04
264
C4-Aircross_nl_Chap10b_Mitsu6_ed01-2014
Het ingebouwde navigatiesysteem leidt de bestuurder naar elke
gewenste bestemming, via een vooraf gekozen route.
Het systeem zoekt eerst de gewenste bestemming, berekent
vervolgens de beste route, en geeft de bestuurder aanwijzingen in
beeld en geluid.
e
en point of interest (P o I) zoals een vliegveld, station
of stadhuis wordt op de kaart weergegeven als een
pictogram.
Wat is een point of interest (POI)?
Het systeem kan tot 40
verschillende pictogrammen
weergeven (zie het hoofdstuk over "Pictogram van
Points of interest").
Deze points of interest zijn verdeeld over
5
categorieën, die elk in hun eigen kleur worden
weergegeven:
- Zakelijk
en financieel (Groen),
-
Auto's en reizen (Donkerblauw),
-
r estaurants ( o ranje),
-
o penbare voorzieningen en noodgevallen ( b ruin),
-
o ntspanning en amusement ( b lauw).
Het GP
s -systeem (Global Positioning s ystem) bestaat
uit verschillende satellieten die op vaste posities ten
opzichte van de aarde staan. Deze satellieten zenden
via twee verschillende frequenties permanent digitale
signalen uit met de snelheid van het licht.
Het systeem ontvangt continu gegevens over de
afstand ten opzichte van de satellieten, in combinatie
met een tijdsignaal.
Zo berekent de telematica-eenheid zijn eigen positie,
en dus die van de auto.
Het systeem vergelijkt de coördinaten van de auto
steeds met de kaartgegevens op de harde schijf,
waardoor de positie van de auto en de bestemming zo
exact mogelijk bepaald kunnen worden.
GPS-systeem
Hoe werken het navigatiesysteem en het GPS? In de volgende situaties kan het systeem de positie van de auto niet
exact berekenen:
-
in een tunnel of parkeergarage,
-
onder viaducten of overdekte rijbanen,
-
in een omgeving waar veel hoge gebouwen staan,
-
tussen dicht bij elkaar staande bomen.
In bepaalde situaties of bij slechte GP
s -ontvangst is het mogelijk
dat de weergave op het scherm gedurende korte tijd wegvalt.
Wat zijn de voorwaarden voor een goede werking van
het systeem?
Plaats geen voorwerpen op of in de nabijheid van de GP
s -antenne.
Gebruik geen digitale communicatieapparatuur (computers, enz) in
de nabijheid van de GP
s -antenne.
Plak
geen carbonhoudende of reflecterende folie op de autoruiten.
NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING