ontroleer de inhoud van de CD als deze zelf is
gebrand: raadpleeg de tips in de rubriek "Audio".
-
D
e CD-speler van de autoradio kan geen
DVD's afspelen.
-
D
e kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te
laten afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet
op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
.
Audio en telematica
334
C5_nl_Chap12_index-alpha_ed01-2015
Follow-me-home-verlichting .................13 9, 14 0
Frequentie (radio) .................................. 278, 279
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
........... 14
8Identificatie auto
............................................ 250
Identificatiegegevens
....................................
250
Identificatieplaatjes constructeur .................
250
Identificatie (stickers) .................................... 25
0
Indeling achter
................................................89
Instapfunctie .................................................... 67
Instapverlichting
.............................................. 84
I
nstellen van de uitrustingen
.......15, 37, 42, 326
Instellingen (Menu's)
....................286, 288, 290
Instellingen van het systeem
........................2
93
Instrumentenpanelen
......................................14
Interieurfilter
..................................................231
Interieurfilter (vervangen)
.............................231
Interieurindeling
.............................................. 86
In
terieur ontgrendelen
....................................55
Interieurverlichting
..........................................83
Internet
..................................................294, 295
I
soF
IX (bevestigingen)................................. 172
I
soF
IX bevestigingen
...................................172
I
soF
IX kinderzitjes
........................172 , 174, 175
Geheugen instellingen bestuurder
.................67
Gereedschap
................................................ 18
5
Gewichten
............................................. 243, 245
Gewichten, overzicht
............................243, 245
Gordelverstelling
........................................... 15 4
Grootlicht
............................................... 13 6, 193
Handrem
....................................... 10 0, 101, 233
Handrem, elektrisch bediend
................. 2
8, 101
Handsfree set
................................ 304, 305, 324
Hill
s
t
art Assist
...............................
...............108
e
co-modus
....................................................
213
ec
o-rijden (adviezen)
......................................
12
el
ectronic b
r
ake Force Distribution (
e
b
D
)
.....
15
0
el
ectronic s
t
ability Program (
esC
)
........
2
9, 151
el
ektronisch gestuurde vering
......................
13 4
el
ektronisch gestuurde versnellingsbak
.........12
esP u
itschakelen ..........................................
152Hoofdsteunen achter
......................................
71
H
oofdsteunen verstellen
...........................
6 4, 71
Hoofdsteunen vóór .................................... 64, 66
Hulpoproep
........................................... 1
4 9, 2 51
Hulpoproep gelokaliseerd
............................. 2
51
DAb
(Digital Audio
br
oadcasting) -
Digitale radio ....................................... 280, 281
Dagrijverlichting
.................................... 13 9, 193
Dagteller
.......................................................... 25
Dagteller resetten
........................................... 25
Dashboardkastje
...............................
.............. 86
Dashboardverlichting
...................................... 25
D
ashboardverlichting (dimmer)
...................... 25
D
atum (instellen)
....................................... 3 7, 4 4
Datum instellen
............................................... 44
Diesel
............................................................ 179
Dieselmotor
........................... 179, 226, 244, 245
Digitale radio - DA
b
(Digital Audio
b
r
oadcasting) ...............280, 281
Dimlicht
................................................. 13
6, 193
Display instrumentenpaneel
............... 14, 15, 17,
20, 114, 120
E
DF
I
G
H
Citroën Connect bo x .................................... 2 51
Citroën no odoproep gelocaliseerd ..............2 51
Claxon
................................................... 120, 149
Configuratie van de auto
............15, 37, 42, 326
Contact
............................................................ 99
Controlelampjes
...............................
...26, 34, 36
Controles
............................... 225, 226, 231, 233
trefwoordenregister
335
C5_nl_Chap12_index-alpha_ed01-2015
Matten ............................................................. 87
Mat verwijderen .............................................. 87
M
enu
............................ 258, 260, 264, 272, 274,
276, 286, 288, 290, 300, 302
Menu's (audio)
............................... 272, 274, 276
Menu's (
tou
chscreen)
.......................... 25
3, 257
Menustructuren display
..............258, 260, 264,
272, 274, 276, 286, 288, 290, 300, 302, 326
Menustructuur
..... 2
58, 260, 264, 272, 274, 276, 286, 288, 290, 300, 302
Milieu
......................................................... 12, 49
Milieubewust rijden
......................................... 12
M
istachterlicht
................................ 1 3 7, 1 9 7, 1 9 9
Mistlampen vóór
............................................ 137
Monochroom display
............................. 3
18, 326
Monochroom display C
...................................37
Motoren
................................................. 242, 244
Lampen (vervangen)
.............
193, 197, 19 9, 202
Lampen vervangen
............... 19
3, 197, 19 9, 202
Lane Departure Warning s
y
stem (LDW
s)
.....
128
Lekke band
....................................................
181
Lichtschakelaar
............................................. 13
6
Logboek waarschuwingsmeldingen
............... 20
Lu
chtfilter
......................................................
231
Luchtfilter (vervangen)
..................................
231
Luchtrecirculatie ........................................ 75, 79
Luchttoevoer (bediening)
................................ 75
L
uchtverdeling
........................................... 75, 79
Luchtverdeling (zacht)
....................................
73
L
M
Motorenoverzicht .................................. 242, 244
Motorkap ....................................................... 224
Motorkap, openen
......................................... 224
Motorkapsteun
...............................
...............224
Motorolie
...............
........................................ 227
Motorolieniveau, controle
...............................24
Motorolieniveaumeter
.............................24, 227
Motorolietemperatuurmeter
............................21
Motorruimte
........................................... 225, 226
M P3 (CD)
...................................................... 322
Multifunctioneel display
..................................37
N
O
navigatiesysteem..........................258, 260, 264ne
erklappen stoelen achter ...........................71
niv
eaus controleren
......................227, 229, 230
niv
eaus en controles
............225-227, 229, 230
no
odbediening achterklep
..............................58
no
odbediening portieren
................................ 57
ol
iefilter
......................................................... 231
ol
iefilter (vervangen)
.................................... 231
ol
ieniveau
............................................... 24, 227
ol
iepeilstok
..............................
...............24, 227
oli
everbruik
................................................... 2
27
ond
erhoudscontroles
...............................12, 23
ond
erhoudsintervalindicator
....................22, 23
J
K
jack ............................................................... 282jA
Ck- aansluiting ............................ 8
8, 282, 321
j
ack-kabel
..................................................... 282
ju
kebox (beluisteren)
.................................... 285
ju
kebox (kopie)
............................................. 285
ka
artleeslampjes
............................................ 83
ka
artleeslampjes achter
.................................83
ken
tekenplaatverlichting
.............................. 2
01
ki
lometerteller
................................................. 25ki
nderbeveiliging
.................................... 5 3 , 176
ki
nderen
......................................... 16 9, 174, 175
ki
nderen
(veiligheidsvoorzieningen)
..........162-16 4, 169,
172 , 174, 175
kin
derzitjes
............................ 16
2-16 4, 168, 171
ki
nderzitjes (conventioneel)
.................168, 169
kl
embeveiliging
................................... 53, 61, 62
kl
eurcode lak
................................................ 250
klok
je (instellen)
...............................
.........3 7, 4 4
ko
elvloeistofniveau
................................. 21, 2 29
ko
elvloeistoftemperatuur
................................21
ko
elvloeistoftemperatuurmeter
......................21
ko
fferdeksel sluiten
........................................ 46
ko
plampsproeiers
......................................... 145
ko
plampsproeiervloeistofniveau
.................. 23
0
ko
plampverstelling
....................................... 1
41
k
ou
................................................................ 219
k
rik
................................................................ 185
.
trefwoordenregister