107
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Door CITROËN aanbevolen kinderzitjes
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kgGroep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst. L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 22 kg (vanaf ongeveer 6 jaar): gebruik alleen de zitverhoging. L5
"RÖMER KIDFIX"
Kan aan de ISOFIX-verankeringen van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
CITROËN levert een reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepunts veiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt:
5
Veiligheid
108
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Tabel voor het plaatsen van kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel
gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Plaats Gewicht van het kind/
leeftijdsindicatie
Groep 0
(b) en 0+
Tot 13
kg
Tot ongeveer 1
jaar
Groep 1 V
an 9 tot 18 kg
Van 1
tot ongeveer 3 jaarGroep 2 V
an 15 tot 25 kg
Van 3
tot ongeveer 6 jaarGroep 3 v
an 22 tot 36 kg
Van 6
tot ongeveer 10 jaar
1e zitrij Passagiersstoel vóór (
c) zonder
hoogteverstelling ( d) U
UUU
2
e zitrij Buitenste zitplaatsen achter (
e) U UUU
Middelste zitplaats achter ( e) U (f ) U (f ) UU
Veiligheid
109
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
(a ) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
( b )
G
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Op de
passagiersplaats vóór kan geen reiswieg of
kinderbedje voor in de auto worden bevestigd.
A
ls deze op de tweede zitrij zijn geplaatst,
kunnen een of meerdere zitplaatsen achter
niet worden gebruikt.
( c )
R
aadpleeg de wetgeving in uw land
alvorens een kinderzitje op deze plaats te
bevestigen.
Verwijder de hoofdsteun en berg deze
op alvorens een kinderzitje op een
passagiersstoel te bevestigen. Vergeet niet
de hoofdsteun weer aan te brengen nadat
u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
U : plaats geschikt voor het bevestigen van
een universeel goedgekeurd kinderzitje
met de veiligheidsgordel. Kinderzitje
geplaatst "met de rug in de rijrichting" of
"met het gezicht in de rijrichting".
(
d )
W
anneer een kinderzitje "met de rug in
de rijrichting" op de passagiersstoel vóór
wordt geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde worden uitgeschakeld.
Het kind zou anders ernstig of zelfs
levensgevaarlijk gewond kunnen raken als
de airbag wordt geactiveerd.
A
ls een kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" op de passagiersstoel vóór
wordt geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld blijven. (
e )
S
chuif wanneer u een kinderzitje achterin
plaatst "met de rug in de rijrichting" of "met
het gezicht in de rijrichting" de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning rechtop,
zodat er voldoende ruimte is voor het het
kinderzitje en de benen van het kind.
( f )
E
en kinderzitje met een steun mag nooit op de
middelste zitplaats achter worden geplaatst.
5
Veiligheid
110
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Uw auto voldoet aan de meest recente
ISOFIX-normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-
bevestigingen:
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:
- één bevestigingsring B achter de stoel, TOP TETHER genoemd, voor de
bevestiging van de bovenste riem.
Aan de TOP TETHER kan de bovenste
bevestigingsriem (indien aanwezig) van een kinderzitje
worden vastgemaakt. Bij een frontale aanrijding beperkt
dit systeem het naar voren kantelen van het kinderzitje.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige,
degelijke en snelle montage van het kinderzitje in uw
auto.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin
staat vermeld welke kinderzitjes voor welke
zitplaatsen geschikt zijn. Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het
kind bij een aanrijding ernstig letsel oplopen.
Houd u nauwgezet aan de
montagevoorschriften die in de bij het
kinderzitje geleverde handleiding zijn
vermeld.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de linker
achterstoel kunt plaatsen, moet u eerst de
middelste veiligheidsgordel achter naar het
midden van de auto duwen op een zodanige
manier dat de gordel normaal blijft werken. De
ISOFIX-kinderzitjes zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER:
-
v
er wijder de hoofdsteun en berg hem op
alvorens het kinderzitje op deze zitplaats
te bevestigen (plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is verwijderd),
-
voer de riem van het kinderzitje over de
rugleuning van de zitplaats, tussen de openingen
voor de pennen van de hoofdsteun door,
- bevestig de aansluiting van de bovenste
bevestigingsriem aan de ring B ,
-
t
rek de bovenste bevestigingsriem strak.
-
t
wee bevestigingsringen A , die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een merkteken,
Veiligheid
111
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Door CITROËN aanbevolen ISOFIX-kinderzitjes
"RÖMER Baby- Safe Plus" met ISOFIX-basis
(lengtecategorie: E )
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug
in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-
basis, die wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto
rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met
een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op
de zitplaats van de auto bevestigd. "RÖMER Duo Plus ISOFIX"
(lengtecategorie: B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt uitsluitend met het gezicht in
de rijrichting geplaatst.
Het wordt verankerd aan de ringen A en, met
de bovenste riem, aan de ring B , de TOP
TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
We raden u aan de ligstand te gebruiken.
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-
bevestigingspunten. In dat geval moet het
zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de
stoel van de auto worden bevestigd. Stel de
voorstoel zo af dat de voeten van het kind de
rugleuning niet kunnen raken.
Het CITROËN-netwerk levert een gamma ISOFIX-kinderzitjes. Deze kinderzitjes, die zijn voorzien van een onderdeelnummer, zijn goedgekeurd voor gebruik in uw auto.
Raadpleeg ook de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitje voor meer informatie over het plaatsen en ver wijderen van het zitje.
5
Veiligheid
112
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Overzicht van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A
t /m G).
I UF:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd
ISOFIX- kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem.
IL- SU:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel
gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje
:- rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun,
- g ezicht in de rijrichting voorzien van een steun,
-
r
eiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun. Gewicht van het kind
/ leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6
maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
1
e zitrij Passagiersstoel voor Geen ISOFIX
2
e zitrij Buitenste zitplaatsen achter
IL- SU IL- SU IL- SU IL- SU IL- SU IUF
IL- SU
Middelste zitplaats achter Geen ISOFIX
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem op alvorens een kinderzitje met een rugleuning te bevestigen op een passagiersstoel.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is ver wijderd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de
ISOFIX-bevestigingen en de bevestiging van de bovenste riem.
Veiligheid
113
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Overzicht van zitplaatsen geschikt voor i-Size-kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes zijn voorzien van twee sloten die aan de twee bevestigingsringen A kunnen worden vastgemaakt.
i- U:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel
gehomologeerd i-Size-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting of
met de rug in de rijrichting.
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem op alvorens een kinderzitje met een rugleuning te bevestigen op een passagiersstoel.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is ver wijderd. (
a )
b
ij het plaatsen van een kinderzitje met de rug in de rijrichting
of met het gezicht in de rijrichting op een zitplaats achter: schuif
de voorstoel naar voren en zet de rugleuning rechtop, zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje en de benen van het kind.
Deze i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
-
e
en bovenste riem die aan de ring B moet worden bevestigd.
-
o
f een steun die op de vloer rust vóór de voor i-Size-kinderzitjes geschikte zitplaats van de auto. Deze steun voorkomt dat het zitje bij een ongeval
kantelt.
Overeenkomstig de nieuwe Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een i-Size-kinderzitje op een plaats
in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen die voor i-Size-kinderzitjes zijn goedgekeurd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de ISOFIX-bevestigingen en de ringen.
i-Size-kinderzitje
1
e zitrij Passagiersstoel voor Geen i-Size
2
e zitrij Buitenste zitplaatsen achter (
a) i-U
Middelste zitplaats achter Geen i-Size
5
Veiligheid
114
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Kinderzitjes
Adviezen
Plaatsen van een
zitverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een zitverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de achterportieren per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterportierruiten niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
Kinderen voorin
Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen de
rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning
van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.
Voordat u een kinderzitje met rugleuning op een
passagiersstoel plaatst, moet u de hoofdsteun
van de desbetreffende passagiersstoel
verwijderen.
Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed is
opgeborgen of vastgemaakt om te voorkomen
dat de hoofdsteun bij plotseling remmen een
gevaarlijk projectiel wordt.
Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen
nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land. Houd
u aan de regels die gelden in het land waar u
zich bevindt.
Schakel de passagiersairbag vóór uit zodra
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling
ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en
zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer
rechtop.
Veiligheid