Page 11 of 446
9
C4-Aircross_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
onderhoud - Gegevens
Zekeringen motorruimte 188, 191-193
br
andstoftank leeg (diesel)
2
12
niv
eaus controleren
2
13-215
-
olie
-
remvloeistof
-
koelvloeistof
-
ruitensproeier-/
koplampsproeiervloeistof
Lampen vervangen
1
82-187
-
voor
-
achter
ben
zinemotoren
219
Gewichten (benzine)
2
20 -225
Dieselmotoren
226
Gewichten (diesel)
2
27-232
Afmetingen
2
33
ter
reinvaardigheden
2
34
Identificatie
235
Motorkap
207
Motorruimte (benzine)
2
08
Motorruimte (diesel)
2
09 Accu
19 4 -19 6
Automatische onderbreking van de voeding van
elektrische functies
1
97
Controle van onderdelen
2
16-218
-
e
lektrolyt van de accu
-
luchtfilter
- oliefilter
-
r
oetfilter (diesel)
-
remblokken/-schijven
.
overzicht
Page 13 of 446

11
C4-Aircross_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2014
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
be
perk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,
fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever een
dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter en
luchtfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het door de fabrikant
voorgeschreven interval.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan;
zo voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
u
zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
.
eco-rijden
Page 31 of 446

29
C4-Aircross_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Display 1 Display 2 OorzaakOplossing - ActieOpmerkingen
Motorolieniveau niet juist (lager dan
het minimum niveau of hoger dan
het maximum niveau).Zet de auto op een zo veilig
mogelijke plaats stil.
Controleer het niveau met de
peilstok en vul olie bij als het niveau
te laag is.
st
art de motor niet als het niveau
hoger is dan het maximum niveau
en raadpleeg het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Ga nooit rijden als het
motorolieniveau niet juist is.
* * Water aanwezig in brandstoffilter.
ka
ns op beschadiging van het
inspuitsysteem bij dieselmotoren.
raad
pleeg onmiddellijk het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De buitentemperatuur is lager dan
of gelijk aan 3°C (37°F).
ka
ns op glad wegdek.
Let goed op en rijd voorzichtig.
Het koppelingspedaal is niet
ingetrapt tijdens het starten van de
motor.
tra
p het koppelingspedaal in om de
motor te starten.
bi
j auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak.
ti
jdens het starten staat de
selectiehendel niet in de stand P en
ook niet in de stand N .Zet de selectiehendel in de stand P
om de motor te starten.
bi
j auto's met een CV
t-
v
ersnellingsbak.
Het rempedaal is niet ingetrapt
tijdens het starten van de motor.
tr
ap het rempedaal in om de motor
te starten.
* Volgens land van bestemming.
1
Controle tijdens het rijden
Page 82 of 446

80
C4-Aircross_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
-
r
echtstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
-
t
oevoer via het verwarmingscircuit,
-
t
oevoer via het circuit van de
airconditioning.
Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het
bedieningspaneel A van de middenconsole. 1.
u itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit.
2.
u itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten.
3.
A
fsluitbare en verstelbare
zijventilatieroosters.
4.
A
fsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters. 5.
u itstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
u itstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
7.
tem
peratuursensor.
8.
Licht-/regensensor.
Luchtverdeling
Comfort
Page 83 of 446

81
C4-Aircross_nl_Chap03_confort_ed01-2014
neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat
de lucht in het interieur goed ververst
wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
bi
j een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
3
Comfort
Page 210 of 446
208
C4-Aircross_nl_Chap08_verifications_ed01-2014
u kunt de verschillende vloeistofniveaus
controleren en bepaalde onderdelen
vervangen.
benzinemotoren
1. reservoir ruiten- en koplampsproeiervloeistof.
2.
r
e
servoir koelvloeistof.
3.
r
e
servoir remvloeistof.
4.
Ac
cu
5.
Zekeringkast.
6.
Luchtfilter.
7.
ol
iepeilstok.
8.
M
otorolie (bij)vullen. 1,6
L 115
2,0
L 150
onderhoud
Page 211 of 446
209
C4-Aircross_nl_Chap08_verifications_ed01-2014
Dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren
van de verschillende vloeistofniveaus, het
vervangen van bepaalde onderdelen en het
ontluchten van het brandstofcircuit.
Dieselmotoren
1. reservoir ruiten- en koplampsproeiervloeistof.
2.
r
e
servoir koelvloeistof.
3.
r
e
servoir remvloeistof.
4.
A
ccu.
5.
Zekeringkast.
6.
Luchtfilter.
7.
ol
iepeilstok.
8.
M
otorolie (bij)vullen.
9.
Handopvoerpomp*. 1.6
HDi 110
1.8
HDi 150
* Volgens motoruitvoering.
8
onderhoud
Page 217 of 446

215
C4-Aircross_nl_Chap08_verifications_ed01-2014
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers
bij het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Het reservoir moet snel worden bijgevuld
door het CIt
roËn- netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Additiefniveau (1,6 HDi
1 10 dieselmotor met
roetfilter)
Als het minimumniveau van het additief is
bereikt verschijnt deze melding.
Type ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het bevriezen
van de sproeiers te voorkomen is het (bij)vullen
van het reservoir met water niet toegestaan.
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Zet de auto stil en het contact af om
dit niveau te controleren en eventueel
bij te vullen.
F
o
p
en de motorkap en plaats de
motorkapsteun.
F
V
er wijder de dop van het
ruitensproeiervloeistofreservoir.
F
C
ontroleer het niveau met behulp van de
peilstok en vul indien nodig het niveau bij.
F
P
laats de dop terug op het reservoir en
sluit de motorkap. Wij raden u aan 's winters vloeistof
op basis van ethanol of methanol te
gebruiken.
8
onderhoud